Klok

 

‘Der Tod ist schon längst da, er sucht sich nur noch einen Parkplatz.’

Het is half negen als hij op wil staan. Maar het lukt hem niet om rechtop te gaan zitten. Vlammende pijn in zijn rechterlies, en hij valt terug op het bed. Nog een keer proberen rechtop te komen, maar ook bij de tweede poging lukt het niet. Opnieuw hevige pijn, alsof iemand een mes in zijn lies zet en het daarna ronddraait. Hij valt terug in het kussen, zweetdruppels van de pijn parelen op zijn voorhoofd. Oude bruine balken boven zijn hoofd, met witte panelen er tussenin. Grauw licht dat door de vale gordijnen de kamer binnenvalt. Een ongewenste indringer, die aankondigt dat er een nieuwe dag in aantocht is. Weer een nieuwe dag. Genoeg dagen gezien, genoeg dagen achter zich gelaten. En dus draait hij de dag de rug toe, voorzichtig, om nieuwe oplaaiende vlammen van pijn te vermijden, en doet zijn ogen weer dicht. Probeert te slapen, maar dat lukt niet meer. Het huis kraakt en zucht vermoeid door de harde wind die om het huis buldert, en ieder gaatje en kiertje gebruikt om het huis binnen te komen.

Lees verder “Klok”