“As time moves on the line will blur. It will no longer seem to be the simplicity of good versus evil, but good versus fools who think they are good.”
De titel van dit stuk is een uitspraak van Julius Caesar, en werd daarmee zo’n tweeduizend jaar geleden gedaan. Hoewel de wetenschap in de afgelopen 2000 jaar zevenmijlslaarzen droeg, is de laarzenmaat van de menselijke wijsheid nagenoeg onveranderd.
In het afgelopen één en driekwart jaar zijn er naar schatting zo’n slordige 750.000 wetenschappelijke artikelen over COVID19 en het SARS-CoV-2-virus gepubliceerd, en er komen nog dagelijks honderden publicaties bij. Het overgrote deel daarvan zijn experimentele studies en modelleringsstudies.
Het geraas van deze digitale (pseudo)wetenschappelijke lawine is zo oorverdovend dat het ieder betrouwbaar en zuiver wetenschappelijk geluid ruimschoots overstemt.
In Nederland wordt het debat omtrent COVID19 gevoerd – en het beleid uitgestippeld – op basis van wat matglazenbollenlezende modelleurs ons voorspellen, ongeacht hoe vaak ze het in het (recente) verleden bij het verkeerde eind hebben gehad. Vrijwel elke voorspelling van deze theoretici wordt vergezeld van hemelsbrede betrouwbaarheidsintervallen, en dan nog vaart de werkelijkheid met grote regelmaat met een ruime boog om deze uiterste bakens van de theoretische betrouwbaarheid heen.
Met de onderbouwing voor het invoeren van het coronatoegangsbewijs – zoals van zovele andere genomen maatregelen – is het niet anders gesteld. De vermeende noodzaak is enkel en alleen gebaseerd op het ‘voorspellende’ model van Jacco Wallinga, lid van het OMT. Het is (opnieuw) het excuus voor Hugo de Jonge om een draconische, nutteloze en sterk vrijheidsbeperkende maatregel in te voeren. Het coronatoegangsbewijs was iets waar hij blijkbaar al langer op zinde, maar waarover hij het Nederlandse volk bij herhaling schaamteloos voorloog dat dit er nooit zou komen.
De redenen die Hugo de Jonge hiervoor geeft zijn dat gevaccineerden veel minder besmettelijk zijn dan ongevaccineerden, en verder dat mensen die middels een rt-PCR negatief getest zijn, het virus niet verder kunnen verspreiden. Op die manier, zo luidt de stelling van Hugo de Jonge, kan men de ongevaccineerde medemens, maar ook de wel-gevaccineerde ouderen, de wel-gevaccineerde mensen met ernstig onderliggende aandoeningen en de wel-gevaccineerde mensen met een ernstig disfunctionerend immuunsysteem beschermen.
En ongeacht hoeveel studies er ook verschijnen die laten zien dat gevaccineerden even besmettelijk zijn als ongevaccineerden, het dringt niet door tot het bastion der onwetendheid waarvan Hugo de Jonge de kasteelheer is. Niet voor niets zei Comtesse Diane de Beausacq in de 19e eeuw al het volgende: “Het verstand dient tot alles, vooral om de goedheid in praktijk te brengen; de zotten willen goed zijn, maar kunnen het niet”.
Uiteindelijk achterhaalt de praktijk echter iedere theorie, en schopt en slaat hem waar hij hem maar raken kan.
Op 30 september verscheen er in “Eurosurveillance” een artikel met de veelzeggende titel: “Nosocomial outbreak caused by the SARS-CoV-2 Delta variant in a highly vaccinated population, Israel, July 2021.” (1) In dit artikel wordt een razendsnelle uitbraak beschreven van het SARS-CoV-2 virus in een Israëlisch ziekenhuis.
Als men de toegangspoort tot de Israëlische ziekenhuizen wil vergelijken met het coronatoegangsbewijs is het gerechtvaardigd om de eerste gelijk te stellen aan een intacte zeedijk, en de tweede aan een doorgebroken rivierdijk die met zandzakken moet worden verstevigd. Iedere patiënt die opgenomen moet worden in Israël moet over een ‘Green Pass’ beschikken waarin staat dat hij of zij volledig gevaccineerd is, of wordt voor opname getest middels een sneltest gevolgd door een rt-PCR. Indien iemand niet gevaccineerd is, blijft hij of zij in strenge isolatie totdat de rt-PCR negatief blijkt te zijn. De verpleegkundigen treden in vol gevechtstenue aan: chirurgisch schort, hoofdbedekking, handschoenen, spatscherm en een FFP2 mondneusmasker. De patiënten dragen, ook al zijn zij gevaccineerd, een chirurgisch mondmasker, zeker zodra er sprake is van contact met artsen of verpleegkundigen.
De ‘indexpatiënt’, ofwel de patiënt naar wie de uitbraak herleid kon worden, was een volledig gevaccineerde zeventiger met nierfalen, afhankelijk van hemodialyse. Hij werd opgenomen met koorts en hoesten, maar werd bij opname niet getest omdat men zijn klachten toeschreef aan een systemische infectie bij hartfalen, en natuurlijk omdat hij gevaccineerd was.
Hij werd opgenomen in een vierpersoonskamer met drie andere patiënten. Samen met een kamergenoot werd hij om de dag gedialyseerd op de dialyse-afdeling. Vier dagen na opname werd bij hem COVID19 gediagnosticeerd op basis van zijn klachten en symptomen en een positieve rt-PCR. Zijn drie kamergenoten werden eveneens getest en bleken ook positief te testen. De indexpatiënt werd overgeplaatst naar een speciale COVID-afdeling, de andere drie werden opgenomen of ontslagen, al naar gelang hun klinische toestand.
Het bron- en contactonderzoek werd uitgebreid naar de dialyse-afdeling en een andere ziekenhuisafdeling, waar één van zijn drie kamergenoten één dag gelegen had. Men ontdekte 27 mensen met een positieve PCR-uitslag: 16 patiënten, 2 familieleden en 9 medewerkers.
De 16 patiënten – inclusief de indexpatiënt – werden overgeplaatst naar een afdeling waarvan de ene helft was ingericht voor patiënten met COVID19 en de andere helft voor niet-COVID patiënten. Dit wegens het op dat moment lage aantal patiënten met COVID19 in het ziekenhuis. Op de dag van overplaatsing werd de indexpatiënt verzorgd door een verpleegkundige die COVID19 had doorgemaakt en volgens protocol één vaccinatie had gehad.
Drie dagen later werkte deze verpleegkundige op het deel van de afdeling dat ingericht was voor patiënten zonder COVID. Hij verzorgde drie patiënten op één ziekenhuiskamer, waarvan een tweetal al na twee dagen klachten en symptomen ontwikkelden, passend bij COVID19. Alle drie patiënten bleken positief te testen. Ook op deze afdeling werd bron- en contactonderzoek uitgevoerd. In totaal testten 19 personen positief: 10 medewerkers, 8 patiënten en 1 familielid.
Men berekende het percentage van mensen met een positieve testuitslag op de rt-PCR ten opzichte van het totaal aantal mensen dat in theorie besmet had kunnen raken, waarbij de criteria voor blootstelling aan een besmette persoon zeer ruim werd gedefinieerd: zodra er bij bron- en contactonderzoek twee besmettingen op één afdeling werden geconstateerd, werden alle medewerkers en patiënten op die afdeling gescreend, onafhankelijk van de vraag of zij contact hadden gehad met de besmette persoon of niet. Desondanks was het percentage besmettingen aanzienlijk: voor de medewerkers waren er 16/151 (10.6%) mensen besmet en voor de patiënten 23/97 (23.7%). Van deze groep waren 238/248 mensen volledig gevaccineerd, hetgeen overeenkomt met een vaccinatiegraad van 96.2%.
Bij de fylogenetische analyse – het bepalen van de onderlinge verwantschap van de bij patiënten aangetroffen virussen – bleek dat bij drie medewerkers de besmetting waarschijnlijk niet het gevolg was van de uitbraak veroorzaakt door de indexpatiënt.
Van de 42 mensen bij wie een besmetting werd vastgesteld, waren er 38 volledig gevaccineerd met het Pfizer vaccin, drie waren er ongevaccineerd, en 1 van hen had COVID-19 doorgemaakt en was aansluitend eenmaal gevaccineerd. Op de dag waarop de besmetting werd geconstateerd, hadden er 24 van de 42 mensen klachten en symptomen passend bij COVID19, maar in de daaropvolgende dagen steeg dit getal naar 36 mensen. De medewerkers ontwikkelden geen of slechts milde symptomen, van de 23 patiënten daarentegen werden er 8 ernstig ziek, 6 patiënten geraakten in kritieke toestand en van deze laatste groep overleden 5 mensen
Vanzelfsprekend was de groep patiënten veel ouder dan de groep medewerkers. De mediane leeftijd van de medewerkers was 33 (22-48), die van de patiënten 77 (42-93). De mediane tijd tussen de laatste vaccinatie en de infectie was krap zes maanden, met een minimum van vijf maanden. Alle patiënten hadden onderliggende aandoeningen – hetgeen nauwelijks verbazing hoeft te wekken, al was het maar omdat ze in het ziekenhuis opgenomen waren – waaronder zes mensen met dialyse-afhankelijk nierfalen en acht mensen met een gecompromitteerd immuunsysteem.
De onthutsende conclusie moet zijn dat in een ziekenhuis – in een tijdsbestek van iets meer dan een week – een uitbraak van het SARS-CoV-2-virus kan ontstaan, veroorzaakt door slechts één volledig gevaccineerde patiënt. Die volledig gevaccineerde patiënt besmet uiteindelijk 39 andere mensen, waaronder 23 patiënten. Van deze 23 patiënten worden er 8 ernstig ziek, 6 komen in kritieke toestand te liggen en 5 van die 6 mensen overlijden. Bij uitgebreid bron- en contactonderzoek vindt men dan ook nog 3 medewerkers en 1 patiënt die wel besmet zijn, maar waarvan men de bron van de besmetting niet kan achterhalen, en zeer waarschijnlijk geen onderdeel van deze uitbraak zijn.
En dit gebeurt in een anti-corona bastion waar aan de poort streng wordt gecontroleerd op vaccinatiestatus, bij een uitbraak snel en grondig bron- en contactonderzoek wordt uitgevoerd en strenge regels bestaan voor isolatie. Ook tijdens het verblijf in het ziekenhuis wordt er overvloedig getest. De besmettingen vonden plaats ondanks het feit dat verpleegkundigen en artsen gehuld in volledig anti-corona gevechtstenue de patiënten te lijf gingen, en de meeste patiënten ter verdediging een chirurgisch mondmasker droegen.
Meer dan 96% van de mensen die een besmetting op hadden kunnen lopen was volledig gevaccineerd, en van de mensen die daadwerkelijk besmet werden met het SARS-CoV-2-virus waren er slechts 3 van de 42 mensen niet gevaccineerd, hetgeen betekent dat 92% van de besmette mensen wèl volledig gevaccineerd waren. Daarbij waren de Ct-waarden in zowel de symptomatische als ook a-symptomatische groepen laag, hetgeen suggereert dat het overgrote deel van deze mensen in staat was om het virus verder te verspreiden, zoals het beloop feitelijk al bewijst.
Alle experimentele en modelleringsstudies ten spijt en ondanks het diepzinnige en langdurige getuur in modellerende matglazen bollen door wetenschapsprofeten als Neil Ferguson en onze eigen Jacco Wallinga, dìt is de harde praktijk. Er ontstaat geen groepsimmuniteit door vaccinatie, simpelweg omdat vaccinatie de transmissie niet (voldoende) stopt. Er ontstaat door vaccinatie geen cordon sanitaire om de ouderen en kwetsbaren te beschermen zoals Jaap van Dissel de Tweede Kamer bij herhaling probeert wijs te maken, en dat cordon sanitaire zal ook niet ontstaan. Er is slechts een doorgebroken dijk, en het zal de bewoners van de dijkhuisjes achter de dijk een zalige zorg zijn of er nu 5 of 10 gaten in de dijk zitten. De dijk beschermt niet tegen het wassende water, en dàt is waar het hier om om gaat.
De volstrekt idiote en van iedere wetenschappelijk gespeende plicht om een chirurgisch masker te dragen is compleet zinloos: zelfs FFP2 maskers beschermden volledig gevaccineerde verpleegkundigen en artsen niet tegen een hernieuwde besmetting. En men hoefde slechts vijf maanden na vaccinatie te wachten om een dergelijke uitbraak te zien gebeuren. En natuurlijk stelt men dat een derde prik deze ontwikkeling ‘mogelijk’ kan keren, en natuurlijk ontbreekt voor deze stelling ieder wetenschappelijk bewijs.
De grote vraag is nu tot welke groep mensen men wil behoren:
Wil men behoren tot de kudde goedgelovige schapen, met daaronder ook vele gevaccineerde ouderen, gevaccineerde mensen met onderliggend lijden en gevaccineerde mensen met een ernstig disfunctionerend immuunsysteem, die door Hugo de Jonge en het OMT sappige coronavrije groene weides voorgespiegeld krijgen, door hen gegarandeerd door het invoeren van het coronatoegangsbewijs? En terwijl ze, genietend van deze ‘vrijheid’, in werkelijkheid afgevoerd worden naar de coronaslachtbank?
Of willen ze behoren tot die groep mensen die wel het maximale willen halen uit hun leven en willen genieten van het sociaal-maatschappelijke gebeuren, met alle aangename aspecten die daarbij horen, ongeacht welke tijd hen nog rest? In de wetenschap dat ze hoe dan ook (alsnog) met het SARS-CoV-2 virus in aanraking komen, en moeten hopen dat vaccinatie hen voldoende zal beschermen tegen ernstige ziekte en overlijden? En in de wetenschap dat dit voor een aantal niet zo zal zijn?
Het alternatief is om thuis geïsoleerd in angst te leven voor een ongrijpbaar virus met het besef dat men er toch vroeg of laat mee in aanraking komt. Om in isolatie en eenzaamheid te wachten op het moment dat de Man met de Zeis alsnog aanbelt, en hen één van zijn vele andere gereedschappen demonstreert. Een moment dat sowieso komt, ongeacht het aantal prikken men neemt, en hoeveel gezonde ongevaccineerde mensen men ook uit restaurants, theaters, bioscopen en musea weert.
Het gijzelen van ongevaccineerden met het doel dat Hugo de Jonge en het OMT voor ogen hebben is volstrekt zinloos. Dat zal de tijd uiteindelijk uitwijzen, en elke les wordt nu eenmaal zo vaak als nodig is herhaald, totdat ook Hugo de Jonge en het OMT deze les zullen leren. Gezien het beleid zoals dit in het afgelopen één en driekwart jaar gevoerd werd, mag men vrezen dat het nog erg lang zal duren voordat ook zij deze les daadwerkelijk geleerd zullen hebben.
Wie uitermate complexe zaken overlaat aan uitermate simpel denkende mensen, hoeft niet verrast te zijn dat de praktijk de theorie genadeloos afranselt en uiteindelijk knock-out slaat.