De kunst van het weglaten

Een recensie van De Wuhan trilogie van Dr. Jan Bonte door Rob Nuijten.
——————
Het laatste dat je de schrijver van De Wuhan Trilogie kunt verwijten is dat hij dingen wegliet. Toen ik behoorlijk gevorderd was met deel 3 kwam er bij het omslaan van een pagina waarbij er zich wéér een nieuw hoofdstuk aandiende wel eens de gedachte op dat ik nu wel genoeg gelezen had over praktijken van professionals die niet geheel zuiver op de graat waren. Jan Bonte wist dan echter toch weer mijn aandacht vast te houden.

De titel van mijn recensie,’De kunst van het weglaten’, refereert dan ook aan de in de trilogie uitvoerig beschreven handelingen van, zo zal blijken, ten onrechte vertrouwde wereldvermaarde professionals, die in de jaren na de eerste uitbraken van Covid-19 hun best deden wetenschappelijk onderzoek naar de origine van SARS-CoV-2 te frustreren door kennis die zij hadden buiten het publieke domein te houden en, tegelijkertijd, via publicaties opinies te verspreiden waarmee zij de aandacht van de nieuwsmedia kregen ten nadele van het onderzoekswerk van meer integere vakgenoten en onderzoekers.

Want wát haal je in huis met Jan Bonte’s ‘De Wuhan Trilogie’?

Een enorme hoeveelheid informatie over de mogelijke oorsprong van het SARS-CoV-2, de onmiddellijk al politiek gestuurde discussie daarover, en de belangen die de in de mainstream media bekende wetenschappers en vertegenwoordigers van instituten hadden in het zo lang als mogelijk weghouden uit deze media, uit wetenschappelijke tijdschriften en uit wetenschappelijke lezingen, van de bij hen aanwezige kennis en kennelijk onwelgevallige meningen over de mogelijke oorsprong van dit virus.

Wat je óók in huis haalt zijn de honderden bronvermeldingen ter verantwoording van al het beweerde, die nog het handigst zijn te checken via de links die Bonte op zijn webpagina plaatste.

Daarbij krijgen diegenen die het behappen kunnen, er in deel 1 van de trilogie nog een beknopte, volgens deschrijver essentiële cursus virologie en virusknutselen bij cadeau. Eerlijk gezegd gaat die cursus mij grotendeels boven de pet, maar juist daarom nodig ik de bij iedereen bekende experts als Marion Koopmans, Ab Osterhaus en Marc van Ranst, en de bij het grote publiek minder bekende Ron Fouchier, hun collega’s en de studenten in de virologie en microbiologie uit, deze cursus aan een kritische inspectie te onderwerpen.

Hier blijft het niet bij. Met deze trilogie haal je gelijk een doorlopend boeiende en letterlijk méér dan vuistdikke non-fictie detective in huis. Waar het immers gaat om een virus dat de dood van miljoenen mensen tot gevolg had, kan het, in het geval dat het om een door een menselijke fout verspreid of om een door mensen in elkaar geknutseld virus gaat, óók gaan om het vinden van één of meerdere schuldigen daaraan, en daarmee om schuld aan doodslag, of dood door schuld, door roekeloosheid. En in dat geval gaat het ook om de mogelijke schuld van mensen die werken aan instituten die de taak hebben toezicht te houden op onderzoek en experimenten in laboratoria waar met virussen wordt gewerkt. In welke mate zouden fouten, door hen bewust of onbewust gemaakt, nog kunnen leiden tot aanklachten en veroordelingen?

En wat is nog het meest bijzondere aan deze zoektocht naar de oorsprong van SARS-CoV-2? Dat de bekende virologen die men zowat elke dag in een talkshow of radioprogramma mocht horen kwebbelen, er geen enkele rol van betekenis in spelen, of het is die van stoorzender of bliksemafleider. Zo werd een naïeve ‘Journalist van het Jaar’ telkens een fopspeen toegeworpen waarvan de door hem gretig leeggezogen wetenschap-tartende inhoud terstond in een landelijk dagblad werd afgedrukt.

Met De Wuhan Trilogie maakt men kennis met wél integere wetenschappers, met onbezoldigde doch uiterst intelligente en opmerkzame onderzoekers en met wakkerder onderzoeksjournalisten waarvan de meeste lezers in de jaren vóór het uitkomen van de trilogie, dankzij de door de overheden aangestuurde censuur, nog nooit zullen hebben gehoord. Want wie kende Gilles Demaneuf of Yuri Deigin? Wie had ooit iets vernomen over het onderzoekswerk van Francisco de Asis de Ribera of Rossana Segreto, of van de onder het pseudoniem ‘The Seeker’ op Twitter publicerende data-doorpluizer Prasenjit Ray? Billy Bostickson, wat vertelde de mainstream media ons over deze nog immer onder pseudoniem opererende oprichter van DRASTIC?

En wat is ‘DRASTIC’ dan? Hoe kan iemand die enkel nog bekend is op X, voorheen Twitter, onder het pseudoniem ‘@babarlelephant’ belangrijk zijn in de speurtocht als de mainstream pers hem nog nooit genoemd heeft? Welke rol speelde de vloeiend Mandarijn sprekende Toy Reid? Waarom zijn Monali Rahalkar en Rahul Bahulikar wetenschappers met een professionaliteit waar de niet.van het beeldscherm weg te poetsen Marion Koopmans, Ab Osterhaus en Marc van Ranst een puntje aan kunnen zuigen? Nieuwsuur vertelde toch nog helemaal niets over hen?

Waarom kreeg de Nederlandse virusknutselaar Ron Fouchier onlangs nog een prijs, in plaats van een flinke tik in de media, zoals hij die op goede gronden in De Wuhan Trilogie krijgt uitgedeeld over zijn tot 10 nullen achter de komma vastgestelde kans op een labontsnapping van een gevaarlijk virus? Met De Wuhan Trilogie in de hand zou hij zijn berekening beter nog eens overdoen. Niet geheel toevallig is ook híj verbonden aan de Erasmusuniversiteit en dikke maatjes met Marion Koopmans en met één van de hoofdrolspelers in het ‘We Doen Of We Van Niets Weten’- treurspel, Peter Daszak.

Ach ja, men heeft de jonge wetenschapster Alina Chan even voorbij zien komen in een Nieuwsuur-documentaire van Rudy Bouma, waar haar opvatting, dat het virus kenmerken zou hebben van menselijke knutselarij, door de zojuist genoemde, pijnlijk naïef klinkende Nederlandse virologen weer mocht worden tegengesproken met niets meer dan wat sussend geneuzel. In De Wuhan Trilogie krijgt zij de plaats die zij verdient.

Wie in op de website van NRC de naam van de doortastende Amerikaanse onderzoeksjournalist Emily Kopp zoekt, krijgt enkel hits die gegenereerd worden door woorden als ‘kale koppen’. Als geen ander, echter, haalde Emily Kopp met de Freedom Of Information Act in de hand communicatie boven water die de spelers van het internationale Verdoezel- en VerdwijnTeam het liefst met een molensteen naar de diepste spleet in de oceaanbodem hadden doen afzinken. De Wuhan Trilogie laat je meegenieten van haar werk.

De lezer komt te weten dat de gedachte, dat SARS- Cov-2, niet een door de natuur, maar een door een lab ontwikkeld virus zou kunnen zijn, al leefde bij vooraanstaande virologen, en dat zij er belang bij hadden die eigen gedachte, die ook al snel bij anderen leefde, publiekelijk te bestrijden waar zij maar konden. Menselijk knutselwerk aan het virus zou pertinente onzin zijn, en niet meer dan een complottheorie van amateurs. Dat zij daarmee de hen door anderen toebedeelde autoriteit, naar mijn idee, misbruikten om meer integere wetenschappers te intimideren, is waar deze trilogie vooral over gaat, aangezien zij het waren en nog steeds zijn die het verhaal zo complex maken, waardoor het zelfs niet in de ruwweg twaalfhonderd pagina’s tellende trilogie geheel te vatten is. Het gaat over wereldomvattende wetenschapsfraude, alsook over wetenschapsjournalistieke fraude, wanneer editors van wetenschappelijke tijdschriften en uitgevers van de belangrijkste social media beslissen welke eerlijke wetenschappelijke studies en inzichten niet verspreid mogen worden en zelfs het stempel krijgen van al dan niet gevaarlijk ‘Fake News’.

Wat het dan was, en nog is, dat vooraanstaande Westerse wetenschappers, met name die in de virologie, mogelijk motiveert om al vanaf begin 2020 de wetenschap te verloochenen, door veel bij hen bekende essentiële informatie uit de openbare discussie weg te houden, wordt in het derde deel van de trilogie wel duidelijk. Voor hen blijkt de lab-ontsnappingstheorie bedreigend voor aan hen of aan zichzelf toebedeelde grote projecten die zich bezighouden met het gevaar van in de natuur ontstane virussen. Deze projecten kunnen bewijzen voor een onnatuurlijke oorsprong van het SARS-C0V-2 virus slecht gebruiken, en al helemaal geen bewijzen voor een band met de wetenschappers die die onnatuurlijke oorsprong van het SARS-C0V-2 virus hebben bedacht of uitgevoerd.

Dat de door allerlei instituten en nieuwsmedia zo vaak geraadpleegde viroloog Marion Koopmans begin 2020 zei dat vermeden moest worden dat de discussie over de origine van SARS-CoV-2 door de politiek gestuurd werd, van een onbeschaamde brutaliteit, of anders van een ergerlijke naïviteit getuigde, wordt in de trilogie goed duidelijk gemaakt.

Dat Chinese wetenschappers sowieso zich al niet vrijelijk kunnen uiten zou bij velen al bekend mogen zijn. Jan Bonte beschrijft in deel 1 uitvoerig hoe de Chinese Communistische Partij op allerlei manieren de
wetenschappers en hun publicaties onder streng toezicht houdt, en daar nog een schepje bovenop deed toen, in 2019, mensen met een vreemde ziekte in de ziekenhuizen in Wuhan moesten worden opgenomen. De wetenschappelijke discussie over SARS-CoV-2 werd dus al in China door de politiek gesmoord, voordat de ziekte door de WHO officieel wereldkundig werd gemaakt. De trilogie doet uitvoerig verslag van incidenten waar de Chinese overheid onderzoek door wetenschappers en journalisten, in China, hindert en verhindert.

De trilogie eindigt echter niet met de bij een detective gebruikelijke ontknoping waarbij de schuldige, of schuldigen bij de lezer bekend worden gemaakt. Zoals Bonte zelf al bij elke bespreking van dit werk graag met nadruk vertelt, laat hij het komen tot een oordeel over wat of wie schuld heeft aan de voor velen dodelijk gebleken, wereld omvattende verspreiding van dit virus aan de lezer over. Hij biedt de lezer, bij gebrek aan hard en direct bewijs voor een lab-ontsnapping of knutselwerk en lab-ontsnapping, dat waarschijnlijk enkel nog door een klokkenluider in China geleverd zou kunnen worden, vooral een enorme hoeveelheid informatie die als indirect bewijs, bij de lezer echter wel degelijk op redelijke gronden tot de overtuiging zal kunnen leiden dat SARS-CoV-2 in een Chinees lab in elkaar is geknutseld, waarbij heel gerieflijk gespiekt zou kunnen zijn op een eerder met ‘batwoman’ in Wuhan overlegde Amerikaanse handleiding.

Lees het onderzoeksrapport van het Amerikaanse Select Subcommittee on the Coronavirus Pandemic gerust even door, maar begin dan aan De Wuhan Trilogie, dat nauwkeuriger is en enorm veel meer informatie bevat. Naar mijn mening zou De Wuhan Trilogie verplichte kost moeten worden bij opleidingen in de virologie, en zou het als naslagwerk een prominente plaats moeten krijgen op boekenplanken van onderzoeksinstituten als het Rotterdamse Erasmus.

Ik was aanvankelijk als leek als één van de proeflezers betrokken bij Jan Bonte’s project, maar kon dat niet volhouden wegens wat studie, examentjes en werk dat enige maanden al mijn aandacht vroeg. In de gedrukte trilogie staat nog een tiental spelfoutjes waar weinigen over zullen struikelen, maar die er bij een herdruk zullen zijn uitgehaald, doch een verkeerd jaartal wil ik wel vermelden, aangezien die voor de nauwlettende lezer even een hinderlijke puzzel kan zijn; op pagina 121 van deel 3 staat “Tian Junhua wordt ook genoemd in een preprint uit februari 2019”. Dat moet zijn “2020”.

Rob Nuijten, 28 december 2024