Attje Uilskuiken

“Look into the eyes of a chicken and you will see real stupidity. It is a kind of bottomless stupidity, a fiendish stupidity. They are the most horrifying, cannibalistic and nightmarish creatures in the world.”

Werner Herzog

 

Ja, ik weet het. De titel van dit stuk is weinig creatief, hoewel het de lading erg goed dekt. Het verschrikkelijke mens Attje Uilskuiken, die voortdurende kulkakelende kip van de Partij van de Arbeid, die weliswaar lid is van de Partij, maar het woord Arbeid in het woordenboek moet opzoeken, maar zelfs dan de betekenis ervan nog niet begrijpt. Dat vreselijke domme wicht dat bij gebrek aan welk talent dan ook bestuurskunde en overheidsmanagement studeerde in Leeuwarden, en daarna beleids- en organisatiewetenschappen aan de universiteit van Tilburg. Om vervolgens beroepsambtenaar en politica te worden. Dat u maar goed begrijpt waarom de overheid er in Nederland zo’n godvergeten puinhoop van maakt. Een kuiken hoort in een ei, en een kip in een ren. Dat is diervriendelijk en hopelijk doen ze dan nog iets nuttigs, namelijk eieren leggen. Maar dit kuiken zit niet in een ei, en produceert alleen maar kippenstront. En dan komt die kippenstront ook nog uit de opening die daar oorspronkelijk niet voor bedoeld was. Wat ze met die andere opening doet is mij dan ook een volstrekt raadsel.

Lees verder “Attje Uilskuiken”

De deugdictatuur

 

Ik had nog nooit van David Icke gehoord en ik heb geen enkel boek van hem gelezen. Maar blijkbaar is hij gevaarlijk. Volgens ons kabinet dan. Waarom weet ik niet. Maar blijkbaar is hij zo gevaarlijk dat hij niet naar Nederland mag komen. De Volkskrant weet te melden dat hij gelooft dat een elite van reptielen de wereld bestuurt en dat hij antisemitische uitlatingen heeft gedaan. Of hij dat van die reptielen nu letterlijk of overdrachtelijk bedoelt weet ik ook niet, maar zelfs als hij het letterlijk bedoelt, lijkt het mij een vrij ongevaarlijk standpunt. Bovendien heb ik zo mijn twijfels over de betrouwbaarheid van de berichtgeving van de Volkskrant, iets waarvan ik mij vaag kan herinneren, dat ik me daarover wel eens in voorzichtige bewoordingen heb uitgelaten.[1]

Lees verder “De deugdictatuur”