Rows of houses, all bearing down on me
I can feel their blue hands touching me
All these things into position
All these things we’ll one day swallow whole
And fade out again and fade out
This machine will, will not communicate
These thoughts and the strain I am under
Be a world child, form a circle
Before we all go under
And fade out again and fade out again
Cracked eggs, dead birds
Scream as they fight for life
I can feel death, can see its beady eyes
All these things into position
All these things we’ll one day swallow whole
Fade out again
Fade out again
Immerse your soul in love
Immerse your soul in love
Street Spirit (Fade Out), Radiohead
Het is hoogzomer als ik dit schrijf. Het is al enkele dagen ruim boven de dertig graden en de mussen komen doodgravers te kort om hun soortgenoten te begraven. In mijn achtertuin is het stil, op het gezoem van de ventilator en het zachte geklingel van de verweerde bamboehouten windgong na.
Ik ben herstellende. Tenminste, dat hoop ik, want zeker is dat allerminst. Vrouwe Melancholica bezocht mij wederom, zoals zij dit in mijn leven al vaker deed. Zoals altijd onverwacht en zoals altijd ongewenst. Andere mensen die mij na staan zien haar van verre aankomen, maar ik weet pas van haar komst pas als ze aanbelt. Ik hoop haar dit keer buiten de deur te houden, maar of dat lukt zal ik moeten afwachten. Want ik weet dat ze een voet tussen de deur zal zetten zodra ik de voordeur dicht probeer te doen, of dat ze zich alsnog toegang verschaft via de achterdeur. En het is zaak haar buiten de deur te houden, want wie haar binnenlaat, wordt beroofd van alles wat hem lief is, inclusief de lust om te leven.
Als ik in de greep ben van vrouwe Melancholica ben ik niet in staat tot schrijven. In de perioden dat zij de controle overneemt, ben ik niet eens in staat tot spreken of bewegen. De kus van vrouwe Melancholica is vergelijkbaar met die van een Dementor uit het sprookje van Harry Potter: hij zuigt alle geluk uit zijn slachtoffer, en bedekt alles onder een dikke laag van somberheid en wanhoop, en laat zijn prooi geestelijk voor dood achter. En waar de Dementor bezworen kan worden met de Patronusspreuk, kent vrouwe Melancholica geen effectieve bezwering.
Wie zich aan de verstikkende greep van vrouwe Melancholica ontworsteld heeft, kan er niet meer over schrijven, omdat er geen woorden zijn die kunnen beschrijven wat er zich afspeelt in de krochten van de menselijke geest die zich in haar greep bevindt. Alleen in de schemerzone tussen het normale en de melancholie heb ik het vermogen om iets te schrijven over de geseling die vrouwe Melancholica haar slachtoffers aandoet. Op dat moment is het contact met het normale nog niet helemaal verbroken, maar heb ik al wel zicht op wat er zich achter de deur van de martelkamer van vrouwe Melancholica afspeelt, zodra de deur dichtgaat en de inktzwarte duisternis invalt. En zodra dat gebeurt is alle hoop vervlogen dat die deur ooit nog weer opengaat. En ook al weet ik dat dat de vorige keren wel gebeurde, geeft dat geen enkele geruststelling dat het ook nu zo zal zijn. Integendeel.
Vrouwe Melancholica kondigt haar komst wel degelijk aan, weliswaar subtiel, maar desondanks onmiskenbaar. Maar die aankondigingen herken ik pas achteraf. Vrouwe Melancholica manipuleert de tijd, vertraagt haar, rekt haar uit. Ze vergroot de afstand tussen mij en andere mensen, vooral de mensen die me dierbaar zijn, en werpt zelfs op een helverlichte zomerdag een schaduw over alles wat er zich om mij heen gebeurt. Ik registreer alleen nog wat er zich om mij heen afspeelt, maar heb geen contact meer met wat er gebeurt, en belangrijker, het bijbehorende gevoel ontbreekt. Het horen van wat mensen zeggen, maar er niet meer op kunnen reageren. Het gevoel hebben weggezogen te worden uit het hier en nu, waarbij het geroezemoes om me heen zachter wordt, om uiteindelijk volledig te verstommen, en vervangen wordt door een intense stilte. Kleuren die gereduceerd worden tot steeds donkerder wordende grijstinten totdat uiteindelijk alleen zwart overblijft. Totdat vrouwe Melancholica uiteindelijk de klok stilzet, zodat elke seconde een uur, en elke dag een jaar lijkt te duren.
Wat volgt is het gerommel met diagnosen en medicatie; ernstige melancholische depressie of toch bipolaire depressie; antidepressiva of toch liever antipsychotica, of toch maar beter allebei. Met als toetje de slaapmiddelen en als slaapmutsje het lithium. Alles om het haperende brein, of misschien de haperende mens, weer aan de praat te krijgen.
Meestal lachte vrouwe Melancholica erom, en verstevigde haar wurgende greep op mijn keel en draaide de klem op mijn borst aan. Zo ook tijdens de laatste grote episode, waarbij ze me pas liet gaan nadat ze onder hoogspanning werd gezet. Rondom die periode zijn er alleen nog flarden van herinneringen: de meest indringende van de psychiater op de operatiekamer die me aankeek en zij: “Dit kan zo niet langer.” Om vervolgens over te gaan tot bilateraal stimuleren. De verpleegkundigen die me het bekertje met medicatie overhandigden. De stilte tijdens het ontbijt. Het onaangeroerde krentenbrood op mijn bord. De foto’s van mijn twee kinderen op het nachtkastje, om me eraan te herinneren dat ik het nooit, nooit op zou mogen geven. Kinderen op de wereld zetten met mijn erfelijke aanleg was een ding, maar om ze daarna ook nog in de steek te laten ronduit onacceptabel.
De greep van vrouwe Melancholica verslapte. De deur van de martelkamer werd op een kier gezet, een streepje licht viel naar binnen. De eerste voorzichtige wandelingen in de lommerrijke wijk rondom het ziekenhuis. De gedachtentrein die hortend en stotend weer op gang kwam. Het opklaren van de lichamelijke verlamming, en het doen van de eerste klusjes in en om het huis. Het versnellen van de tijd, en het verdwijnen van de stilte. De terugkeer van licht, de terugkeer van kleuren. De terugkerende behoefte aan muziek, en de terugkeer van emotie, welke dan ook. De herontdekking van nabijheid.
Met het verstrijken van de tijd werd ook het gat dat de ECT in het geheugen had geslagen duidelijk. Met soms hilarische gevolgen: zoals bij het langsrijden van het huis van een oude vriendin, die we ‘ratje’ noemden, omdat ze het spichtige in haar uiterlijk en het bewegen van dit diertje had.
“Goh, heb jij de laatste tijd nog wel eens iets van ratje vernomen?”
Stilte.
“Ratje is dood.”
“Echt waar?? Wanneer dan??”
“Al een paar jaren geleden. Zelfmoord”.
Hoe ik mijn geheugen ook pijnigde, ik wist het echt niet meer.
Een liedje van Whitney Houston op de radio:
“Daar hoor je de laatste tijd ook niets nieuws meer van.”
Vrouwlief kijkt opzij. Neem ik haar nu in de maling?
“Dat kan ook niet. Ook dood. In bad, met een overdosis van drugs en alcohol.”
Nee, daar zit dan inderdaad weinig muziek meer in.
De huisarts die ik later sprak:
“Ik hoorde dat je meerdere keren langs bent geweest om te kijken hoe het met me was. Daar wou ik je nog voor bedanken. Jammer dat ik er steeds niet was.”
“Oh, maar je was er wel hoor, we hebben elkaar verschillende keren gesproken.”
Echt waar? Ik wist er niets meer van. Het zwarte gat in het geheugen, erin gebrand door de ECT. Gelukkig brandde ook vrouwe Melancholica er haar vingers aan.
Andere medicatie: lithium en nortriptyline. Meer van hetzelfde. Vrouwe Melancholica vermaakte zich kostelijk, en trok de strop weer aan. Andere medicatie; andere bijwerkingen, andere ellende. Het middel kan niet erger zijn dan de kwaal, en dus mogen de bijwerkingen groots en meeslepend zijn. Omdat het alternatief erger is.
Antidepressiva zijn geen antidepressiva, net zomin als antipsychotica antipsychotica zijn. Ze zijn een bot en primitief filter, met als gevolg afstomping en afvlakking. Met als gevolg een permanent verblijf in de schemerzone tussen het normale en de melancholie. Ik vermoed dat daarom vele psychiatrische patiënten tegen beter weten de medicatie afbouwen en stoppen, simpelweg omdat de medicatie niet alleen vrouwe Melancholica op afstand houdt, maar ook het normale gevoelsleven. Met daarnaast het eeuwige knagende gevoel niet te kunnen voldoen aan de standaard: leven zonder medicatie.
En dan de psychotherapie en de zelfhulpboeken. Wat ik niet gelezen heb aan boeken en artikelen over persoonlijkheid, psychoanalyse, cognitieve- en gedragstherapie, en de nieuwste mode, mindfulness. Vrouwe Melancholica barst in schaterlachen uit. En ik lach als een boer met kiespijn met haar mee.
BigPsycho, het kwadraat van de List & Bedrog van BigPharma. Wie iets van vrouwe Melancholia wil begrijpen moet haar persoonlijk kennen. Wie haar niet kent, kan maar beter zwijgen.
En dan de spijt over de vele jaren die verloren gingen aan het gevecht tegen vrouwe Melancholica, en de tijd dat ik me in haar greep bevond. De angst voor haar die me weerhield om de dingen te doen die ik had willen doen. Of die dingen die ik door vrouwe Melancholica niet heb kunnen doen.
Ik klaag niet. Ik hoef geen medelijden. Zoals mijn vader zei: “Sommigen worden door het leven gedragen, anderen worden er doorheen gesleept.” Gedragen werd ik niet, bij tijd en wijle werd ik er aan mijn haren doorheen gesleept. Het is niet anders. Ik heb een dak boven mijn hoofd, lijdt geen honger of dorst, en mijn kinderen zijn gezond. Hoe anders is dat als ik om me heen kijk, dichtbij of veraf.
Voorlopig staat vrouwe Melancholica nog buiten. Ik heb de deur ditmaal dicht weten te houden, al was het op het nippertje.
Zolang de Dood mijn kinderen met rust laat, accepteer ik op gezette tijden het gezelschap van vrouw Melancholica. Het wachten is op haar volgende bezoek.
Ik heb ook geen andere keus.