Het Filosofisch Elftal uit de Academische Varkensstal

Ik lees al zeker sinds een jaar geen kranten meer. Dat advies kreeg ik van Nassim Nicholas Taleb die er in zijn boek ‘Antifragility’ op wijst dat kranten niet als doel hebben om ons objectief te informeren, maar om ons brein te vergiftigen met journalistieke junkfood om zoveel mogelijk geld te verdienen en zo hoog mogelijke lezersaantallen te halen. Gezien de kwalijke rol die de grote dagbladen gespeeld hebben, en nog steeds spelen, bij het ontstaan en in stand houden van de collectieve coronapsychose, heb ik zijn advies ter harte genomen. 2020 is wat mij betreft het definitieve failliet van de reguliere media. Veel te veel ruis en veel te weinig signaal. Veel geschreeuw, heel erg weinig wol.

Echter, af en toe krijg ik van mensen een artikel toegestuurd om me duidelijk te maken wat er zoal aan geïllustreerd en bedrukt toiletpapier verspreid wordt onder de bevolking. Ditmaal was het een artikel uit Trouw van 4 maart 2021, geschreven door Alexandra van Ditmars, die Bas Haring en Paul van Tongeren interviewt. Bas Haring is filosoof en bijzonder hoogleraar ‘publiek begrip van de wetenschap’ aan de Universiteit Leiden. Paul van Tongeren is emeritus-hoogleraar ethiek aan de Universiteit van Nijmegen en Leuven. Zij vinden het vaccinatiebewijs een uitstekend idee, en naar hun mening is het helemaal geen moreel dilemma.

Helaas hebben we in Nederland veel meer van dit type ‘intellectuelen’. Ik schreef er al eens over in de blog ‘Academische Kakkerlakken’. Ik noem er een aantal die dezelfde mening zijn toegedaan als dit illustere duo: Roland Pierik, rechtsfilosoof aan de Universiteit van Amsterdam; Marcel Verweij, filosoof aan de Universiteit van Wageningen; Gert van Dijk, ethicus aan de Erasmus Universiteit; Brigitte Toebes, hoogleraar ‘gezondheidsrecht in internationaal perspectief’ aan de Universiteit van Groningen en Martin Buijsen, hoogleraar recht & gezondheidszorg, wederom aan de Erasmus Universiteit. En daar is recent nog een intellectuele kletskundige bijgekomen, de filosoof Menno ter Bree, die zich er eveneens niet voor schaamt om de grootst mogelijke onzin de wereld in te slingeren, omdat hij niets van de materie weet.

Ik vraag me wel eens af hoe deze mensen als docent op een universiteit terechtkomen. Snuffelt de rector van de desbetreffende universiteit op zijn vrije zaterdag in de plaatselijke universitaire onderwijsbouwmarkt in de bak met aanbiedingen en koopjes, bestaande uit overjarige en overbodige academische praatjesmakers? Snuffelt hij op zaterdagmiddag in een tweedehands boekwinkel in de speciale sectie ‘Algemene Pseudologie & Toegepaste Kletskunde’? Of vindt hij ze in een duister en stoffig hoekje van de universitaire kringloopwinkel waar, zoals in iedere andere kringloopwinkel, heel veel boeken staan die niemand ooit gelezen heeft, en niemand ooit zál lezen. Wellicht in de speciale hoek ‘Pretentieuze Meninkjes, Brallerige Overtuiginkjes en Van de Werkelijkheid Losgezongen Gedachtegangetjes’?

Er was ooit een tijd dat filosofen zich grondig verdiepten in de materie waarover zij hun gedachten lieten gaan. Maar die tijd ligt ver achter ons. Bas Haring bestaat het om het volgende te zeggen: “Mensen die niet gevaccineerd zijn kunnen een gevaarlijk virus verspreiden, dus ontnemen we ze bepaalde vrijheden tot dat ze dat wél zijn.” Dat het om een virus gaat met een Infection Fatality Rate die in het meest ongunstige geval niet meer dan twee keer zo hoog is als voor influenza in een hevig griepseizoen, is volledig aan deze Haring voorbijgegaan. Dat het virus slechts voor een zeer kleine minderheid van de bevolking een risico vormt, en dat deze groep zich gemakkelijk laat identificeren blijkbaar ook. Dat het inmiddels bijzonder aannemelijk is dat vaccinatie verdere verspreiding van het virus niet stopt, zoals inmiddels meerdere wetenschappelijke studies laten zien, heeft de stoffige bovenkamer van deze al te zoute Haring blijkbaar ook niet bereikt.

Paul van Tongeren doet het vertrouwen in onze filosofische intelligentsia nog verder dalen: ‘Bovendien benadrukt Kaag de combinatie met gratis sneltesten: opa die net gevaccineerd is, kan dan uit eten met zijn kleinkind dat net negatief getest is.’ Dat opa niets van zijn kleinkind te vrezen heeft als het vaccin hem adequaat beschermt, dat realiseert deze Van Tongeren zich niet. Dat de gebruikte antigeen-sneltesten helemaal niet geschikt zijn om een infectie uit te sluiten, enkel om deze vast te stellen, ook dat detail is aan deze academische losse flodder voorbijgegaan. En als het vaccin werkt zoals het nu blijkt te werken, kan de gevaccineerde kleinzoon zijn gevaccineerde opa nog steeds besmetten, en mag opa hopen dat het vaccin hem beschermt tegen ernstige ziekte of overlijden. En als opa de pech heeft om te behoren tot de pakweg 33% van de ouderen die geen goede immuunrespons op het vaccin ontwikkeld heeft, en dus wellicht niet zo goed beschermd is als deze Van Tongeren klakkeloos aanneemt, het is allemaal niet besteed aan deze bij gebrek aan intellectueel gewicht opgedwarrelde filosofische zeveraar. Dan zou het eten opa wel eens zwaar kunnen vallen. Temeer als opa wellicht niet meer zo heel goed ter been is, hier en daar een rammelend orgaantje heeft, en wellicht sterft door de toch niet geringe bijwerkingen van de vaccins. Evenmin als het aan deze pseudo-intellectuele echoput besteed is dat er een kleine kans is dat de kleinzoon komt te overlijden aan een zeldzame doch ernstige bijwerking van een experimenteel vaccin, terwijl de kans dat hij ernstig ziek zou worden of komen te overlijden aan de infectie met het virus zelf nagenoeg nul is. Hoe groot de kans is dat de kleinzoon hieraan komt te overlijden? Dat weten we niet, want die studiegegevens hebben we niet. In beide gevallen zullen opa en kleinzoon in ieder geval niet uit eten kunnen, zoveel is zeker.

Dan maakt Haring nog een paar misslagen: “Wie niet vaccineert, is in het nadeel. Mij lijkt dat geen probleem. De wetenschap heeft bewezen dat het veilig is.” Er passen blijkbaar veel onnadenkende haringen in een lege intellectuele ton. Of is dit een domme haring uit een verder lege academische ton? Dat we met zijn allen deelnemen aan een massale fase-III-studie naar de effectiviteit en veiligheid van een nieuwe techniek, die voor het eerst toegepast wordt als vaccin, en waarvan slechts de eerste interim-resultaten na nog maar enkele maanden zijn gepubliceerd, en nog in de verste verte niet bekend is wat de werkzaamheid en veiligheid op de langere termijn zijn, het is allemaal blijkbaar niet doorgedrongen tot de academische bastions van deze zeemlapfilosofen.  En volgens van Tongeren is er zoveel ongelijkheid in de maatschappij, daar kan ongelijkheid op basis van de vaccinatiestatus ook nog wel bij. Filosoof noemt zich dat! Eerder een silofoof, zou mijn oude vader zeggen. Om daarmee aan te geven dat iemands mening van nul en generlei waarde was.

Voor het overgrote deel van de populatie geldt dat het immuunsysteem prima in staat is het virus te klaren, en het doormaken van de infectie geeft zeer waarschijnlijk een bredere en krachtigere immuniteit dan de vaccinatie. De kans dat deze mensen daarna het virus nog door kunnen geven is waarschijnlijk ook kleiner, simpelweg omdat het doormaken van de infectie wél tot virale steriliteit leidt. Deze informatie kan ook niet wortelen op de stoffige en rotsachtige woestijnbodem in de bovenkamer van deze twee pseudologen. Dat het helemaal niet kosteneffectief is om een hele bevolking te vaccineren, en dat men zich veel beter kan beperken tot het vaccineren van de risicogroepen, het is allemaal niet aan deze kletskundigen besteed. En dat het wellicht helemaal niet ethisch is om jongeren met een minimaal risico op ernstige ziekte of overlijden bloot te stellen aan een experimenteel vaccin, waarvan we bij lange na niet weten wat de risico’s op de langere termijn zijn, blijkbaar ook niet.

Ik wil bij deze een tweetal alinea’s citeren uit het boek van David Graeber, ‘Bullshit Jobs’:

‘That there’s a real problem here can be demonstrated by a simple thought experiment proposed in the original 2013 piece: imagine if a certain class of people were to simply vanish. Let me expand on this for a moment. If we all woke up one morning and discovered that not only nurses, garbage collectors, and mechanics, but for that matter, bus drivers, grocery store workers, firefighters, or short-order chefs had been whisked away into another dimension, the results would be equally catastrophic. If elementary school teachers were to vanish, most schoolchildren would likely celebrate for a day or two, but the long-term effects would be if anything even more devastating. And while we can no doubt argue about the relative merits of death metal versus klezmer music, or romance novels versus science fiction, there’s no doubt that even if the sudden disappearance of certain categories of authors, artists, or musicians left certain sectors of the population indifferent or even happy, for others the world would become a far more dismal and depressing place.’

‘The same cannot be said of hedge fund managers, political consultants, marketing gurus, lobbyists, corporate lawyers, or people whose job it is to apologize for the fact that the carpenter didn’t come. As Finn said of his software licensing firm: ‘If I showed up on Monday and the building had disappeared, not only would society not care, but I also wouldn’t, either.’ And there are certainly office buildings in the world—I’m sure anyone reading this book can think, just off the top of her head, of several—that, were they to simply vanish, would leave the world much better off.’

‘Yet in many of these are precisely the people who get paid the very highest salaries.’

)Dat dit echt een probleem is, kan worden aangetoond aan de hand van een eenvoudig gedachte-experiment dat in het oorspronkelijke stuk uit 2013 werd voorgesteld: stel je voor dat een bepaalde klasse van mensen gewoon zou verdwijnen. Laat me dit even verduidelijken. Als we allemaal op een ochtend wakker zouden worden en zouden ontdekken dat niet alleen verpleegkundigen, vuilnismannen en monteurs, maar ook buschauffeurs, medewerkers van kruidenierswinkels, brandweerlieden of chef-koks in een andere dimensie zouden zijn verdwenen, zouden de gevolgen in gelijke mate rampzalig zijn. Als leerkrachten uit het basisonderwijs zouden verdwijnen, zouden de meeste schoolkinderen waarschijnlijk een dag of twee feestvieren, maar de gevolgen op lange termijn zouden zo mogelijk nog verwoestender zijn. En hoewel we ongetwijfeld kunnen twisten over de betrekkelijke waarde van Death Metal in vergelijking met klassieke muziek, of romans tegenover science fiction, lijdt het geen twijfel dat het plotseling verdwijnen van bepaalde categorieën auteurs, kunstenaars of musici bepaalde delen van de bevolking weliswaar koud zou laten of zelfs gelukkig zou maken, maar dat de wereld voor anderen een veel troostelozer en deprimerender plaats zou worden.’

Hetzelfde kan niet gezegd worden van hedge fund managers, politieke consultants, marketinggoeroes, lobbyisten, bedrijfsadvocaten, of mensen wier taak het is zich te verontschuldigen voor het feit dat de timmerman niet is gekomen. Zoals Finn over zijn softwarelicentie-bedrijf zei: ‘Als ik op maandag zou komen opdagen en het gebouw was verdwenen, zou het niet alleen de maatschappij niets uitmaken, maar mij ook niet.’ En er zijn zeker kantoorgebouwen in de wereld – ik weet zeker dat iedereen die dit boek leest er zo een paar kan bedenken – waarbij de wereld veel beter af zou zijn als ze gewoon zouden verdwijnen..

Toch bevinden zich in veel van deze gebouwen juist de mensen met de allerhoogste salarissen.)

Het gelijk dat uit deze twee alinea’s spreekt, is in het laatste jaar pijnlijk duidelijk geworden. Want dit geldt ook voor hoogleraren ‘publiek begrip van de wetenschap’, zoals Bas Haring, en emeritus hoogleraren ethiek zoals Paul van Tongeren. Het zijn mensen die, als een slecht afgestemde radio, hinderlijke onethische en immorele ruis produceren. Als deze mensen morgen van de aardbodem verdwijnen is er, behalve wellicht hun familie en vrienden, niemand die ze mist. En belangrijker, de wereld zou een betere plaats zijn zonder deze rochelende intellectuele snotsnuivers.

Wordt het niet eens de hoogste tijd om ons af te vragen wat de maatschappelijke waarde is van de al maar uitdijende groep overbodige en nutteloze, ins blaue hinein kwakende en zelfgenoegzaam knorrende academici? Zoals dit ‘filosofisch elftal’ uit de lawaaierige academische varkensstal, die ons als maatschappij heel veel geld kosten, terwijl ze maatschappelijke geen enkele toegevoegde waarde hebben, en zich niets aan de grondrechten van hun medemens gelegen laten liggen?

Een bijzonder gevaarlijke groep die, als we hen hun gang laten gaan, ons in een nieuwe maatschappij van ‘medische apartheid’ op willen laten sluiten, als ze dat zo uitkomt?

Wordt het niet de hoogste tijd om deze muffe, schimmelende en stinkende varkensstal eens grondig uit te mesten?