Het is 17 januari 2022. Nadat ik enkele weken heel veel gelezen en geschreven heb, volgt de onvermijdelijke kater. Ik moet mezelf bij elkaar rapen, de vele teleurstellingen verwerken – onder andere ook over de rechterlijke macht – en even heel wat anders gaan doen. Er zijn nog stapels boeken die ik wil lezen, er staat nog een auto te wachten op onderhoud en er is nog genoeg werk in de tuin dat gedaan moet worden. Maar het is slecht weer, de auto grijnst me met een scheve glimlach aan, comfortabel leunend op de krik, en van lezen komt het niet. Mijn hersenen willen niet meer. En dus ruim ik wat op in huis, kijk een beetje televisie – vooral geen talkshows! – en orden mijn bureaublad. En mijn gedachten. Want vooral in mijn brein heerst chaos.