De deugdictatuur

 

Ik had nog nooit van David Icke gehoord en ik heb geen enkel boek van hem gelezen. Maar blijkbaar is hij gevaarlijk. Volgens ons kabinet dan. Waarom weet ik niet. Maar blijkbaar is hij zo gevaarlijk dat hij niet naar Nederland mag komen. De Volkskrant weet te melden dat hij gelooft dat een elite van reptielen de wereld bestuurt en dat hij antisemitische uitlatingen heeft gedaan. Of hij dat van die reptielen nu letterlijk of overdrachtelijk bedoelt weet ik ook niet, maar zelfs als hij het letterlijk bedoelt, lijkt het mij een vrij ongevaarlijk standpunt. Bovendien heb ik zo mijn twijfels over de betrouwbaarheid van de berichtgeving van de Volkskrant, iets waarvan ik mij vaag kan herinneren, dat ik me daarover wel eens in voorzichtige bewoordingen heb uitgelaten.[1]

Lees verder “De deugdictatuur”

Vaccinatie: altijd goed?

To know what you know and what you do not know, that is true knowledge.

Confucius

 

Ik kan me eigenlijk niet herinneren dat ik in mijn basisopleiding geneeskunde ooit specifiek een college heb gehad over de voor- en nadelen van vaccinatie. Toegegeven, ik liet de hoorcolleges, op enkele uitzonderingen na, voor wat ze waren, omdat ik me de leerstof veel sneller eigen kon maken door zelf de handboeken en relevante literatuur te lezen. Maar toch kan ik me niet herinneren dat we specifiek onderwijs kregen over vaccinatie. Het enige dat ik me nog wel goed voor de geest kan halen, is het hoofdstuk over vaccinaties in het handboek ‘Immunobiology’ van Janeway and Travers,[1] maar ik waag te betwijfelen of dit verplichte leerstof was. Waarschijnlijk is het daarom dat artsen in de naïeve veronderstelling leven dat vaccinaties alleen positieve effecten hebben, en vrijwel volledig gevrijwaard zijn van welke negatieve effecten dan ook. En ik was daarop tot 2020 geen uitzondering, ondanks dat ik zelf een patiënt had zien overlijden aan een diepe en onbehandelbare trombocytopenie, een ernstig tekort aan bloedplaatjes, ontstaan enkele dagen na een vaccinatie tegen Japanse encefalitis. De man verbloedde aan interne bloedingen, waaronder ook een grote hersenbloeding, die hem uiteindelijk fataal werd.

Lees verder “Vaccinatie: altijd goed?”

Tussen spijt en angst

 

Het gesprek met Don Juan

Tegen de tijd dat we Los Vidrios verlieten was het zo donker dat het grillige silhouet van de bergen in de duisternis van de hemel tevoorschijn was gekomen. We reden meer dan een uur in stilte. Ik was moe, erg moe. Het was alsof ik niet wilde praten, omdat er niets was om over te praten. Het verkeer was rustig. Weinig auto’s passeerden uit de tegenovergestelde richting. Het leek alsof wij de enige mensen waren die naar het zuiden reden op de snelweg. Ik vond dat vreemd en bleef in de achteruitkijkspiegel kijken of er andere auto’s achter ons reden, maar die waren er niet.

Na een tijdje stopte ik met zoeken naar auto’s en begon na te denken over het vooruitzicht van onze reis. Toen merkte ik dat mijn koplampen extreem fel leken in contrast met de duisternis rondom. Ik keek opnieuw in de achteruitkijkspiegel. Ik zag eerst een felle schittering en daarna twee lichtpuntjes die uit de grond leken te komen. Het waren de koplampen van een auto op een heuveltop in de verte achter ons. Ze bleven een tijdje zichtbaar, toen verdwenen ze in de duisternis, alsof ze waren verzwolgen door de heuvels; na enige tijd verschenen ze op een andere heuveltop, en toen verdwenen ze weer. Ik volgde hun verschijnen en verdwijnen lange tijd in de spiegel. Op een gegeven moment drong het tot me door dat de auto op ons inliep. Hij kwam langzaam dichterbij. De lichten werden groter en feller. Ik trapte bewust op het gaspedaal, omdat mij een gevoel van onbehagen besloop. Don Juan leek mijn bezorgdheid op te merken, of misschien merkte hij alleen dat ik sneller reed. Hij keek eerst naar mij, toen draaide hij zich om en keek naar de koplampen in de verte. 

Hij vroeg me of er iets mis was met me. Ik vertelde hem dat ik al uren geen auto’s achter ons had gezien en dat ik plotseling de lichten had opgemerkt van een auto die op ons in leek te lopen. 

Hij grinnikte en vroeg me of ik echt dacht dat het een auto was. Ik zei hem dat het wel een auto moest zijn. Don Juan zei dat mijn bezorgdheid hem duidelijk maakte, dat ik op de een of andere manier het gevoel moest hebben gehad dat wat er achter ons reed iets anders was dan een gewone auto. Ik hield vol dat ik dacht dat het gewoon een andere auto op de snelweg was, of misschien een vrachtwagen.

“Wat kan het anders zijn?” zei ik luid.

Don Juan’s opmerking had me op scherp gezet.

Hij draaide zich om en keek me recht aan, toen knikte hij langzaam, alsof hij de woorden goed wilde wegen die hij ging zeggen.

“Dat zijn de lichten op het hoofd van de dood,” zei hij zacht. “De dood zet ze op als een hoed en schiet dan in galop weg. Dat zijn de lichten van de dood in galop, die steeds dichterbij  ons komen.” 

Een rilling liep over mijn rug. Na een tijdje keek ik weer in de achteruitkijkspiegel, maar de lichten waren er niet meer.

Ik zei tegen Don Juan dat de auto gestopt moest zijn of een afslag hebben genomen. Hij keek niet om; hij strekte alleen zijn armen en gaapte.

“Nee,” zei hij. “De dood stopt nooit. Soms doet hij zijn lichten uit, dat is alles.”[1]

Lees verder “Tussen spijt en angst”

RettekeJet

 

“The real danger is not that computers will begin to think like men, but that men will begin to think like computers.”

Sydney J. Harris.

 

De eerste keer dat ik het fenomeen Rob Jetten mocht aanschouwen was het moment dat Alexander Pechtold uit zijn neukbunker was gerold om hem aan te kondigen als nieuwe fractieleider van D66. Ik was met stomheid geslagen. Waar had D66 dit zeldzame exemplaar op de kop getikt? Of misschien beter gezegd: in het kader van de nieuwe bestuurscultuur, waar had D66 deze politicus nieuwe stijl laten maken? De voorkant wekte mijn nieuwsgierigheid, maar ik was nog veel nieuwsgieriger naar de achterkant. Ik moest echter lang wachten voordat ik die in beeld kreeg. En wederom was ik stomverbaasd. Nee, er zat geen schuifknopje om hem aan en uit te doen, geen klein schroefje dat het batterijklepje vastzet, en zelfs geen USB-C aansluiting om hem op te laden. Zelfs de antenne voor de radiografische besturing kon ik niet ontwaren. En op zijn achterhoofd ook geen klein zonnepaneeltje om RettekeJet gaande te houden.

Niets van dat al.

Lees verder “RettekeJet”

De kakelende vleugelmoer

 

Wat moet je schrijven over mensen waar geen zinnig woord uitkomt? Wat moet je zeggen over mensen die helemaal niets te zeggen hebben. Wat valt er te vertellen over mensen die voldoen aan het profiel inhoudsloos, kleurloos, smakeloos en hopeloos?

De evolutie gedijt bij het variëren op een thema. De meeste varianten blijken niet goed te functioneren en verdwijnen al snel van het toneel. De evolutie kiest geen richting, maar is simpelweg het blijven bestaan van organismen die het best aangepast zijn aan een veranderende omgeving. Het moet de verklaring zijn voor het ontstaan van een variant bij mensen bij wie de oren te groot zijn geworden, maar de bedrading ervan is aangesloten op een eveneens veel te grote muil. De oren doen te weinig, de grote muil helaas veel te veel. Ik heb het over Jan Paternotte, het politieke snot in de Haagse sputumemmer.

Lees verder “De kakelende vleugelmoer”