Ik zal er niet omheen draaien: ik heb een gruwelijke, nauwelijks te kwantificeren hekel aan Sigrid Kaag. Ik heb werkelijk een pleurispestpokke hekel aan dit mens. En nee, dat is niet omdat de stukadoor en de schilder elke dag trouw klaarstaan om de barsten en de scheuren in de D66-beerput, en in het gezicht van Kaag, glad te strijken. En nee, het heeft niets met haar uiterlijk te maken. Het is iets anders: Kaag is het symbool van de morele degeneratie van de politiek in het algemeen, en D66 in het bijzonder.