Hoofdstuk 11 – De Huanan Wholesale Seafood Market

 

Zoals uit voorgaande hoofdstukken duidelijk is geworden, vindt er in de loop van 2021 een kentering plaats wat betreft de dominante hypothese over de herkomst van SARS-CoV-2. In 2020 is het nauwelijks mogelijk om de hypothese van een labontsnapping ter sprake te brengen zonder het doelwit te worden van hoon en spot. Dat verandert in de loop van 2021, en ironisch genoeg krijgt de labontsnappingstheorie mede de wind in de zeilen door missie van het WHO-team naar Wuhan, terwijl het beoogde effect van dit team juist was om de zoönose-theorie centraal te stellen. Verder werd dit effect nog verder versterkt door de longread van Nicholas Wade. Toch wordt ook in 2022 zowel in wetenschappelijke kringen als in de mainstreammedia de zoönose-theorie nog steeds als meest waarschijnlijke scenario beschouwd, al moeten de aanhangers van deze theorie erkennen dat een ontsnapping uit het lab in Wuhan niet uitgesloten kan worden.

Zeer waarschijnlijk zien de vier auteurs van het Proximal Origin-artikel, Kristian Andersen, Eddie Holmes, Bob Garry en Andrew Rambaut dit alles met lede ogen aan. Zij zijn er met het Proximal Origin-artikel niet in geslaagd om de hypothese van een labontsnapping definitief van het podium te laten verdwijnen. En dus openen ze een nieuw offensief in de vorm van een viertal wetenschappelijke artikelen die alsnog moeten bewijzen dat SARS-CoV-2 een zoönose is. Het kleine gezelschap wordt daarbij aangevuld met een aantal andere wetenschappers, die bij elk van deze vier studies terugkomen als medeauteur. De belangrijkste en meest vocale daarvan zal ik hier de revue laten passeren.

De eerste wetenschapper is de Amerikaan Alex Crits-Christoph. Op zijn website staat te lezen dat hij biofysica studeerde en vervolgens promoveerde in de microbiologie. Hij benoemt zichzelf als zijnde een ‘computional biologist’, zoals al eerder gezegd, een term die zich nog het best laat vertalen als bio-informaticus.[1] De tweede hoofdpersoon is de viroloog Angela Rasmussen, werkzaam bij de Vaccine and Infectious Disease Research Organization – International Vaccine Centre. Sinds 2022 is ze ook verbonden aan het Department of Ecology and Evolution van de Stony Brook University.[2] Rasmussen is een buitengewoon fanatieke, zo niet agressieve verdediger van de zoönose-theorie. Op social media maakt ze mensen die daaraan durven te twijfelen regelmatig uit voor antivaxer, misogynist, niksnut, complotdenker en leugenaar. Wetenschappers die de zoönosetheorie aanhangen, prijst ze daarentegen de hemel in.

De derde naam is die van Joel O. Wertheim: een evolutiebioloog, die verbonden is aan het Department of Medicine van de University of California.[3] Zijn specialiteit is de moleculaire epidemiologie van virussen. De vierde persoon is Stuart Neil, hoogleraar virologie aan het King’s College London. Zijn expertise betreft voornamelijk HIV en Ebola.[4] De vijfde en laatste belangrijke figuur is Michael Worobey, evolutiebioloog en hoogleraar aan het Department of Ecology and Evolutionary Biology van de University of Arizona.[5] Al met al een groep wetenschappers met twee grote namen uit de virologische gemeenschap, Neil en Worobey. Maar de vraag is in hoeverre dit terugkomt in de wetenschappelijk kwaliteit van de vier studies die volgen.

Het eerste artikel waar de kern van de vier auteurs van het Proximal Origin-artikel en deze vijf wetenschappers aan meewerken, wordt online gepubliceerd op 19 augustus 2021, en heeft als titel: ‘The Origins of SARS-CoV-2: A critical review’.[6] De eerste auteur is Eddie Holmes, en de laatste drie auteurs zijn Andersen, Garry en Rambaut. Opvallend detail: Jeremy Farrar is een van de andere auteurs. Blijkbaar heeft hij op dat moment zijn neutrale positie definitief opgegeven ten gunste van de zoönose-theorie.

Uit de Slackcommunicatie weten we al dat Holmes anderhalf jaar eerder helemaal niet meer bereid was om nog na te denken over de mogelijkheid van een labontsnapping, en ook de andere drie hadden geen behoefte meer om dit scenario nog serieus te overwegen. Die benadering wordt in het artikel meer dan duidelijk gereflecteerd. Want anders dan de titel doet vermoeden, is het geen kritische review waarin de argumenten voor en tegen de zoönose-theorie worden besproken, maar niet meer dan een opinieartikel, waarin alleen de argumenten worden opgesomd die voor de zoönosetheorie pleiten. In het overzicht passeren dan ook dezelfde aannames en stellingen de revue die ook al in het Proximal Origin-artikel aan de orde kwamen, en die ik daarom niet opnieuw zal bespreken. Holmes voert echter ook een aantal nieuwe argumenten aan, waarvan er meerdere aantoonbaar onjuist zijn. Hij poneert daarnaast een aantal stellingen die gemakkelijk te ontkrachten zijn, citeert selectief uit de beschikbare wetenschappelijke literatuur en doet meerdere misleidende uitspraken. Men kan zich dan ook in alle ernst afvragen hoe het mogelijk is dat een prestigieus wetenschappelijk tijdschrift als Cell dit opiniestuk publiceert als zijnde een ‘kritische review’. Het laat zich moeilijk anders verklaren dan dat de peer-review opnieuw jammerlijk faalde, of, en daar moet terdege rekening mee worden gehouden, de peer-reviewers zich goed konden vinden in de boodschap die Holmes en de zijnen aan de man wilden brengen, en het daarom niet zo nauw namen met het wetenschappelijk gehalte ervan. Het stuk krijgt niet heel veel aandacht in de mainstream media, maar is toch de moeite waard om te bespreken, omdat de inhoud en de toon wordt gezet voor de drie artikelen die nog gaan volgen en wel veel media-aandacht zullen trekken.

Holmes begint zijn artikel met de stelling dat de uitbraak van SARS-CoV-2 veel overeenkomsten heeft met die van SARS-CoV eind 2002 en een jaar later in 2003. De grote verschillen tussen de twee uitbraken laat hij echter volledig buiten beschouwing, zoals Alina Chan opmerkt in haar kritische beschouwing van het artikel.[7] Zo werd ten tijde van de eerste uitbraak van SARS-CoV al snel de relatie gelegd met mensen die dieren verzorgden, doodden of slachtten, waaronder meerdere chef-koks. Bovendien had een aantal handelaren in wilde dieren antistoffen tegen SARS-CoV, en was dit verreweg het meest het geval bij handelaren die civetkatten verhandelden.[8] De tweede uitbraak van SARS eind 2003 kon binnen zeer korte tijd herleid worden naar een restaurant waar civetkat geserveerd werd. De eerste patiënt was een twintig-jaar-oude serveerster. De tweede patiënt was een veertigjarige arts die in hetzelfde restaurant gegeten had. De levende dieren zaten in kooien die dicht bij de hoofdingang stonden, op ongeveer twee meter afstand van de eerste rij eettafels. Bij het testen van de zes aanwezige civetkatten in het restaurant bleken ze allemaal positief te zijn voor SARS-CoV.[9] Een heel belangrijk onderscheid is dat SARS-CoV op verschillende momenten in de tijd en op meerdere plekken onafhankelijk van elkaar van dier op mens oversprong, in totaal minstens negen keer.[10] [11] Dat is ook wat men zou verwachten als een tussengastheer op meerdere plekken verhandeld en gegeten wordt. Dit contrasteert dan ook sterk met de uitbraak van SARS-CoV-2, dat slechts op één bepaald moment, en op één plaats van dier op mens overgesprongen zou zijn. Vervolgens werden na minder dan twee jaar na de eerste uitbraak van SARS-CoV, de eerste SARS-achtige coronavirussen bij vleermuizen aangetroffen.[12] En dus was in het geval van SARS binnen twee jaar de veronderstelde gastheer en tussengastheer bekend, evenals de transmissieroute van tussengastheer naar de mens. En dat achttien jaar eerder dan de uitbraak van SARS-CoV-2, toen het nog ongeveer vier maanden duurde om het genoom van SARS-CoV te sequencen, in plaats van enkele dagen, zoals voor SARS-CoV-2. Bovendien vond de uitbraak plaats in Zuid-China en niet in Wuhan, daar waar veel handelaren in levend wild positief bleken te testen op antistoffen tegen SARS-CoV, als bewijs dat ze regelmatig aan dit virus blootgesteld waren. Hoe anders is dit bij SARS-CoV-2, waarbij de gastheer 1500 kilometer verderop haar habitat heeft, de tussengastheer nog steeds niet gevonden is, en er geen dieren of wildhandelaren aangetroffen werden die positief testten op het virus zelf of op antistoffen tegen het virus. Niet één, weet u nog? Het zijn allemaal feiten die Holmes simpelweg negeert, omdat ze niet van pas komen in zijn verhaal: hij beperkt zich tot de spaarzame overeenkomsten, en laat de grote verschillen voor wat ze zijn.

De furine-klievingsplaats komt vanzelfsprekend ook weer aan de orde. Dit aspect van SARS-CoV-2 is al meerdere keren uitputtend besproken, maar desondanks weet Holmes naar aanleiding van dit bijzondere kenmerk een nieuw argument tegen de lab-ontsnappingstheorie te bedenken. Want, zo zegt Holmes, SARS-CoV-2 kan niet het resultaat zijn van een seriële passage-experiment, want als daarbij gebruik gemaakt zou zijn van Vero E6-cellen, een veel gebruikte cellijn, verliest SARS-CoV-2 zijn FKP. Dat klopt ook. Maar wat Holmes achterwege laat te vertellen, is dat het WIV over veel meer cellijnen beschikt, en het niet zo is dat voor een seriële passage-experiment met SARS-CoV-2 of een hieraan nauw verwant virus, de Vero E6-cellijn als enige zou worden gebruikt. Dat is zelfs zeer onwaarschijnlijk. Zo werd bij de isolatie van het coronavirus dat verantwoordelijk is voor een dodelijke darminfectie bij varkens, naast de Vero E6-cellijn, gebruik gemaakt van maar liefst elf andere cellijnen, afkomstig van verschillende organen van het varken en de vleermuis R. sinicus.[13] Verder blijkt dat voor het kunnen binnendringen van SARS-CoV-2 in Caco-2-cellen, een cellijn gebaseerd op een menselijk coloncarcinoom, de FKP een essentiële eigenschap is die dan ook niet verloren gaat bij seriële passage-experimenten, en de varianten zonder een functionele FKP zelfs doet verdwijnen.[14] [15] Bovendien beschikt het WIV ook over de cellijn met de naam Calu-3, een epitheliale cellijn afkomstig van menselijke longkankercellen, en gebruikte deze al eerder bij het isoleren van WIV1.[16] Bij het kweken van SARS-CoV-2 op deze cellijn gaat de FKP niet verloren, en is zelfs een noodzakelijke eigenschap om de cellen van deze cellen efficiënt te kunnen infecteren.[17] Om alleen het verlies van de FKP van SARS-CoV-2 in één specifieke cellijn te benoemen als argument tegen de lab-ontsnappingstheorie, maar te verzwijgen dat deze bij het in kweek brengen in verschillende andere cellijnen wel behouden blijft, en zelfs noodzakelijk is in sommige daarvan, kan niet anders opgevat worden dan een bewuste poging tot misleiding.

Een andere stelling van Holmes is dat het sequencen van virussen een weinig risicovolle techniek is omdat virussen voorafgaande aan dit proces geïnactiveerd worden. Hij schrijft verder dat dit werk routinematig uitgevoerd werd in het WIV. Ook deze stellingen zijn juist. Maar weer laat Holmes essentiële informatie weg uit zijn betoog. Want het experimentele werk in het WIV bleef allesbehalve beperkt tot het sequencen van nog onbekende coronavirussen. Integendeel, daarnaast werd er op vele verschillende manieren geëxperimenteerd met coronavirussen, en werd veelvuldig geprobeerd om zowel in de natuur aangetroffen coronavirussen als kunstmatig gecreëerde chimera’s te kweken. En ook onderzoek waarbij gehumaniseerde muizen werden besmet met coronavirussen en chimera’s, ontbrak niet in het programma van het WIV. Dit blijkt onder andere uit een goedgekeurde projectaanvraag uit 2018 ter waarde van 250.000 Yuan, gedaan door de al eerder genoemde Ben Hu, waarbij onderzocht zou gaan worden wat het ziekmakend vermogen is van twee SARS-achtige coronavirussen bij muizen met een menselijke ACE2-receptor. Dit project zou in januari 2019 starten.[18] Niet onbelangrijk, het gaat om twee coronavirussen die we al kennen uit hoofdstuk 4, met de namen Rs4231 en Rs4874. Deze twee coronavirussen werden al in 2017 geïsoleerd.[19] Rs4231 zou een chimera zijn en Rs4874 een natuurlijk virus, maar het laatste bleek aantoonbaar niet het geval te zijn, zoals ik eerder al besproken heb. Men deed dus wel wat meer onderzoek in het WIV dan alleen het sequencen van onbekende coronavirussen, zoals Holmes zijn publiek wil laten geloven.

Maar zelfs daar bleef het niet bij qua wetenschappelijke experimenten in het WIV. Want het staat nagenoeg vast dat in het WIV ook levende vleermuizen werden gehouden, getuige een patent dat in 2018 door het laboratorium aangevraagd  en ook verleend werd voor een ontwerp van speciale grote kooien om vleermuizen in onder te brengen, waarin de dieren zouden kunnen vliegen en klimmen.[20] Verder wordt in de Chinese media verslag gedaan van veldwerk, uitgevoerd door onderzoekers van het WIV, waarbij expliciet melding wordt gemaakt van het vangen en verzorgen van vleermuizen voor onderzoek in het laboratorium in Wuhan.[21] [22] Ook Shi Zheng-Li zelf zou in 2017 tijdens een voordracht verteld hebben dat zij experimenten uitvoerde op levende vleermuizen. Als laatste blijkt uit een document van DRASTIC, geschreven door Billy Bostickson en Yvette Ghanman, dat er beelden zijn van levende vleermuizen in het WIV, en zelfs van een onderzoeker die een vleermuis voedert.[23] Die opnames werden waarschijnlijk gemaakt in het kader van een Chinese documentaire over de bouw van het Wuhan BSL4-laboratorium, en werden getoond tijdens een uitzending van Sky News op 13 juni 2021, door de eveneens al eerder genoemde Sharri Markson.[24]

Een opvallend gegeven, want een half jaar eerder ontkent Peter Daszak op Twitter stellig dat er levende vleermuizen werden gehouden in het WIV. Hij noemt dit een ‘wijdverspreide samenzweringstheorie’.[25] Daarbij is het overigens niet onmogelijk dat Daszak, voor zover hij wist de waarheid sprak, en zijn uitspraak wellicht opnieuw duidelijk maakt dat hij niet tot in detail wist wat er zich allemaal in het WIV afspeelde. Als Daszak zich, waarschijnlijk naar aanleiding van deze beelden, realiseert dat hij het bij het verkeerde eind heeft, zal hij verklaren dat de internationale leden van het team tijdens de WHO-missie niet gevraagd hebben of er levende vleermuizen in het laboratorium aanwezig waren. Daarmee wordt in ieder geval duidelijk dat zij dit ook niet te zien kregen. Pas later, het is dan al eind 2023, zal Daszak verklaren dat hij ten tijde van zijn werk voor de Lancet Commissie van de al eerder genoemde Danielle Anderson hoorde dat men in het WIV inderdaad geprobeerd had om een vleermuizenkolonie op te zetten, maar dat dit niet gelukt was. De reden dat Anderson dit wist, is omdat zij een tijdlang werkte in het Wuhan Institute of Virology. Daszak erkent dan dat hij het bij het verkeerde eind had, en dat ten tijde van zijn uitspraak hier niet van op de hoogte was.[26] Dat mag zo zijn, maar dat hinderde hem in ieder geval niet om een en ander zeer stellig te ontkennen en af te doen als ‘wijdverspreide complottheorie’.

De vraag is ook of Daszak wel volledig op de hoogte kón zijn van wat er aan onderzoek gedaan werd in het WIV. Holmes stelt in de ‘Critical Review’ dat er voor de Chinese wetenschappers geen reden was om onderzoek naar een SARS-CoV-2-achtig virus geheim te houden, maar wij weten al dat over de acht andere SARS-achtige coronavirussen uit de 7896-groep, voorafgaande aan de pandemie ook nooit iets gepubliceerd werd, terwijl dit onderzoek al in 2017 werd uitgevoerd. En we weten ook dat China al in 2015 verklaarde dat ze civiele wetenschappelijk onderzoek volledig wil integreren met militair wetenschappelijk onderzoek. Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat er geheim onderzoek werd gedaan in het WIV.[27] Net zomin als het een verrassing is dat de medewerkers van het WIV trainingen kregen in ‘bewustzijnslessen in vertrouwelijkheid’, en ‘onderwijs over de nationale veiligheidssituatie voor wetenschappelijke onderzoeksinstituten’. Daaronder vielen ook instructies over ‘vertrouwelijkheid’ voor wetenschappers die voor officiële zaken naar het buitenland reisden en voor medewerkers van het laboratorium die buitenlandse gasten ontvingen. Verder bestaat er voor promovendi en studenten een aanvraagprocedure voor afstudeerscripties en proefschriften die ‘vertrouwelijkheid’ of ‘uitgestelde openbaring’ vereisen.[28] En vanzelfsprekend hebben de wetenschappers van het WIV een geheimhoudingsplicht.[29] [30] De conclusie is onontkoombaar dat er zaken waren in het WIV die voor buitenlandse ogen verborgen moesten blijven. Weinig opzienbarend, want het zal niet anders zijn voor medewerkers uit laboratoria in andere landen die onderzoek doen naar gevaarlijke ziekteverwekkers.

In ieder geval wordt uit alles wat ik hierboven heb besproken duidelijk dat Holmes allesbehalve bezig is met het samenvatten van alle beschikbare wetenschappelijke argumenten voor en tegen de zoönosetheorie, maar voor de tweede keer een propagandapamflet schrijft vóór deze hypothese, samen met zijn eerdere medeauteurs, en daarbij alle argumenten die tégen pleiten simpelweg negeert. Met deze ‘kritische review’ wordt dan ook de koers aangehouden die in het Proximal Origin-artikel al werd ingezet.

De markt van Huanan

Wat ik hierboven bespreek, is echter niet het belangrijkste aan het bewuste artikel van Holmes et al. Veel belangrijker is dat in dit artikel de basis gelegd wordt voor de latere drie artikelen, die alsnog zouden moeten bewijzen dat SARS-CoV-2 een zoönose is. In essentie gaat het in deze ‘kritische review’ en de drie erop volgende artikelen om de vraag of SARS-CoV-2 op de markt van Huanan overgesprongen is van dier op mens, of dat de markt slechts heeft gefunctioneerd als superspreading event, en daarmee niet de plek is waar de pandemie is ontstaan, maar er slechts voor heeft gezorgd dat deze in een forse versnelling is geraakt. De groep gevormd rondom de auteurs van het Proximal Origin-artikel gaan daarbij tot het uiterste om de wereld ervan te overtuigen dat SARS-CoV-2 een zoönose is, en bedienen zich daarbij van een aantal twijfelachtige argumenten die voor wetenschappelijk door moeten gaan. Die zullen we later uitgebreid bespreken aan de hand van de drie latere artikelen, maar ik begin met wat er in deze ‘kritische review’ over gezegd wordt.

Holmes en zijn medeauteurs beargumenteren dat de markt van Huanan de plaats moet zijn waar SARS-CoV-2 haar oorsprong heeft aan de hand van een aantal argumenten. Zo stellen ze dat twee van de drie eerste gevallen een directe relatie hadden met de markt, hetgeen uiteindelijk gold voor 55 van de 168 (33%) gevallen met een ziektebegin in december 2019. Voor de onderbouwing hiervan wordt verwezen naar het rapport van de WHO-missie dat in het voorgaande hoofdstuk besproken werd. De onvermijdelijke conclusie is dan ook dat Holmes et al. zich bij hun argumentatie baseren op Chinese data, waarvan hij en zijn collega’s nooit hebben kunnen beoordelen of die consistent en betrouwbaar zijn, net zomin als de internationale leden van het WHO-team dat konden. Iets om goed in het achterhoofd te houden.

Dat 115 van alle vroege gevallen uit december 2019 géén relatie met de markt van Huanan hadden, wijten Holmes en de zijnen aan de deels asymptomatische transmissie van het virus en aan niet-gedocumenteerde (milde) gevallen van Covid-19, onder verwijzing naar hetzelfde artikel over het epidemiologisch onderzoek naar de origine van SARS-CoV als waar ik eerder al naar verwees.[31] Wie dat artikel erop na leest, ziet inderdaad dat de auteurs van deze studie benoemen dat van een groot aantal patiënten in Guangzhou niet achterhaald kon worden waar en wanneer ze geïnfecteerd waren geraakt. Als mogelijke oorzaken noemen zij de mogelijkheid van asymptomatische overdracht van het virus, inadequate tracering van contacten, een matige kwaliteit van de rapportage en een aspecifieke klinische gevalsbeschrijving, waardoor niet duidelijk was wie wel en wie niet als ziektegeval als gevolg van SARS moest worden aangemerkt. Die situatie is inderdaad grotendeels analoog aan de uitbraak in Wuhan. Verder kwam uit dit epidemiologische onderzoek naar voren dat vroege gevallen een hogere kans hadden om in de buurt van een wet-market te wonen, al kon niet goed worden bepaald hoeveel hoger die kans precies was.

Figuur 1 – De locatie van de Huanan Wholesale Seafood Market.

De volgende aanwijzing wordt volgens Holmes gevormd door de constatering dat het woonadres van de meeste vroege gevallen, dus ook van de mensen die geen directe relatie met de markt hadden, clusteren rondom de markt van Huanan. De markt is gelegen ten noorden van de Yangtze, in dezelfde regio als waar er in januari 2020 als eerste oversterfte ten gevolge van longontstekingen ontstond. Bovendien zou er geen geografische link zijn tussen de vroege gevallen en het Wuhan Institute of Virology, dat ten zuiden van de Yangtze ligt. Daarbij is het belangrijk op te merken dat er twee locaties zijn van het Wuhan Institute of Virology. Het BSL2/3-laboratorium staat op het universiteitsterrein van de Universiteit van Wuhan, hierboven aangegeven met de rode pijl. Het nieuwe BSL3/4-laboratorium is een stuk zuidelijker gelegen, op het Zhengdian Gold Industrial Park.[32] Dit is te zien in de figuur hieronder. De laatstgenoemde locatie werd door het WHO-team bezocht, de eerste niet.

De relatie van een significant deel van de vroege gevallen met de markt van Huanan en de clustering van woonadressen rondom de markt van Huanan, vormt de centrale these in het eerste van de drie erop volgende wetenschappelijke artikelen van deze groep fanatieke aanhangers van de zoönosetheorie.[33] Deze studie wordt als pre-print op 26 februari 2022 gepubliceerd, met onder andere Marion Koopmans als medeauteur, en zal ik hierna aanduiden als het artikel Worobey et al.[34] Die datum is niet toevallig, zoals ik hierna uit zal leggen. Een ander argument dat in die studie aan de orde komt, en waarop in de review van Holmes et al. al op voorgesorteerd wordt, is dat de meeste positieve monsters op de markt aangetroffen werden in de zuidwestelijke hoek, daar waar de levende dieren verhandeld werden, waaronder ook ‘hoog-risico dieren’ zoals de civetkat en de wasbeerhond. Ook dit vormt volgens hen een argument dat SARS-CoV-2 op de markt van Huanan van een tussengastheer op de mens overgesprongen moet zijn. Dat laatste dier zal een hoofdrol spelen in een artikel dat de groep rondom Andersen, Garry, Holmes en Rambaut ruim een jaar later, op 20 maart 2023, zal publiceren. Deze studie zal ik hierna aanduiden als het artikel van Crits-Cristoph et al.[35]

Figuur 2 – locatie van de verschillende laboratoria in Wuhan.

Het tweede argument van Holmes en zijn medeauteurs gaat over de genetische evolutie van SARS-CoV-2 vroeg in de pandemie. Dit is voor de leek een lastige discussie om te doorgronden, maar omdat het een essentieel deel van de argumentatie van de schrijvers vormt, is dit reden om hier dieper op in te gaan. De gedachte is dat er vroeg in de pandemie twee varianten ontstaan zijn, die aangeduid worden als stam A en stam B. Deze twee stammen verschillen op twee plaatsen in het genoom, en wel op de posities 8782 en 28144. Stam A heeft op de eerste positie een T en op de tweede een C. Stam B heeft op de eerste positie een C en op de tweede positie een T. Dit wordt dan ook aangeduid als het T/C- (stam A) en het C/T-motief (stam B). Daarbij wordt aangenomen dat stam A waarschijnlijk vroeger is ontstaan dan stam B, omdat RaTG13 en RmYN02 hetzelfde T/C-motief hebben als stam A, en stam A daarmee nauwer verwant is aan beide virussen dan stam B. Overigens gaat het om een zeer klein verschil, want ten opzichte van de oorspronkelijke Wuhan-variant heeft de alfa-variant al 44 mutaties, de deltavariant 50 en omikron-variant 113.[36] Stam A en stam B liggen evolutionair gezien dan ook zeer dicht bij elkaar.

Nu zijn er twee mogelijkheden die het ontstaan van stam A en B zouden kunnen verklaren: de eerste mogelijkheid is dat stam B ontstaan is uit stam A. In dat geval zouden er bij mensen intermediaire varianten aangetroffen moeten zijn met een T/T of een C/C-motief, omdat het niet waarschijnlijk is dat beide mutaties op exact hetzelfde moment zijn ontstaan. De tweede mogelijkheid is dat stam A en stam B onafhankelijk van elkaar zijn ontstaan in een tussengastheer en dus op twee of meer momenten op de mens overgesprongen moeten zijn. In dat geval mogen er bij mensen geen stammen worden aangetroffen met een T/T of C/C motief. Holmes beargumenteert dat het laatste het geval moet zijn geweest, omdat bij de vroege gevallen die een relatie hadden met de markt alleen stam B werd aangetroffen, terwijl een ziektegeval met stam A een link had met een andere markt in Wuhan, en daarnaast werd aangetroffen in latere gevallen in Wuhan en in andere delen van de wereld. Met andere woorden, stam A en B zijn op verschillende momenten en op verschillende plaatsen op de mens overgesprongen.

Het valt meteen al op dat Holmes en zijn collega’s in hun argumentatie met zevenmijlslaarzen door het beschikbare bewijs stappen. Volgens hen past deze waarneming bij een scenario waarbij er één over meerdere contacten zijn geweest tussen geïnfecteerde dieren en de mensen die ze verhandelden, en het virus daarbij meerdere malen van dier op mens zou zijn overgesprongen. Vanuit de argumentatie dat er twee momenten van overdracht van dier op mens moeten zijn geweest, schakelen ze moeiteloos over naar het meerdere keren overspringen van het virus. Dit met als achterliggende argumentatie dat de markt van Huanan bevoorraad werd via dezelfde bevoorradingsketens als een aantal andere markten in Wuhan. Om zijn betoog kracht bij te zetten, verwijst Holmes wederom naar de uitbraak van SARS-CoV, waarbij meerdere dieren en diersoorten besmet bleken te zijn met SARS-CoV, of antistoffen tegen het virus hadden. Deze argumentatie doet echter vreemd aan, want SARS-CoV-2 werd slechts op één markt aangetroffen, en niet op meerdere markten, en geen van de veronderstelde aanwezige levende dieren op de markt werden getest op SARS-CoV-2. Verder is een opvallend gegeven dat er bij de uitbraak van Covid-19 zich onder de vroege gevallen geen verkopers bevonden van kramen waar wilde dieren werden verkocht, in tegenstelling tot de uitbraak van SARS, toen het bij negen van de 23 vroege gevallen ging om werkers die wilde dieren, bedoeld voor consumptie, verzorgden, slachtten of verkochten, waartoe ook de mensen werden gerekend die dit voedsel prepareerden en uitserveerden.[37] Ook hier benadrukt Holmes de overeenkomsten met de uitbraak van SARS-CoV, maar laat de onmiskenbare grote verschillen tussen beide uitbraken achterwege. Hoe dan ook, de discussie over het ontstaan van stam A en B, en wat dit zou kunnen zeggen over de origine van de pandemie, staat centraal in het tweede artikel van de groep rondom Andersen, Garry, Holmes en Rambaut.[38] Deze studie wordt, als evenals het eerste artikel, als pre-print gepubliceerd op 26 februari 2022, en zal ik hierna aanduiden als het artikel van Pekar et al.

Het zijn deze twee artikelen uit 2022 en één artikel uit 2023 die de wetenschappelijke discussie en het publieke debat opnieuw sterk in de richting van de zoönose sturen, of in ieder geval een poging daartoe doen. De vraag is nu echter hoe valide de nieuwe argumenten zijn die deze groep wetenschappers aandragen voor de stelling dat SARS-CoV-2 op de markt van Huanan van dier op mens is overgesprongen. Om dat te onderzoeken zal ik deze drie artikelen stuk voor stuk bespreken, en alle argumenten op een rij zetten. Daarnaast is het goed om te laten zien hoe dankzij een uitgekiende mediastrategie het opnieuw lukt om grote aandacht te genereren voor de uitkomsten van de drie studies, en de oorspronkelijke auteurs van het Proximal Origin-artikel en hun medestanders er wederom in slagen om de zoönosetheorie als enige geloofwaardige theorie voor het voetlicht te brengen.

The Huanan market was the epicenter of SARS-CoV-2[39]

Als gezegd wordt dit artikel van Worobey et al. op 26 februari 2022 als pre-print gepubliceerd op de pre-printserver Zenodo, samen met het artikel van Pekar et al. Oorspronkelijk wilde de groep beide pre-prints pas later publiceren, maar omdat een dag eerder een andere pre-print online werd geplaatst, afkomstig van een groep Chinese wetenschappers onder leiding van de al eerder genoemde George Gao, besluiten de auteurs dat het noodzakelijk is om hun studies zo snel mogelijk te publiceren. Daarom kiezen ze voor Zenodo, omdat die pre-printserver artikelen direct online zet, zonder dat ze eerst beoordeeld worden door een reviewer. Het is Worobey zelf die dit verklaart ten overstaan van Jon Cohen van Science Magazine. En dus verschijnen beide pre-prints slechts zestien uur na de pre-print van Gao et al. online. De vraag is nu waarom Worobey, Pekar en de anderen zo’n haast hadden om de twee pre-prints te publiceren. Daarvoor is het nodig om de bewuste Chinese pre-print in detail te bekijken, omdat dit artikel en de bijbehorende data een rode draad vormen in de drie genoemde artikelen, en omdat de onderliggende data ook gebruikt zijn bij het opstellen van het rapport van de WHO-missie naar Wuhan.

Gao et al. rapporteren de resultaten van de monsters die op en in de omgeving van de markt van Huanan zijn genomen in de periode van 1 januari tot 2 maart 2020.[40] Zoals ik al eerder heb beschreven, gaat het om een markt met een oppervlakte van meer dan 50.000 vierkante meter, waarin 678 marktkramen dicht op elkaar gepakt zijn in smalle en slecht geventileerde marktstraatjes, en bezoekers dicht op elkaar door de gangpaden schuifelden. In het artikel staat te lezen dat direct na het sluiten van de markt op 1 januari 2020 alleen de neergelaten rolluiken van de marktkramen werden gedesinfecteerd, en alles wat zich in vriezers en koelkasten bevond pas later na bemonstering vernietigd werd. In totaal werden 923 monsters genomen op en rondom de markt. Waar deze monsters genomen werden is in onderstaande tabel terug te vinden. In het artikel zelf wordt nog gedetailleerder uitgewerkt van welke voorwerpen en op welke plaatsen de monsters werden genomen. Het gaat onder andere om monsters van vloeren, deuren, transportkarren, containers, weegschalen en een machine om veren van gedood gevogelte te verwijderen.

En inderdaad, zoals Holmes et al. stellen, worden de meeste positieve monsters aangetroffen in de westelijke helft van de markt: er zijn 56 monsters positief in de westelijke helft, en slechts acht in de oostelijke helft. Van de 56 positieve monsters in de westelijke helft zijn er 40 gelokaliseerd in de zuidwestelijke sector. Dat is te zien in onderstaande figuur 3, die ontleend is aan de studie van Gao et al. Maar hoewel in de bovenstaande tabel niet wordt vermeld hoeveel monsters er in totaal werden genomen, laat de figuur duidelijk zien dat in de zuidwestelijke sector van de westelijke zijde van de markt ook in totaal verreweg de meeste monsters werden genomen, en hier dus niet alleen de meeste positieve uitslagen werden gevonden, maar ook de meeste negatieve. De reden hiervoor ligt voor de hand. In totaal waren er tien marktkramen die levende gedomesticeerde wilde dieren of dierlijke producten verkochten, waarvan er acht in het zuidwestelijke deel van de westelijke helft van de markt gelokaliseerd waren, en twee in de noordoostelijke sector van de oostelijke helft van de markt. Als men op zoek zou willen gaan naar een tussengastheer, zijn dat de meest voor de hand liggende marktkramen om te bemonsteren. En dus deden de Chinezen dat.

 

Figuur 3 – Overzicht van de markt: primair gaat het om de oranje en de groen gekleurde vakjes. De oranje vlakjes zijn de locaties die waarvan de monsters positief uitvielen, terwijl de groene vakjes de plaatsen zijn waarvan de genomen monsters negatief testten. Duidelijk te zien is dat in de zuidwestelijke hoek de meeste positieve monsters werden aangetroffen, maar ook de meeste negatieve monsters. De rood omrande vakjes duiden de tien kramen aan waar de levende dieren of dierproducten werden verkocht, acht in de zuidwestelijke hoek van het westelijk deel van de markt, en twee in de noordwestelijk sector in oostelijke helft van de markt. Met andere woorden, de meeste monsters werden in deze sectoren genomen, omdat daar de meeste levende dieren en dierlijke producten werden verkocht, en de kans om een eventuele tussengastheer te identificeren hier het grootst was.

Een volgend punt dat Gao et al. bespreken, is of er een correlatie is tussen de positieve testuitslagen en de producten die in de verschillende marktkramen werden verkocht. Die correlatie was er niet. De positieve testuitslagen waren evenredig verdeeld over de diverse kramen, ongeacht de koopwaren die ze verkochten, zoals diepgevroren producten, vis- of andere zeedieren, gevogelte, levende dieren, producten afkomstig van wilde dieren of groenten en fruit. Verder kon men van alle 64 positieve monsters uit slechts drie monsters intact virus kweken. De plek waar deze monsters werden genomen, worden in de onderstaande figuur aangeduid met de blauwe vakjes. Deze drie monsters werden in de westelijke helft van de markt genomen, maar niet in de zuidwestelijke sector ervan. Gao et al. sequencen vervolgens het genoom van deze virussen en stellen vast dat deze nagenoeg overeenkomen met het genoom van het coronavirus dat bij de eerste patiënten met Covid-19 werd aangetroffen. Zoals al eerder werd besproken, is dit een sterke aanwijzing dat het de mens moet zijn geweest die het virus naar de markt gebracht heeft en niet een dier. Dit omdat het in het laatste geval om een directe voorloper van SARS-CoV-2 zou moeten gaan, die nog optimaal aangepast zou zijn aan zijn tussengastheer, en dus duidelijk af zou moeten wijken van het genoom van SARS-CoV-2 zoals dat bij mensen werd gevonden. Het laatste dat Gao et al. onderzoeken, is of er een correlatie is tussen de 27 positieve monsters die op 1 januari 2020 werden genomen en de hoeveelheid menselijk DNA die er in aanwezig is. Ze vinden een sterke correlatie, volgens de Chinese auteurs eveneens een sterke aanwijzing dat het de mens is die het virus naar de markt heeft gebracht.

Verder werden bij 188 levende en dode dieren, behorende tot 18 diersoorten, in totaal 457 monsters afgenomen. De karkassen van de dode dieren lagen opgeslagen in koelkasten en diepvriezers van de marktkramen en in warenhuizen die de markt van Huanan bevoorraden. Onder deze dieren bevinden zich konijnen, hazen, slangen, egels, herten, honden, bamboeratten, dassen, ratten, varkens, kippen, salamanders, twee krokodillen, twee schildpadden, twee everzwijnen, twee vissen, één wezel en één schaap. Daarnaast werden nog monsters genomen van straatkatten, een hond, een wezel en tien ratten, dieren die op of rond de markt werden gevangen. Alle 457 monsters genomen van deze dieren testten negatief op SARS-CoV-2. In het artikel wordt slechts terloops benoemd dat slangen, salamanders en krokodillen als levende dieren verkocht worden. Een bijzondere constatering, want op dat moment is al uit een andere Chinese studie gebleken dat er ook andere soorten levende dieren op de markt van Huanan verkocht werden, waaronder bamboeratten, marmotten, egels en wasbeerhonden.[41] Monsters van deze dieren werden blijkbaar niet genomen, en het is onbekend waar en wanneer de levende dieren op de markt werden gedood en vernietigd. Waarmee cruciale informatie die licht zou kunnen werpen op de origine van de pandemie, en waarmee wellicht een tussengastheer geïdentificeerd had kunnen worden, definitief uit het zicht raakt. De vraag is: waarom?

Dit detail is iets waarover ook de vier auteurs van het Proximal Origin-artikel zich verbazen in de Slackconversatie. Holmes vraag zich af waarom China zo’n haast maakte met het ontruimen van de markt van Huanan, zonder eerst monsters te nemen van de dieren die op de markt verhandeld worden: ‘I am disturbed by the fact that they cleared the fish market so quickly. Surely, you’d at least take a sample from every animal in sight? And then the release these vague environmental sampling results. What does that mean? At the very least a bloody big cock-up.’ Garry is dezelfde mening toegedaan: ‘Agreed – they found the 99.8% viruses in the animal market [99,8% gelijk aan het virus dat bij de eerste patiënten werd aangetroffen]. Big bloody cock-up for sure – destroyed any chance of finding the intermediate animals or animals if they exist at all. You have to wonder what the WIV scientists were advising their government. I’d have been screaming loudly to let me get in and sample anything with a lung.’ Om er iets later in de discussie aan toe te voegen: ‘Not testing the animals is definitely a crime against science, if not humanity.’[42] En inderdaad, het laat zich maar moeilijk verklaren waarom de Chinese autoriteiten nalieten om de levende dieren op de markt te bemonsteren, iets dat ze wel deden bij de uitbraak van SARS-CoV in 2002. Te meer de eerste serie monsters direct na het sluiten van de markt, in de vroege ochtend van 1 januari 2020, genomen werden door een speciaal hiervoor aangesteld epidemiologische team van de Chinese CDC, op het moment dat er nog levende dieren op de markt aanwezig geweest moeten zijn. Iemand van dit team moet zich toch gerealiseerd hebben dat het testen van alle op dat moment op de markt aanwezige levende dieren van het grootste belang was? Het is een van de grote raadsels wat betreft de vroege aanpak van de pandemie door China, waarvoor iedere mogelijke verklaring ontbreekt. Tenzij Beijing alle bewijs wilde vernietigen dat de pandemie in Wuhan begon, ongeacht of het nu om een zoönose of een labontsnapping zou gaan.

Dit zijn in grote lijnen de resultaten van de studie van Gao et al., die uitermate belangrijk zijn voor het verdere verhaal. Wat maakt nu dat dit Chinese artikel voor Worobey en zijn medeauteurs aanleiding is om de twee pre-prints die zij geschreven hebben zo snel mogelijk te willen publiceren? Natuurlijk doen Gao et al. de suggestie dat SARS-CoV-2 haar oorsprong wellicht buiten China heeft, onder verwijzing naar enkele studies waarin aanwijzingen gevonden werden dat SARS-CoV-2 waarschijnlijk al ruim voor de uitbraak in Wuhan onopgemerkt circuleerde in andere landen dan China. Een aantal daarvan heb ik in hoofdstuk 1 al besproken. En dus doen de Chinezen een aanbeveling om via een ‘internationale samenwerking de ware origine van SARS-CoV-2 te onderzoeken.’ Maar dat is niet de reden waarom de groep rondom Andersen, Holmes, Garry en Rambaut haast willen maken met hun eigen publicaties. Wat de reden wel is, is dat Gao et al. concluderen dat de markt van Huanan waarschijnlijk niet de plek is waar de pandemie begonnen is, maar slechts een plaats waar het virus de kans kreeg om zich massaal te verspreiden. En met deze conclusie zou de origine van SARS-CoV-2 opnieuw ter discussie komen te staan, iets dat de groep koste wat kost wil vermijden. Dát is de reden om hun eigen artikelen zo snel mogelijk online te plaatsen, om hiermee de studie van Gao et al. de wind uit de zeilen te nemen, en de conclusie die zij trekken zo snel mogelijk naar de achtergrond te duwen en in de vergetelheid te doen geraken. Het besluit tot snelle publicatie is politiek gemotiveerd, niet wetenschappelijk. En men hoeft dit niet eens te raden, het is nota bene Worobey zelf die dit verklaart ten overstaan van Jon Cohen.[43]

Het artikel

Hoewel ongebruikelijk, begin ik de bespreking van de pre-print van Worobey et al. met de conclusie van het artikel, die al in de samenvatting wordt gegeven en in de introductie nog eens wordt bekrachtigd, omdat dit de meetlat is waartegen ik het wetenschappelijke gehalte van het artikel zal afmeten. Ook is het goed om te zien wat er van deze conclusie overblijft in de uiteindelijke gepubliceerde versie, zoals die op 26 juli 2022 in Science geplaatst wordt.[44]

De conclusie in de samenvatting is de volgende: ‘Together, these analyses provide dispositive evidence for the emergence of SARS-CoV-2 via the live wildlife trade and identify the Huanan market as the unambiguous epicenter of the COVID-19 pandemic’ Daar blijkt het niet bij. Aan het eind van de introductie doen de auteurs er nog een schepje bovenop: ‘Collectively, these results provide incontrovertible evidence that there was a clear conduit, via susceptible live mammals, for the zoonotic emergence of SARS-CoV-2 at the Huanan market towards the end of 2019.’

‘Dispositive’ en ‘incontrovertible evidence’. Dat zijn de sleutelwoorden om bij de verdere bespreking van het artikel in het achterhoofd te houden. Want wat u gaat lezen is een zeldzaam bizar verhaal hoe een klein aantal wetenschappers de meest vreemde capriolen uithalen om tot het gewenste resultaat te komen.

Om te kunnen begrijpen wat het bewijs is dat Worobey et al. aandragen voor de zoönose-theorie, is het belangrijk uit te leggen wat de hypothese is waarop hun analyse gebaseerd is. Deze is gestoeld op de aanname dat als er één locatie zou zijn waar de pandemie uitgebroken is, de ruimtelijke verdeling van de woon- en verblijfplaats van de vroege Covid-19-gevallen in Wuhan rondom dit punt gecentreerd is, en dat het aantal gevallen gelijkmatig afneemt bij het toenemen van de afstand tot dit punt. Met andere woorden: dicht bij de plaats waar de uitbraak is begonnen, is het aantal gevallen het hoogst en hoe groter de afstand tot dit punt is, hoe kleiner het aantal gevallen wordt. In de uiteindelijke versie verwoorden de auteurs dit als volgt: ‘We hypothesized that if the Huanan market were the epicenter of the pandemic, then early cases should fall not just unexpectedly near to it but should also be unexpectedly centered on it.’ Deze hypothese van Worobey et al. wordt uitstekend uitgelegd in een tweettorial geschreven door Daniel A. Walker, een uitleg die vergezeld wordt van verschillende argumenten waarom deze niet valide is.[45] [46] Deze Daniel Walker is een gepensioneerd geowetenschapper die veel kennis heeft van en ervaring met het model dat door Worobey et al. gebruikt wordt in hun analyse. Op de manier waarop dit model ingezet wordt in de studie uit hij fundamentele kritiek, iets waar ik later uitgebreid op terug kom.

Worobey et al. gebruiken voor het lokaliseren van de vroege gevallen van Covid-19 in december 2019 de ‘data’ uit het WHO-rapport. Maar van deze vroege gevallen is niet bekend wat het woonadres is, en ook ontbreken de geografische coördinaten van de woonadressen. Die informatie werd door de Chinezen immers niet vrijgegeven. Het enige dat beschikbaar is, is een kaartje uit het supplement van het WHO-rapport, te weten figuur 4 uit Annex E1, dat volgens de Chinese wetenschappers gebaseerd is op de adressen van de 164 vroege gevallen in de stad Wuhan uit december 2019. Dat kaartje wordt hieronder weergegeven.

Figuur 4 – De verdeling van de vroege gevallen uit december 2019 over Wuhan.

Vervolgens nemen Worobey et al. een tweede kaart van Wuhan, gecreëerd met Open Street Map, een open-source project waarmee vrij beschikbare en bewerkbare landkaarten gemaakt kunnen worden. Het doel van de auteurs is om deze twee kaartjes over elkaar te leggen, met als doel om de geografische locatie van de vroege gevallen te kunnen bepalen. Maar dat lukt niet goed. De resolutie van bovenstaande figuur is erg laag, en iedere stip op het kaartje staat volgens de auteurs voor een diameter van ongeveer 2 kilometer in de werkelijkheid. Zoals goed te zien is in figuur 4 uit Annex E1 van het supplement, overlappen vele gevallen met elkaar, en dus kunnen de geografische coördinaten van de afzonderlijke gevallen niet bepaald worden. Maar ook daar weten Worobey en de zijnen een mouw aan te passen. Ze nemen een derde kaartje, dit keer uit het WHO-rapport zelf, waarop eveneens de 164 vroege gevallen worden weergegeven, maar dan in een wat hogere resolutie. Dat is figuur 23, te vinden op bladzijde 44 van het eigenlijke WHO-rapport (zie figuur 5). Dit derde kaartje wordt over de andere twee kaartjes gelegd met behulp van Adobe Illustrator, en vervolgens wordt er net zo lang mee geschoven totdat de punten van deze figuur 23 in het midden liggen van de punten in figuur 4 van Annex E1 uit het supplement van het WHO-rapport. Hiermee wordt de variatie in lokalisatie van elk afzonderlijk datapunt verlaagd van 2 kilometer naar ongeveer 250 meter aldus de auteurs. Desondanks lukt het niet om de ‘precieze’ locatie van alle 164 gevallen te definiëren, want voor negen gevallen is de overlap nog te groot. En dus blijven er 155 gevallen over voor de verdere analyse.[47]

Figuur 5 – Ontleend aan het WHO-rapport: daarin is het figuur 23. Bovenste kaartje werd ontleend aan de Engelse versie, het onderste kaartje aan de Chinese versie. Let op het verschil in resolutie (met dank aan TheEngineer2).

Het uiteindelijke resultaat van het geknutsel met Adobe Illustrator wordt uiteindelijk gegeven in figuur S7 in het supplement bij het artikel (zie figuur 6). Mocht die samengestelde kaart nog geen aanleiding zijn tot enige twijfel over de betrouwbaarheid van de gebruikte methode, heb ik een close-up van het centrale deel van deze kaart toegevoegd. Dat is figuur S6-B in het supplement (zie figuur 7). De blauwe en roze vlekjes zijn afkomstig uit figuur 4 uit de Annexis E1 bij het rapport van het WHO-team. Daarop zijn de punten uit figuur 23 uit het eigenlijke WHO-rapport geprojecteerd. Het maakt duidelijk dat het bepalen van de locaties van de vroege gevallen uitgevoerd is met de exactheid van een schaal één op het oog, en er blijft een behoorlijke mate van onzekerheid bestaan over de precieze locatie. De vraag is hoe relevant die is voor het resultaat de uiteindelijke analyse, maar dit is nog maar het begin. Hoe dan ook, tot slot gebruiken de auteurs een ander programma om de exacte locatie van de vroege gevallen te bepalen, WebPlotDigitizer, en stellen uiteindelijk dat ze de precieze woonlocatie van de vroege gevallen uit het WHO-rapport uit december 2019 tot op 50 meter nauwkeurig kunnen bepalen.

Figuur 6

 

Figuur 7

Daniel Walker laat geen spaan heel van de gebruikte methode. Hij wijst erop dat de resolutie van de gebruikte figuren, ook die van figuur 23 uit het WHO-rapport, erg laag zijn, en de begrenzing van de verschillende districten in Wuhan sterk versimpeld en bovendien inaccuraat is.[48] [49] Maar er is meer. Voor het transformeren van geografische coördinaten van de aarde, die nu eenmaal rond is, naar een kaart die vlak is, wordt normaal gesproken gebruik gemaakt van een Coordinate Reference System (CRS). Dat kan op verschillende manieren, zoals Walker laat zien. Zo is er een geometrisch systeem dat gebaseerd is op hoogte- en breedtegraden en als eenheid graden heeft. Een tweede geometrische systeem maakt gebruik van afstanden in noord-zuidelijke en oost-westelijke richting, en gebruikt een afstandsmaat. Volgens Walker is het essentieel dat bij het geografisch bepalen van een locatie een en hetzelfde systeem wordt gebruikt, omdat beide methoden vaak tot verschillende uitkomsten leiden.

Voor het genereren van de landkaarten met de vroege gevallen gebruiken Worobey et al. Adobe Illustrator, volgens Walker een fundamentele fout. Dit had volgens hem met andere professionele software gedaan moeten worden, die het proces vergemakkelijkt had en bovendien tot betrouwbaardere resultaten had geleid. Verder maakt Walker duidelijk dat de auteurs bij de laatste stap in WebPlotDigitizer in de veronderstelling zijn in een geo-referentiesysteem te werken, gebaseerd op hoogte- en breedtegraden, hetzelfde systeem als waarop de Open Street Map kaart gebaseerd is, het CRS dat Worobey et al. in de tweede stap van het proces gebruiken. Maar dat is niet zo. Het komt er in essentie op neer dat de auteurs twee geo-referentiemethoden door elkaar gebruiken zonder dat ze zich dit beseffen. Het heeft als gevolg dat de data over de locaties van de vroege gevallen met het ene systeem worden verkregen, en vervolgens op het andere systeem geplot worden. Volgens Walker maken Worobey et al. hiermee grote fouten bij zowel het plotten van de locaties aan de hand van de kaartjes uit het WHO-rapport, als bij het afleiden van de coördinaten van de woonplaatsen van de vroege gevallen. Hij benoemt de procedure zoals die door Worobey et al gebruikt is, ‘amateuristisch’ en stelt dat de daarmee gesuggereerde precisie van 50 meter helemaal niet verdedigbaar is.[50] Desondanks zijn volgens Walker deze fouten niet ‘fataal’, en zouden ze gecorrigeerd kunnen worden door een ter zake deskundige.[51] Maar ook dit is écht nog maar het begin van het gefröbel door de auteurs.

Men kan zich natuurlijk afvragen of Walker weet waar hij over praat. Zijn achtergrond en de argumenten die hij geeft, doen vermoeden van wel. Die indruk wordt bevestigd als hij laat zien dat Worobey et al. iets bijzonders gedaan hebben bij de geolokalisatie van de vroege gevallen, zonder dat hiervoor in de tekst een verklaring wordt gegeven. Het gaat om een waarneming die de meeste lezers niet opgevallen zou zijn, maar Walker wel. Bij een vergelijking van figuur S5 met S7, wordt duidelijk dat alle gevallen ongeveer 250 meter in westelijke richting opgeschoven zijn, mogelijk omdat in figuur S5 verschillende gevallen in de rivier de Yangtze en op het spoor geplot werden.[52] Worobey en de zijnen realiseerden zich waarschijnlijk dat dit op zou vallen en tot de nodige twijfel zou leiden over het lokaliseren van de vroege gevallen met hun methode. En dus werden die gewoon 250 meter verplaatst. En dat terwijl volgens de auteurs de lokalisatie tot op vijftig meter nauwkeurig kon worden bepaald.

 

Figuur 8 – Boven figuur S5, onder S7 uit het supplement bij Worobey et al. De verschuiving in de locaties is het best te zien bij twee blauwe datapunten en een roze datapunt die boven in de Yangtze geprojecteerd worden, en onder op de oever van de rivier.

Na het lokaliseren van de vroege gevallen, willen Worobey et al. de ruimtelijke verdeling van deze patiënten vergelijken met de latere gevallen in januari en februari 2020. Voor het lokaliseren van de late gevallen gebruiken ze echter een hele andere bron. Die data zijn afkomstig van de gebruikers van een specifiek kanaal op de Weibo app, een Chinese app die vergelijkbaar is met WhatsApp. Dit kanaal werd opgezet voor patiënten die op zoek waren naar informatie over Covid-19. De data krijgen Worobey et al. van twee Chinese auteurs van een andere studie, beide verbonden aan de Universiteit van Wuhan.[53] Blijkbaar werd via deze app de naam, leeftijd en huisadres van de zieke vastgelegd, maar ook het moment van ziek worden, en het aantal mensen dat (in het huishouden?) geïnfecteerd raakte. Deze informatie werd blijkbaar gevraagd bij gebruik van de app, zo valt uit het Chinese artikel af te leiden. Maar het is niet deze informatie die door Worobey et al. gebruikt worden voor de geolokalisatie van de vermeende ziektegevallen. Die lokalisatie werd gedaan aan de hand van het basisstation van de mobiele telefoonprovider dat door een bepaald telefoonnummer gebruikt werd, zoals de Chinese auteurs keurig in het stuk vermelden. Het is dus volstrekt onduidelijk of het de eigenaar van de mobiele telefoon is die ziek was, of dat hij of zij de informatie van een vriend of familielid invoerde om informatie over Covid-19 te krijgen. Worobey et al. spreken hier met geen woord over in hun artikel. Wat verder nog van belang is, is dat de auteurs van deze Chinese studie schrijven dat de data voornamelijk afkomstig zijn uit de periode van 3 februari tot 12 februari 2020. Worobey et al. spreken over data uit de periode januari en februari 2020, maar laten ook dit detail onvermeld.

Hoe dan ook, het gaat dus om 729 mobiele telefoongebruikers in Wuhan die gebruikt werden in de analyse van het aantal ziektegevallen in de ‘periode januari-februari’ 2020, waarvan niet helemaal vaststaat of zij zelf ziek waren of slechts informatie over iemand anders in de Weibo-app invoerden. Overigens, het laat zich raden dat de totale hoeveelheid gevallen van Covid-19 begin februari 2020 een veelvoud van dit aantal was. Zelfs volgens de officiële Chinese cijfers waren er eind februari 2020 al bijna 46.000 gevallen in Wuhan.[54] En het leidt weinig twijfel dat het werkelijke aantal op dat moment nog veel hoger was, gezien de pogingen van het Chinese bewind om de aantallen zo laag mogelijk te houden.[55]

Met het op deze manier lokaliseren van het woonadres van de 156 vroege gevallen, en de 729 late gevallen uit ‘januari en februari 2020’ slaan Worobey en de zijnen aan het modelleren. Dat doen ze met behulp van een Kernel Density Estimation (KDE). Een eenvoudige uitleg over wat dit inhoudt, is hier te vinden.[56] Het is voor de leek een wat ingewikkelde manier om van een aantal discrete datapunten een continue verdeling te maken, en wordt hier gebruikt om te toetsen hoe de verdeling is van de vroege Covid-19-gevallen in december 2019. Het resultaat van deze modellering is te zien in figuur 9. Ook hier wijdt Daniel Walker een lange tweettorial aan, waarin hij uitlegt wat er allemaal mis is met de manier waarop deze methode is gebruikt.[57]

Het eerste aspect dat Walker benoemt, is dat de gebruikte software niet geschikt is voor het meer ‘serieuze werk’ wat betreft KDE-modellering, omdat deze onhandig in het gebruik zou zijn en dat de meeste van de noodzakelijke gereedschappen zouden ontbreken.[58] Dat is echter niet het belangrijkste. Walker noemt een aantal kernpunten waarom de KDE-modellering van Worobey et al. niet deugt. Het eerste centrale punt in Walker’s betoog is dat er een parameter is die van groot belang is bij het gebruik van een Kernel Density Estimation: de bandbreedte. Als de bandbreedte te groot wordt genomen, verdwijnen alle details en is de KDE volgens Walker ‘oversmoothed’.[59] Het gevolg is dat er grote gebieden in de analyse worden betrokken die geen datapunten bevatten en dat lokale clusters van gevallen genegeerd worden. Wordt de bandbreedte te klein genomen, zijn er te veel afzonderlijke datapunten om reële clusters te kunnen onderscheiden. Walker stelt dat Worobey et al. de standaard bandbreedte in de programmatuur hebben genomen, zonder toe te lichten waarom ze juist voor deze waarde hebben gekozen. En toeval of niet, de gekozen bandbreedte ontbreekt in de legenda bij de figuur. De waarneming van de auteurs dat alle vroege gevallen op de markt van Huanan centreren, is volgens Walker slechts het gevolg van een artefact ten gevolge van een veel te hoog gekozen bandbreedte. Ook de twee alternatieve bandbreedtes die Worobey aanvullend gebruiken om hun conclusie kracht bij te zetten, zijn volgens Walker nog steeds veel te hoog, en leiden nog steeds tot een aanzienlijke mate van oversmoothing. Feitelijk worden op deze manier, al of niet bewust, alle clusters van gevallen ‘gladgestreken’, om op die manier de uitbraak op de markt te kunnen centreren. En wie goed oplet, ziet dat Worobey et al. ervoor kiezen om de KDE-modellering van alle vroege gevallen weer te geven (figuur 9B) en daarnaast die van de gevallen die geen link met de markt hebben (figuur 9C). Die komen nagenoeg met elkaar overeen. Maar de KDE-modellering van alleen de gevallen die wél een connectie met de markt hebben, ontbreekt. Dat heeft waarschijnlijk een reden, die enigszins doet twijfelen aan de goede intenties van de auteurs. Daar kom ik later nog op terug.

Figuur 9 – de verdeling van de vroege gevallen over Wuhan in december 2019 zoals weergegeven in figuur 9A. De KDE-modellering van deze gevallen wordt weergegeven in figuur 9B, en figuur 9C geeft de verdeling weer van alleen de vroege gevallen die een relatie met de markt hebben. Figuur 9D geeft de verdeling aan van de patiënten over Wuhan in januari en februari 2020 aan de hand van de Weibo-data, en figuur 9E is de KDE modellering van deze gevallen.

Opnieuw blijkt dat Walker weet waarover hij praat. Hij toont hoe de figuur eruit zou komen te zien bij het gebruik van een lagere bandbreedte, waarbij lokale patronen wel goed zichtbaar worden. De figuren 10 en 11 laten dit verschil goed zien. Figuur 10 is de figuur met een te hoog gekozen bandbreedte, figuur 11 is de figuur met een lagere bandbreedte (20x kleiner). Goed te zien is ook dat het epicentrum van de gevallen niet op de markt ligt, maar dat er twee clusters zijn, een grotere ten noorden van de markt en een wat kleinere ten zuiden van de markt.

Figuur 10 – De KDE van Worobey et al.

 

Figuur 11 – De KDE van Walker met een 20x kleinere bandbreedte

Bovenstaande figuren zijn gebaseerd op alle vroege gevallen uit december 2019, maar als de analyse herhaald wordt voor alleen de gevallen die geen relatie met de markt van Huanan hadden (dan gaat het om 120 van de 155 vroege gevallen) is het beeld nagenoeg gelijk. Ik heb ter vergelijking hieronder twee figuren met een verschillende schaal neergezet, om op het oog te kunnen beoordelen welke methode de werkelijkheid het best benadert (figuur 12 en figuur 13). Het behoeft geen betoog dat de KDE-analyse van Worobey et al. de werkelijkheid behoorlijk geweld aandoet en geen goede weergave van de verdeling van de vroege gevallen uit december 2019 oplevert.

Figuur 12.

 

Figuur 13.

Wat betreft de grillige vorm van de analyse van Walker laat hij in een latere aanvullende tweettorial zien dat deze nagenoeg samenvalt met de populatiedichtheid in het centrale deel van Wuhan, dit zoals je zou verwachten: hoe dichter de populatiedichtheid, hoe groter de kans dat daar de meeste gevallen gevonden worden.[60] Deze uitleg van Walker is belangrijk, omdat een andere conclusie uit het artikel van Worobey et al. is dat de clusters van vroege gevallen niet verklaard kunnen worden door de populatiedichtheid van de gehele bevolking in het centrale deel van Wuhan en ook niet met de populatiedichtheid van mensen ouder dan 60 jaar. Maar Walker laat zien dat ook deze conclusie gebaseerd is op een gebrekkige analyse, en dat Worobey et al. de figuur die dit zou moeten bewijzen, zo sterk versimpeld hebben dat die hun conclusie ondersteunt. Walker laat zien dat die correlatie tussen de vroege gevallen en de populatiedichtheid van de gehele bevolking én in de populatiedichtheid van mensen ouder dan 60 jaar er wel degelijk is, mits de analyse meer gedifferentieerd wordt uitgevoerd.[61]

Vier dagen later blijkt dat Walker het artikel nog verder onder de loep heeft genomen en uitgekamd. Hij weerlegt opnieuw de claim van Worobey et al. dat de verdeling van de vroege gevallen niet verklaard kan worden met de populatiedichtheid van de gehele bevolking in het centrale deel van Wuhan of de populatiedichtheid van mensen ouder dan 60 jaar.[62] Opnieuw wijst hij op de ‘oversmoothing’ van de KDE en de zeer lage resolutie van de door Worobey et al. gebruikte kaartjes, waarmee de claims van Worobey et al. volgens Walker niet bewezen kan worden. Maar het wordt nog erger. Walker wijst op een ander belangrijk punt: de verschillende bronnen wat betreft de data over de populatiedichtheid.[63] Zo komt figuur S9 uit het supplement van Worobey et al. uit het al eerder genoemde Chinese artikel, waaraan ook de Weibo-data werden ontleend (figuur 11 in dat artikel). Die figuur is eveneens het resultaat van een KDE-modellering, en heeft niet eens een numerieke schaalverdeling van de populatiedichtheid: de legenda vermeldt slechts ‘hoog naar laag’.[64] Daarvoor is een goede reden: de populatiedichtheid zoals geschat in dit artikel – geloof het of niet – is gebaseerd op de frequentie van het gebruik van basisstations door mobiele telefoons. Met deze data kan dan ook helemaal geen numerieke populatiedichtheid berekend worden. Verder is de populatiedichtheid zoals weergegeven wordt in figuur 10 van het artikel van Worobey et al., ontleend aan een andere Chinese studie (in die studie is dat figuur 1).[65] De bron staat bij de figuur vermeldt: de auteurs. Dat is de tweede bron waar Worobey et al. hun getallen over de populatiedichtheid in Wuhan op baseren: de auteurs van een andere Chinese studie. Waar de auteurs de data vandaan haalden, wordt niet duidelijk uit dat artikel en dus kan ook niet beoordeeld worden of die data betrouwbaar zijn. Overigens gaat het waarschijnlijk om data uit 2017, en niet uit 2019, zoals in het artikel te lezen valt. Bij deze grafiek wordt wel een schaalverdeling geven met aantallen inwoners per vierkante kilometer, al is deze nauwelijks leesbaar.

Figuur 14

Voor het berekenen van de mediane afstand van de vroege gevallen tot de markt van Huanan, in vergelijking met de mediane afstand van de gehele populatie van Wuhan, gebruiken Worobey et al. een andere bron dan de twee bovengenoemde Chinese figuren. Hiervoor maken ze gebruik van gegevens over de populatiedichtheid van worldpop.org, een open access demografische databank. Maar bij het beantwoorden van de vraag of de verdeling van de vroege gevallen rondom de markt van Huanan correleert met de bevolkingsdichtheid van de gehele bevolking en/of de bevolkingsdichtheid van mensen ouder dan zestig jaar, gebruiken ze de twee bovengenoemde figuren uit de twee Chinese artikelen. Dat is een grote methodologische fout in het artikel: het gebruik van twee verschillende databanken voor hetzelfde fenomeen. Want Walker laat overtuigend zien dat de schattingen van de populatiedichtheid, gebaseerd op de worldpop.org-data, fors afwijkt van populatiedichtheid zoals die in de twee figuren uit de Chinese artikelen wordt weergegeven.[66] Worobey et al. gebruiken voor hun analyses dus twee bronnen die geacht worden hetzelfde te schatten, namelijk de populatiedichtheid, maar bij een nadere analyse fors van elkaar blijken te verschillen. Een uitleg over waarom zij dit doen, is niet in het artikel terug te vinden. Als uitsmijter laat Walker in een ‘technische appendix’ nog zien dat de Chinese figuren waarschijnlijk betrouwbaarder zijn dan de data van worldpop.org, en dat de laatste waarschijnlijk helemaal niet geschikt zijn om de analyse van Worobey mee uit te voeren. Overigens kloppen de verwijzingen naar de figuren in het supplement van Worobey et al. niet: waar in de tekst naar figuur S9 en S10 verwezen wordt, zou naar de figuren S13 en S14 verwezen moeten worden. Weliswaar een detail, maar blijkbaar hebben de peer-reviewers het supplement dus gelaten voor wat het is.

De bespreking tot nu toe gaat alleen nog maar over de belangrijkste methodologische fouten in de studie. Echter, hoewel indrukwekkend, is er meer fundamentele kritiek mogelijk op de opzet van de studie, die de resultaten ervan in essentie irrelevant maken. Ten eerste is op het moment van publicatie van de pre-print in februari 2022 al duidelijk dat het totale aantal ‘vroege gevallen’ uit december 2019, zoals die in de NNDRS geregistreerd werden, slechts een heel klein vormen van de werkelijke aantallen die er in december 2019 al geweest moeten zijn. Ik wil in herinnering brengen dat het hier slechts om patiënten ging die er zo slecht aan toe waren dat ze opgenomen moesten worden in het ziekenhuis. Het aantal asymptomatische mensen en mensen met milde tot matige klachten die geen opname nodig hadden, moet vele malen groter zijn geweest. Deze groep van niet tot nauwelijks zieke mensen wordt in de analyse van Worobey et al. noodgedwongen buiten beschouwing gelaten, simpelweg omdat hierover geen getallen beschikbaar zijn. En dat mag bijzonder heten, want het is nota bene Worobey zelf die in een eerder artikel van zijn hand schrijft dat naar schatting slechts 7% van alle infecties met SARS-CoV-2 tot opname in het ziekenhuis leiden, en alle andere gevallen ‘onder de radar blijven’.[67] Verder wil ik nogmaals in herinnering brengen dat het aantal vroege gevallen uit december 2019 waarop de analyses van Worobey et al. gebaseerd zijn, afkomstig zijn uit het WHO-rapport, en we weten al dat onduidelijk is hoe de Chinezen tot dit aantal kwamen. Bovendien, zoals uit de analyse van Gilles Demaneuf in hoofdstuk 1 al duidelijk werd, is het aantal ernstige vroege gevallen zoals dat genoemd wordt in het rapport van de WHO-missie, veel lager dan de aantallen die afgeleid kunnen worden uit wetenschappelijke artikelen die kort na de uitbraak gepubliceerd werden door toonaangevende Chinese epidemiologen. Volgens deze bronnen waren er zo’n slordige honderd vroege gevallen meer.[68] Bovendien vond de uitbraak van SARS-CoV-2 niet in december 2019 plaats, maar minstens een maand eerder, en waarschijnlijk nog vroeger. Dat is nota bene de conclusie die getrokken wordt in een eerder gepubliceerd artikel waarvan Jonathan Peker de eerste auteur is, en Michael Worobey en Joel Wertheim medeauteur zijn: de conclusie van die studie is dat de uitbraak in de periode van midden oktober tot midden november 2019 gedateerd moet worden.[69] Ronduit vermakelijk wordt het als men de introductie van dit artikel leest, en daarin deze zin aantreft: ‘The first described cluster of COVID-19 was associated with the Huanan Seafood Wholesale Market in late December 2019, and the earliest sequenced SARS-CoV-2 genomes came from this cluster. However, this market cluster is unlikely to have denoted the beginning of the pandemic, as COVID-19 cases from early December lacked connections to the market.’ Binnen acht maanden draait het drietal dus 180 graden van mening en beweert precies het tegenovergestelde. Het kan verkeren. Hoe dan ook, het is dus nog maar de vraag in hoeverre het aantal gevallen dat in december 2019 werd geïdentificeerd, nog iets zegt over het begin van de uitbraak, die volgens Pekar, Worobey en Wertheim zelf veel eerder gedateerd moet worden. Het is daarom zeer wel mogelijk dat het virus al langere tijd onder de bevolking circuleerde, zonder dat herkend werd dat het om een nieuwe infectieziekte ging. Iets dat het viertal Andersen, Holmes, Garry en Rambaut nota bene zelf als mogelijkheid benoemen in het ‘Proximal Origin-artikel’.

Dan de cirkelredenering die Worobey et al. maken wat betreft de relatie van de vroege gevallen met de markt van Huanan. Laten we even terug gaan naar de criteria waarmee gezocht werd naar vroege gevallen van Covid-19 waarmee de NNDRS-databank gevuld werd: al op 30 december 2019, nadat slechts vier mensen opgenomen werden, die allen een relatie met de markt van Huanan hadden, werd een zoektocht opgestart ter identificatie van andere patiënten. Zoals op pagina 125 van de Annexes bij het rapport van het WHO-team én in een publicatie in de Chinese CDC-Weekly van 31 januari 2020 te lezen staat, was een ‘geschiedenis van blootstelling aan de Huanan-markt’ één van die criteria.[70] [71] Dit zoekcriterium blijft van kracht tot 18 januari 2020, zoals op pagina 163 van dezelfde Annexes te lezen staat. Vervolgens blijkt uit een weekbericht in de Chinese CDC-Weekly, dat op 19 januari 2020 al een aantal van 198 bevestigde ziektegevallen geïdentificeerd waren, een getal dat dus al hoger ligt dan de 174 vroege gevallen die in het WHO-rapport genoemd worden.[72] Het is dus weinig aannemelijk dat er daarna nog veel nieuwe gevallen gevonden werden uit december 2019, en dus werden de meeste vroege gevallen geïdentificeerd terwijl het criterium van kracht was dat er een relatie met de markt moest zijn. Daarnaast maken Worobey et al. een grote denkfout als zij verwijzen naar het WHO-rapport en deze uitspraak doen: ‘It is also noteworthy that the December 2019 COVID-19 cases that we consider here were identified based on reviews of clinical signs and symptoms, not epidemiological factors such as where they resided or links to the Huanan market.’ Dat klopt in zoverre als alleen de zoekcriteria in ogenschouw worden genomen zoals die werden gebruikt voor het bevragen van de NNDRS-databank door het WHO-team in 2021. Maar diezelfde databank werd juist gevuld met gevallen die voldeden aan de criteria die van 30 december 2019 tot en met 18 januari 2020 van kracht waren, en dus zullen patiënten met een relatie met de markt hierin oververtegenwoordigd zijn. Als medeauteur van het artikel én lid van het WHO-team, zou Marion Koopmans dit verschil moeten weten, maar blijkbaar is haar dat geheel ontgaan.

Met deze wetenschap in het achterhoofd is het allesbehalve verrassend dat meerdere vroege gevallen een relatie met de markt van Huanan hebben: het was nota bene een criterium voor de identificatie ervan. Maar zelfs deze belangrijke verstorende factor wordt blijkbaar gemist door de peer-reviewers van het artikel. Het is opnieuw Alina Chan die dit als eerste opmerkt, al snel nadat de pre-print online wordt geplaatst, en onder andere deze denkfout in een uitgebreide tweettorial bespreekt.[73] Na de definitieve publicatie zal ze een veel langere blog schrijven waarin ze al haar kritiekpunten op de studies van Worobey et al. en Pekar et al. samenvat.[74] Het is niet de eerste aanwijzing dat social media een belangrijke rol kunnen spelen bij het aan het licht brengen van grote methodologische fouten in wetenschappelijke studies. En het is duidelijk dat de peer-review hierin regelmatig volledig faalt, zelfs in die gevallen waarbij er overduidelijk sprake is van wetenschappelijk wangedrag.[75] Waarbij ik nog even in herinnering wil brengen wat Eddie Holmes in de e-mailcorrespondentie naar de andere auteurs van het Proximal Origin-artikel schrijft: ‘Oh yes, the reviewers are easy… I think this is a slam dunk.’ Blijkbaar zit hij er niet ver naast met die inschatting van het nut van de peer-review, want alle bovenstaande argumenten vormden duidelijk geen beletsel voor publicatie in Science.

Desondanks stellen Worobey et al. dat deze zoekcriteria niet golden voor de 41 eerste patiënten die opgenomen werden, en verwijzen daarbij naar het eerdere artikel van Worobey zelf dat hierboven al genoemd werd. Overigens worden in dit ‘perspectief’, dat eveneens in Science gepubliceerd werd, de verschillende argumenten die in dit latere artikel van Worobey et al. aan de orde komen al uitgebreid besproken. Ook hier is dus al het nodige voorwerk verricht. Hoe dan ook, in dit eerder gepubliceerde stuk wordt vervolgens ter onderbouwing van deze stelling verwezen naar een artikel gepubliceerd in The Lancet, een studie die in hoofdstuk 1 al aan de orde kwam. Inderdaad worden hier 41 patiënten beschreven die opgenomen werden in de periode van 16 december 2019 tot en met 2 januari 2020 en waarvan er 27 (66%) een relatie hadden met de markt van Huanan.  Worobey stelt dat deze mensen geïdentificeerd en opgenomen werden voordat het criterium van kracht werd dat er een relatie moest zijn met de markt van Huanan. Dat lijkt op het eerste gezicht een reële stelling, maar toch is dat nog maar de vraag. Chinese artsen zouden later getuigen dat in de vroege fase van de pandemie veel gevallen niet gerapporteerd werden en het ook niet toegestaan werd om deze te rapporteren, zolang er geen directe relatie met de markt van Huanan was. In het Zhong-Nanshan ziekenhuis kreeg het hoofd van de ICU, Jing Kun, een reprimande van de ziekenhuisdirecteur, omdat hij verdacht werd van het rapporteren van ‘te veel gevallen’. Het is dus waarschijnlijk dat er veel meer verdachte en opgenomen gevallen waren, maar dat alleen deze 41 patiënten gerapporteerd werden, juist omdat ze een relatie met de markt hadden. Maar ondanks dat, en mét het op 30 december 2019 ingestelde zoekcriterium dat patiënten in verband met de markt van Huanan gebracht moesten kunnen worden, een criterium dat tenminste tot 18 januari van kracht bleef, blijken uiteinde slechts 55 van de 168 (32%) patiënten uit december 2019 een link met de markt te hebben. Bovendien hebben de eerste twee patiënten en hun zoon – de laatste zonder symptomen maar wel met de typische afwijkingen op een CT-scan van de thorax – geen relatie met de markt van Huanan.

Het wordt nog erger: een ander argument dat Worobey et al. aanvoeren voor de hypothese dat het de markt van Huanan moet zijn geweest waar SARS-CoV-2 van dier op mens is overgesprongen, is dat als alleen de 120 vroege gevallen worden geanalyseerd die géén relatie hadden met de markt, deze toch allemaal dicht in de buurt van de markt woonden, en ook deze vroege gevallen ‘onverwacht’ allemaal gecentreerd waren op de markt. Maar ook dit is allerminst verbazingwekkend, want om dat gegeven te kunnen verklaren, hadden Worobey en de zijnen opnieuw slechts de Annexes bij het rapport van de WHO-missie hoeven te lezen. Want op pagina 125 hiervan staat een overzicht van de maatregelen die eind december 2019 genomen werd om de pandemie te beteugelen. De eerste maatregel die op 31 december 2019 genoemd staat is de volgende: ‘Continued epidemiology surveillance at several hospitals (close to Huanan market), Huanan market and the neighbourhood of Huanan market.’ Hoe verwonderlijk: het is dezelfde cirkelredenering zoals ik hierboven al besproken heb: de Chinezen zoeken kort naar de uitbraak naar gevallen in ziekenhuizen rondom de markt van Huanan en zoeken in de buurt van markt, registreren die in een databank, en twee jaar later vindt een groep wetenschappers die gebruik maakt van dezelfde databank, dat de vroege gevallen die de Chinezen vonden, allemaal dicht in de buurt van de markt woonden. En voeren dit vervolgens aan als argument dat het virus op die markt van dier op mens moet zijn overgesprongen. Wonderlijk.

Een ander belangrijk punt van kritiek is de aanname die Worobey de zijnen stilzwijgend doen door gebruik te maken van de KDE-modellering: de aanname dat als de markt van Huanan de plaats zou zijn waar het virus van dier op mens overgesprongen is, de vroege gevallen min of meer homogeen rondom dit punt verspreid zouden moeten liggen, met veel ziektegevallen in de directe nabijheid van de markt en een in alle richtingen evenredig afnemend aantal ziektegevallen. Vanzelfsprekend is dit een aanname die geen standhoudt. Mensen in de stad bewegen zich niet in een rechte lijn van A naar B, maar volgen de verkeersstromen via wandel- en fietspaden, autowegen en het openbaar vervoer, zoals tram en metro. Zo is het goed mogelijk dat een werknemer op een hele andere plaats woont dan waar hij werkt, en op weer een andere plaats zijn inkopen doet, maar dit allemaal via tram en metro binnen korte tijd kan bereizen. Met andere woorden, stedelingen bewegen zich niet in rechte lijnen van de ene plek naar de andere, maar via de beschikbare vervoersmogelijkheden. Vanuit een centraal punt is het dus goed mogelijk dat op diverse plekken in de stad kleine clusters van besmettingen ontstaan, zonder dat dit in de tussenliggende gebieden het geval is. Dat is ook wat de verdeling van de vroege gevallen laat zien, met het blote oog gezien. Die is niet symmetrisch en niet homogeen verdeeld rondom de markt van Huanan.

Maar de meest fundamentele kritiek is natuurlijk het simpele feit, dat ook al heeft de markt van Huanan een belangrijke rol gespeeld bij de verspreiding van SARS-CoV-2, dit niets zegt over hoe dat virus op de markt is terechtgekomen. Met zo’n slordige tienduizend bezoekers per dag, die opeengepakt schuifelden door nauwe marktstraatjes in slecht geventileerde hallen, is dit de ideale gelegenheid voor een superspreading event. Daarbij is in principe één geïnfecteerde persoon met een hoge ‘viral load’ genoeg om binnen korte tijd vele anderen te besmetten.[76] [77] Dit is het meest fundamentele kritiekpunt op de studie: ook al is het zeer aannemelijk dat de markt een grote rol gespeeld heeft bij de explosieve verspreiding van het virus, dat bewijst geenszins dat het virus op die plek van dier op mens is overgesprongen. Dat komt ook terug in het definitieve artikel, waarin van het ‘dispositive’ en ‘incontrovertible’ bewijs niet veel overblijft. Of beter gezegd: niets.

Opvallend is dat, in tegenstelling tot de preprint, in de definitieve studie een sectie ‘study limitation’ is opgenomen. Daarin stellen dat auteurs dat ze niet van alle vroege gevallen de precieze locatie konden te achterhalen. Dat is zeker niet de belangrijkste constatering. Wat van veel groter belang is dat de auteurs nu zelf constateren dat ze niet over een lijst van vroege Covid-19-gevallen beschikken, hetgeen impliciet betekent dat ze moesten vertrouwen op de betrouwbaarheid van de data in het WHO-rapport. En we weten inmiddels hoe betrouwbaar die data zijn. Een laatste tekortkoming die genoemd wordt in deze sectie, is dat er nog steeds geen intermediaire gastheer bekend is, noch op de markt, noch in de bevoorradingsroute van de markt. Feitelijk komt het er op neer dat de auteurs in het artikel suggereren dat het een dier geweest moet zijn dat het virus naar de markt heeft gebracht, maar desondanks erkennen dat ze niet weten hoe en waar dat dan gebeurd zou moeten zijn. Net zomin als ze iets kunnen zeggen over welk dier hiervoor dan wel verantwoordelijk zou moeten zijn geweest. Met andere woorden: ieder bewijs voor de stelling dat het virus door een dier naar de markt werd gebracht ontbreekt. Tot zover het ‘definitieve’ en ‘onweerlegbare’ bewijs dat Worebey en zijn team geleverd denken te hebben.

De centrering van de vroege gevallen rondom de markt van Huanan is de centrale these van het artikel van Worobey et al., en ik heb met mijn bespreking duidelijk gemaakt waarom deze geen standhoudt. Overigens is dit de belangrijkste, maar bij lange na niet de enige kritiek op de studie. Onder de studie staan 8 e-letters, waarin nog enkele fundamentele punten van kritiek genoemd worden. Zo worden in een commentaar van een wetenschapper van de Jacobs University van Bremen problemen met de databestanden beschreven, waarbij de schrijver zegt dat hij ondanks meerdere keren aandringen geen antwoord kreeg van de auteurs of de redactie van Science. Een andere e-letter is geschreven door een aantal leden van DRASTIC, maar zij schreven een veel uitgebreidere kritiek die ik later zal bespreken.

De reden waarom ik het artikel van Worobey et al. zo uitgebreid besproken heb, is om te laten zien hoe een groep virologen, waaronder meerdere van naam en faam, op basis van oncontroleerbare en waarschijnlijk onbetrouwbare data en een rammelende methodologie, proberen het door hen gewenste scenario van een zoönose alsnog als enig juiste theorie te verkopen aan de wetenschappelijke wereld en het lekenpubliek. Dit geheel in lijn met het Proximal Origin-artikel en de ‘kritische review’ van Holmes et al. Die lijn wordt doorgetrokken in de twee artikelen die ik hieronder nog zal bespreken. Overigens, niet helemaal onbelangrijk om te vermelden, aan het eind van het artikel staat vermeld dat de financiering van het project voor rekening kwam van de National Institute of Allergey and Infectious Diseases (NIAID). Verschillende auteurs ontvangen ook voor andere projecten geld van de NIH. Ook dat zal niemand verbazen, aangezien we al weten dat vele wetenschappers chronisch aan het geldinfuus van de NIH/NIAID hangen.

Een laatste opmerking gaat over de andere aspecten die nog aan de orde komen in het artikel van Worobey et al. Voor een verdere onderbouwing bespreken de auteurs opnieuw de bemonstering van de omgeving van de markt, zoals die ook al in het vorige artikel ‘The origin of SARS-CoV-2: a critical review’ van Holmes et al. werd besproken. Dit aspect in het verhaal zal later opnieuw aan de orde komen, reden om het hier even te laten rusten. Verder bespreken Worobey et al. de afstand tot de markt van mensen die geïnfecteerd waren met stam A of stam B, om te laten zien dat beide een nauwe relatie met de markt hadden. Omdat de relevantie van deze discussie vooral afhangt van wat er in het tweede artikel van de club rondom Andersen, Holmes, Garry en Rambaut over wordt geschreven, en speciaal aan dit onderwerp wordt gewijd, laat ik ook dat hier even voor wat het is.[78] Die studie van Pekar et al. is de tweede publicatie die op dezelfde dag als het hierboven besproken artikel op de Zenodo-preprintserver werd geplaatst. Ook hierover valt veel te vertellen, niet in de laatste plaats vanwege het opvallende staartje dat het artikel kreeg, ruim nadat het als definitief artikel was gepubliceerd in Science.[79] En de grote staart die het artikel van Worobey nog zou krijgen, was toen nog niet eens zichtbaar.

We gaan verder met de studie van Pekar et al.

2. The molecular epidemiology of multiple zoönotic origins of SARS-CoV-2.[80]

Zoals ik al eerder uitgelegd heb, is de centrale these van deze studie dat er in vroege fase van de pandemie twee varianten ontstaan zijn, die aangeduid worden met stam A en stam B. Deze twee stammen verschillen op twee plaatsen in het genoom, en wel op de posities 8782 en 28144. Stam A heeft op die posities een T/C-motief en stam B een C/T-motief. Daarbij wordt aangenomen dat stam A vroeger moet zijn ontstaan dan stam B, omdat RaTG13 en RmYN02 hetzelfde T/C-motief hebben als stam A, en stam A daarmee waarschijnlijk net iets nauwer verwant is aan beide virussen dan stam B. Nu is de hypothese in de studie van Pekar et al. dat er twee mogelijkheden zijn die het ontstaan van stam A en B zouden kunnen verklaren: de eerste mogelijkheid is dat stam B ontstaan is uit stam A, terwijl het virus al onder mensen circuleerde. In dat geval zouden er intermediaire varianten moeten zijn die aangetroffen zijn bij mensen, varianten dus met een T/T of een C/C-motief, omdat het niet waarschijnlijk is dat beide mutaties op exact hetzelfde moment zijn ontstaan. De tweede mogelijkheid is dat stam A en stam B in een tussengastheer zijn ontstaan en dus op twee of meer verschillende momenten op de mens moeten zijn overgesprongen. In dat geval zouden er bij de eerst geïnfecteerde mensen geen varianten mogen worden aangetroffen met een T/T of C/C motief. Als dat wel zo is, kan de hypothese verworpen worden dat het virus minstens twee keer van dier op mensen is overgesprongen.

Die bewuste hypothese komt uit de hoge hoed van Bob Garry, die hier al in mei 2021 over schrijft op virological.org, het online forum van Andrew Rambaut.[81] Dit omdat in het WHO-rapport een stam A-genoom wordt beschreven dat op 30 december 2019 aangetroffen werd bij een persoon die geen link had met de markt van Huanan, maar wel met een supermarkt in Wuhan, waar ze mogelijk blootgesteld zou zijn aan geslachte kuikens.[82] Daaruit destilleerde Garry de hypothese dat die ene persoon op die markt besmet moest zijn, en er daarmee dus twee momenten geweest zouden moeten zijn waarop het virus op een markt van dier op mens overgesprongen is. Maar uit een artikel, dat al in februari 2020 wordt gepubliceerd in The Lancet,, en dat in hoofdstuk 7 ook al aan de orde kwam, wordt duidelijk dat er een familie is, bestaande uit zes personen, die van 29 december 2019 tot 4 januari 2020 Wuhan bezocht en geen enkele relatie met welke markt dan ook in Wuhan had.[83] Vijf van hen werden ziek, en van twee van hen werd het volledige genoom van SARS-CoV-2 bepaald: beide behorende tot stam A. Waarschijnlijk raakten twee van hen besmet tijdens een bezoek aan een ziekenhuis in Wuhan op 29 december 2019. Dat maakt het onwaarschijnlijk dat die ene patiënt bij wie op 30 december 2019 een stam A-variant wordt aangetroffen, de eerste patiënt met een stam A-genoom zou zijn en dus is er geen aanleiding om te denken dat zij besmet zou moeten zijn in een supermarkt. Want blijkbaar waren er al veel meer gevallen van Covid-19 opgenomen in het ziekenhuis die geïnfecteerd waren met stam A, waarmee de twee leden uit de familie van zes besmet raakten. Het is mogelijk dat Worobey et al. en Pekar et al. deze daarom gedachte lieten varen, en op een andere manier aannemelijk probeerden te maken dat stam A en stam B onafhankelijk van elkaar van dier op mens overgesprongen moesten zijn.

Belangrijk om te begrijpen is dat het om elf genomen van stam B gaat die aangetroffen werden bij mensen met een directe relatie met de markt van Huanan, en de eerste twee genomen van stam A die gevonden werden bij twee mensen die wel in de buurt van de markt woonden, maar er geen link mee hadden. Twaalf van deze dertien genomen – 11 stam B en 1 stam A – zijn terug te vinden in tabel 6 van paragraaf 3.2.3 van het eindrapport van de WHO-missie. Bij de analyse van deze 13 genomen konden de auteurs uit de groep van 154 gevallen, waarvan men de locatie bepaald had, er 12 herleiden naar patiënten. De locatie van het dertiende geval, besmet met stam A, was afkomstig uit een andere bron.[84] Het zijn deze dertien gevallen, waarvan er twee van stam A zijn, waarop de hele analyse van Pekar et al. gebaseerd is.

Voor de verdere analyse zoeken de auteurs verder naar alle genomen van SARS-CoV-2 die in verschillende databanken zoals GISAID, GenBank en de China National Center for Bioinformatics (CNCB) beschikbaar zijn, met als afkappunt 14 februari 2020. Van de genomen die behoren tot stam A of B zijn er dat 787. Daarnaast vinden ze twintig genomen die een C/C of T/T-profiel hebben. Met behulp van deze genoomsequenties modelleren ze hoe het allereerste SARS-CoV-2-genoom eruit gezien zou moeten hebben, en hoe het virus vervolgens geëvolueerd is. Die eerste variant in een dergelijke analyse heet een Most Recent Common Ancester (MRCA), ofwel de meest recente voorouder van SARS-CoV-2 waaruit alle erop volgende varianten ontstaan zijn. Die MRCA zou aanwezig kunnen zijn in de mens, maar ook in een tussengastheer. Vervolgens stellen de auteurs een virusstamboom op om in kaart te brengen hoe de verschillende varianten van het virus zijn ontstaan. Daarvoor bestaan meerdere methoden, elk met zijn eigen sterke en zwakke punten, en elk meer of minder geschikt voor verschillende infectieziekten. De resultaten van de verschillende methodes verschillen over het algemeen duidelijk van elkaar, en dus moet goed beargumenteerd worden waarom voor een bepaalde methode wordt gekozen, en of die methode de werkelijkheid recht doet.[85]

De vraag is echter of Pekar et al. dat ook gedaan hebben. Volgens twee wetenschappers van het Bioscience Resource Project is dat in ieder geval niet zo.[86] Volgens hen gebruikten Pekar et al. een methode die erg gevoelig is voor vertekening van de resultaten als er selectief bemonsterd wordt. En dat is per definitie het geval, omdat één van de criteria voor het identificeren van de vroege gevallen was dat ze een relatie met de markt van Huanan moesten hebben, en er bovendien specifiek gezocht werd naar andere gevallen in de ziekenhuizen in de directe omgeving van de markt. Het zijn daarmee deze selectief bemonsterde genomen die bepalen hoe de virusstamboom eruit komt te zien, terwijl als de genomen die niet bemonsterd werden, wél bemonsterd zouden zijn, de virusstamboom er heel anders uit zou komen te zien. Daarnaast zouden volgens deze twee wetenschappers de resultaten van Pekar et al. sterk beïnvloed worden door hoe in hun methode superspreading events gemodelleerd worden. Die modellering zou hiervoor niet representatief zijn in het kader van een respiratoir overgedragen virus. Ook zou de analyse in sterke mate afhankelijk zijn van wat men als de vroegste gevallen beschouwt, en bepalen die in sterke mate hoe de MCRA eruit komt te zien, om er aan toe te voegen dat naar hun mening Pekar et al. op basis van beperkt en subjectief bewijs bepalen wie tot de vroegste gevallen behoren, onder verwijzing naar het eerdere artikel van Worobey dat hiervoor door de groep gebruikt wordt.[87]

Bij hun kritiek verwijzen beide auteurs naar een studie waarin een nieuwe methode wordt beschreven die al deze nadelen niet heeft. Die studie zal ik hierna aanduiden als Kumar et al.[88]  De naam van die methode is de ‘Mutational Order Analysis’ (MOA). Deze methode werd al gebruikt bij het bepalen van opeenvolgende mutaties in kankercellen, maar blijkt ook uitstekend bruikbaar in het modelleren van de genetische evolutie van virussen. De uitkomsten van deze analyse zijn gebaseerd op een veel grotere databank en zijn statistisch veel robuuster dan die van Pekar et al. In deze studie worden bij een eerste stap 29.681 genomen geanalyseerd, en in een tweede stap 68.057 genomen, waarbij ook alle genoomsequenties van SARS-CoV-2 meegenomen worden die buiten China werden aangetroffen, waarmee de resultaten nog betrouwbaarder worden. In de studie worden de resultaten van het eigen onderzoek naast die van Pekar et al. gelegd, waarbij de auteurs wijzen op de verschillende tekortkomingen in de analyses van laatstgenoemde, zoals die ook door de twee wetenschappers van het Bioscience Resource Project in hun stuk worden besproken. De analyse van Kumar et al. geeft hele andere resultaten dan die van Pekar et al. Zo wijst hun onderzoek uit dat er één MCRA geweest moet zijn, waaruit eerst stam A is ontstaan en stam B op zijn beurt uit stam A. Uit deze modellering komt dat de MCRA eind oktober 2019 moet zijn ontstaan, en dateert daarmee de uitbraak een maand vroeger dan Pekar et al. dat doen. Dat is een belangrijk verschil, omdat Pekar et al. aannemen dat in hun analyse de vroegste genomen bemonsterd zijn.

Een klein jaar na hun eerste studie publiceert dezelfde groep wetenschappers een tweede studie waarbij ze hun methode verder hebben verfijnd en nu de naam TopHat geven (Caraballo-Ortiz et al.).[89] Deze aangepaste methode heeft nog een aantal voordelen ten opzichte van de MOA. In deze tweede studie worden de resultaten van de MOA-analyse en de TopHat-analyse van de 68.057 genomen naast elkaar gelegd. De resultaten komen sterk overeen. Vervolgens wordt de analyse middels TopHat herhaald, maar nu met een databank bestaande uit 1.106.862 genomen. Het resultaat laat zien dat de MCRA nog vroeger gedateerd moet worden, waarschijnlijk in de periode van midden september tot begin oktober 2019, hetgeen in lijn is met wat in hoofdstuk 1 al aan de orde kwam. Feitelijk valt hiermee de basis weg onder zowel de studie van Pekar et al. als die van Worobey et al., omdat een belangrijke aanname in beide studies is dat de ziektegevallen uit december 2019 de vroegste gevallen zijn, terwijl het virus dus waarschijnlijk al minstens twee maanden onder de bevolking circuleerde. Overigens ontkracht de analyse van Caraballo-Ortiz et al. ook de suggestie van Gao et al. dat de pandemie wellicht buiten China haar origine zou kunnen hebben, zoals enkele maanden later door een Chinese groep van wetenschappers nog een keer als zijnde een reëel scenario naar voren wordt geschoven als reactie op Worobey et al.[90] Maar volgens Kumar et al. moet het begin van de uitbraak wel degelijk in China gelokaliseerd worden, omdat de meest vroege genomen in hun analyse afkomstig zijn uit China. Ten overvloede, ook Kumar et al. concluderen dat de allereerste varianten van SARS-CoV-2 ‘already possessed the repertoire of protein sequences needed to infect, spread, and persist in the global human population’. Met andere woorden: het virus had zich al opmerkelijk goed aan mensen aangepast. De zoveelste bevestiging van het gelijk van Alina Chan.

Daarmee zouden we de bespreking van Pekar et al. kunnen stoppen, maar het is goed om alsnog uit de doeken te doen hoe zij hun analyse uitvoeren. Uit de eerste stap van het onderzoek van Pekar et al. komen drie varianten van SARS-CoV-2 naar voren die volgens hen aan het begin van de uitbraak gestaan zouden kunnen hebben: stam A, stam B en een intermediair genoom met het C/C-patroon. Vervolgens simuleerde men ongeveer 1100 keer het beloop van een uitbraak om te onderzoeken welk verloop het vaakst optrad, onder de aanname dat het virus één keer van dier op mens overgesprongen zou zijn. In die simulatie valt de intermediair met het C/C-patroon af als vroege variant van SARS-CoV-2. Belangrijker is dat volgens Pekar et al. de simulaties uitwijzen dat het niet waarschijnlijk is dat het virus eenmaal van dier op mens is overgesprongen, en dat daarbij vervolgens de ene stam (stam B) uit de andere (stam A) is ontstaan. Dat is slechts in 3,1% van de simulaties het resultaat. De simulaties waarbij één stam – dan wel A of B – voor één uitbraak zorgt, is het meest voorkomende scenario (47,5%). En als één stam één uitbraak veroorzaakt, zo is de conclusie van Pekar et al., moeten stam A en stam B onafhankelijk van elkaar op de mens overgesprongen zijn. En als dat zo is, kan de directe voorouder van SARS-CoV-2 niet afkomstig zijn geweest van de mens, maar moet het wel een dier zijn geweest die het virus bij zich droeg. Dit is in het kort de gedachtegang van de auteurs.

De statistische methodes en de modellering die Pekar et al. hiervoor gebruiken, zijn zelfs na uitgebreide bestudering nauwelijks te begrijpen voor iemand die niet thuis is in deze materie, laat staan dat die persoon kan beoordelen of het gebruikte model klopt en of de statistische methode wel op een juiste manier wordt toegepast. Om nog maar te zwijgen over de vraag of die figuur kan beoordelen of de software die voor de analyses werd gebruikt wel deugt, een niet onbelangrijk detail, zoals later nog pijnlijk duidelijk zal worden. Verder laat ik deze analyses deels voor wat ze zijn, omdat we voor een fundamentele beschouwing afhankelijk zijn van experts die deze materie tot in detail kunnen doorgronden. Die experts blijken er overigens wel te zijn, en van een aantal hebben we de namen al eerder gezien: Daoyu Zhang, Yuri Deigin, Steven Quay en Steven E. Massey. De eerste auteur, Alex Washburne, kennen we nog niet, maar hij zal later in het verhaal nog een belangrijke rol spelen. Washburne et al. schrijven een uitgebreide repliek op de studie van Pekar et al., waarin zij uiteenzetten waarom de modellering van Pekar et al. geen recht doet aan de werkelijkheid ten tijde van de uitbraak, omdat ze volgens hen gebaseerd is op onjuiste en onrealistische onderliggende aannames. Daarom zou deze analyse volgens hen daarom met de grootst mogelijke scepsis moet worden bekeken.[91] Hun kritiek komt goeddeels overeen met die van de twee wetenschappers van het Bioscience Resource Project aan de hand van de artikelen van Kumar et al. en Caraballo-Ortiz et al. Ook Washburne et al. wijzen erop dat de modellering van Pekar et al. niet geschikt is om superspreading events in het kader van een respiratoir overgedragen virus te modelleren. De methode zou bedoeld zijn om de methode te gebruiken in het kader van HIV, met een daarbij behorende veel langere tijdsschaal waarop deze superspreiding events zich afspelen en een hele andere dynamiek van het ontstaan van mutaties in HIV. En ook zij wijzen op de zeer selectieve bemonstering in de studie van Pekar et al. als sterk verstorende factor.

Gezien de solide onderbouwing van deze repliek is het mijns inziens aannemelijk dat deze kritiek terecht is. Natuurlijk kan men zich afvragen wie van beide groepen experts gelijk heeft, maar een opvallende constatering is dat de groep rondom Andersen, Holmes, Garry en Rambaut nooit inhoudelijk ingegaan is op deze kritiek, terwijl deze toch van goed ingevoerde collega’s afkomstig is. Ook dat is iets dat zich steeds herhaalt: de groep rondom deze vier wetenschappers verweren zich hoogstzelden inhoudelijk tegen kritiek, terwijl de eerste twee de critici op social media wel met enige regelmaat bestoken met ad hominems. Een andere praktijk is het gebruik maken van een drogreden, zoals het zich beroepen op het autoriteitsargument, dat erop neer komt dat zij gepubliceerd hebben in ‘peer-reviewed’ tijdschriften, en hun critici niet. Waarbij zij voorbijgaan aan de enorme censuur op ongewenste standpunten ten tijde van de coronapandemie, ook in wetenschappelijke kringen.[92] [93] Het hoeft geen betoog dat de mogelijkheid van een labontsnapping er daar ook een van was.

Een punt van kritiek valt echter wel goed te begrijpen voor de geïnteresseerde leek. En dan gaat het om de intermediaire genomen die er zouden kunnen zijn tussen stam A en stam B, als stam B uit stam A (of vice versa) is ontstaan: het zijn de genomen met een C/C of een T/T patroon. Dit aspect is zo belangrijk dat dezelfde groep van Washburne et al., maar nu met Steve Massey als eerste auteur, alleen over deze intermediaire genomen een artikel schrijven, dat bijna twee maanden voor de hierboven al besproken repliek als preprint online wordt geplaatst, voorafgegaan door een lange twitterdraad van Steve Massey.[94] [95] Zoals we al weten vonden Pekar et al. naar eigen zeggen twintig intermediaire genomen met een C/C (16) en een T/T (4) patroon, maar Pekar et al. beargumenteren vlot dat die intermediaire varianten niets anderz zijn dan artefacten als gevolg van ‘contaminatie’ en de gebruikte bio-informatica. Wat ze hier precies mee bedoelen, wordt echter niet gespecificeerd, en ook ontbreekt een beschrijving van de analyse die tot uitsluiting van deze twintig intermediaire genomen leidt. Hoe dan ook, het wegredeneren door Pekar et al. van deze twintig genomen met een C/C of een T/T-patroon die bij mensen werden aangetroffen, is cruciaal voor hun conclusie, want als deze intermediaire genomen wel zouden bestaan, valt hun hele analyse in het water. Massey et al. ontdekken dat de argumenten van Pekar et al. voor het uitsluiten van deze genomen niet valide zijn, en deels onjuist, en bovendien dat zij niet dezelfde criteria gebruiken voor de in- en exclusie van enerzijds de 787 genomen behorende tot stam A en B, en anderzijds de twintig intermediaire genomen met een T/T of een C/C-patroon. Als voorbeeld geven zij dat het uitsluiten van twaalf van de zestien C/C genomen gebeurde op basis van een ‘personal communication’ met een Chinese wetenschapper genaamd L. Chen, de eerste auteur van een studie waarin deze 12 intermediaire genomen werden gepubliceerd. Erger is echter dat Massey et al. nóg veertien andere intermediaire genomen vindendie niet meegenomen worden in de analyse van Pekar et al, waar dit volgens hun eigen inclusiecriteria wel had gemoeten. Het mag duidelijk zijn, er zijn wel degelijk intermediaire genomen aangetroffen bij mensen, en het is bijzonder onwaarschijnlijk dat het hier zonder uitzondering gaat om artefacten.

Samen met de mijns inziens reële kritiek op de onjuiste onderliggende aannames die in de modellering van Pekar et al. gedaan worden, is dit de doodsteek voor de conclusies in het artikel. Het is een stuk met veel statistisch en modelleringsgeweld dat voor de redelijk intelligente leek niet te doorgronden is. Maar eigenlijk is het niets meer dan een zuiver theoretisch model waaraan aannames ten grondslag liggen die volledig losstaan van de werkelijkheid. Daarnaast wordt cruciale informatie – de intermediaire genomen – die hun conclusies ernstig zouden verzwakken of misschien wel geheel teniet zouden doen, op niet valide gronden weggeredeneerd of simpelweg buiten beschouwing gelaten. Het op deze manier verrichten van wat door moet gaan voor wetenschappelijk onderzoek, is zo langzamerhand iets wat als een consistent patroon mag worden beschouwd in de publicaties van de groep rondom Andersen, Holmes, Garry en Rambaut: het maakt de sterke indruk dat de conclusies al bij voorbaat vaststaan, en dat de methodes en analyses daarop aangepast worden om bij deze conclusies uit te kunnen komen. In aanmerking genomen hoe het Proximal Origin-artikel tot stand kwam, is het weinig waarschijnlijk dat deze groep onbewust wetenschappelijke artikelen afleveren van een zo matige kwaliteit: veel waarschijnlijker is het dat dit onderzoek ingezet wordt om de gewenste boodschap te verkondigen.[96] En dat is dat SARS-CoV-2 een zoönose is.

New York Times

Naar analogie met het Proximal Origin-artikel lukt het de groep, geformeerd rondom de eerdere auteurs van dit opiniestu, ook nu om grote media-aandacht te genereren voor hun twee artikelen, ondanks het feit dat het slechts om pre-prints gaat, en niet om definitieve publicaties. Op 27 februari 2022 plaatst The New York Times een hoofdartikel op de website met de titel ‘New Research Points to Wuhan Market as Pandemic Origin’ en verwijst daarbij naar de studies van Worobey et al. en Pekar et al.[97] Natuurlijk komt de eerste auteur van het eerste stuk, Michael Worobey, uitgebreid aan het woord. En is hij is niet voorzichtig in zijn conclusies waarvan, zoals gezegd, in de uiteindelijke publicatie niet veel overblijft: ‘When you look at all of the evidence together, it’s an extraordinarily clear picture that the pandemic started at the Huanan market.’ Een conclusie die ook al in de pre-print in iets andere bewoordingen te lezen stond, met de al genoemde onschrijvingen ‘dispositive’ en ‘incontrovertible evidence’. Termen die jammerlijk verdwijnen uit de definitieve publicatie. Maar als de publicatie in Science eenmaal een feit is, besteedt de New York Times er geen aandacht meer aan.

Weliswaar worden andere wetenschappers zoals Thea Fischer en Jesse Bloom in het artikel in de New York Times ook aan het woord gelaten, waarbij Fischer van mening is dat de studies ‘overtuigend zijn’, terwel Bloom daarentegen concludeert dat wat Worebey et al. en Pekar et al. beweren, juist zou kunnen zijn, maar dat de kwaliteit van de data bij lange na niet voldoende is om met zekerheid te kunnen zeggen dat dit inderdaad het geval is. Bovendien is hij er allerminst van overtuigd dat het virus niet eenmaal, maar minstens tweemaal van dier op mens overgesprongen moet zijn. Ook de studie van de Chinese CDC passeert de revue in het artikel in de New York Times, maar het grootste deel gaat over de analyse van Worobey et al. en Pekar et al. En de titel van het stuk laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Het bewijs is geleverd: de pandemie is op de markt van Huanan begonnen.

Daar blijft het niet bij. Verschillende andere media besteden ook aandacht aan beide studies, waaronder CNN, die er een artikel aan wijdt, waarvan de kop het volgende zegt: ‘Studies offer further evidence that the coronavirus pandemic began in animals in Wuhan market.’[98] Opnieuw komt Michael Worobey aan het woord, en ook nu is hij weinig bescheiden in zijn conclusies. Hij beschouwt de conclusies die zij trekken als ‘game, set and match for the theory that the pandemic originated in the lab, om er daarna het volgende aan toe te voegen: ‘It’s no longer something that makes sense to imagine that this started any other way.’ De Chinese studie van Gao et al. komt in het artikel van CNN echter geheel niet ter sprake.

Ook Jon Cohen van Science Insider draagt een steentje bij aan het verspreiden van de boodschap die Worobey, Pekar en de anderen graag aan de man willen brengen. Een dag na het verschijnen van de artikelen op de websites van de New York Times en CNN, publiceert Science Magazine een artikel met de titel: ‘Do three new studies add up to proof of COVID-19’s origin in a Wuhan animal market?’[99] Opvallend is wat er meteen in de eerste alinea te lezen staat, omdat dit naar alle waarschijnlijk precies weergeeft wat Worobey en de zijnen willen bereiken: ‘Three new studies offer one indisputable conclusion about the origin of SARS-CoV-2: Despite the passage of 2 years and the Chinese government’s lack of transparency, data that can shed light on the pandemic’s greatest mystery still exist. And although these new analyses don’t all reach the same conclusion for how COVID-19 was sparked, each undercuts the theory that the virus somehow escaped from the Wuhan Institute of Virology, long a focus of suspicions.’ Een vreemde conclusie, want de studie van Gao et al. gaat daar helemaal niet over, en zegt niets over hoe het virus op de markt terecht is gekomen. En hoewel Worebey et al. en Pekar et al. anders willen doen geloven, zijn ook hun studies niet in staat om de hypothese van de labontsnapping te ontkrachten.

Daarna komen er enkele wetenschappers aan het woord die van mening zijn dat het pleit nu toch wel beslecht is in het voordeel van de zoönose-theorie. Een van hen is Flo Débarre, een evolutiebioloog werkzaam voor het ‘French National Centre for Scientific Research’. Zij wordt in het artikel als neergezet als iemand die niet vooringenomen is over wat de meest waarschijnlijke hypothese is voor de origine van SARS-CoV-2, maar dat valt nog te bezien, zoals later duidelijk zal worden. Verder is de publicatie in Science Insider een herhaling van zetten, zoals die ook al in het artikel in de New York Times werden gezet. Worobey laat voor een derde keer weten dat nu het bewijs voor de zoönosetheorie geleverd is: ‘To anyone who really grasps what is in all of those three papers, I think it’s very hard to dismiss that this is a very, very, very strong case that this pandemic started at that market’ Let op de formulering: ‘To anyone who really grasps…’, waarmee hij automatisch iedere persoon die kritiek durft te uiten op de studies, degradeert tot wetenschappelijke amateur die niet begrijpt waar het écht om gaat. De ironie wil dat daarna Jesse Bloom geciteerd wordt, een deskundige waarvan moeilijk gezegd kan worden dat hij de materie niet zou doorgronden: ‘I’m especially skeptical of the conclusion that there must have been two zoonotic jumps.’ En dat is niet enige dat Bloom over de kwestie zou zeggen.

In Nederland wordt van de resultaten van het onderzoek van Worobey et al. verslag gedaan door de NOS, waarbij de conclusie is dat ‘een groep internationale onderzoekers een nieuwe analyse heeft gedaan en tot de conclusie komt dat het virus inderdaad van de markt van Wuhan komt’. Vanzelfsprekend wordt Marion Koopmans, als Nederlands belangrijkste viroloog, gevraagd om haar mening. En zij is al even enthousiast over de resultaten als Worobey zelf: ‘Alles bij elkaar opgeteld, maakt dit het echt heel onwaarschijnlijk dat er een andere verklaring is. Je ziet dat de allereerste gevallen allemaal heel sterk geclusterd zijn bij die markt.’ Volgens Koopmans is de kans ‘enorm klein’ dat er een andere bron de oorzaak is van de uitbraak: ‘Dit is voor mij erg sterk bewijs.’[100] Ook voor Koopmans is het nu écht definitief: de zoönose-theorie is de enig juiste theorie. Inmiddels voor de tweede keer, na de eerdere publicatie van het Proximal Origin-artikel.

Hoe dan ook, na dit alles lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de opzet van Worobey en de zijnen is geslaagd: hun beide pre-prints zijn prominent in beeld in de wetenschappelijke commune en bij het grote publiek, en in de lekenpers wordt sterk de indruk gewekt dat de wetenschap nu toch wel definitief in het voordeel van de zoönose-theorie heeft beslist. En passant is de studie van Gao et al. effectief op een zijspoor gezet, en verdwijnt hun conclusie dat de markt slechts als superspreader event heeft gefunctioneerd bij het grote publiek uit beeld. Het pleit is definitief gewonnen. Althans, zo lijkt het.

Maar voordat ik verder ga met het laatste artikel van deze groep van fanatieke aanhangers van de zoönose-theorie, is er nog een verhaal dat verteld moet worden, omdat het rechtstreeks verband houdt met voorgaande, en de publicaties van Worobey et al. en Pekar et al. opnieuw in een ander daglicht stelt.[101]

Jesse Bloom

Het verhaal van Jesse Bloom begint bij een pre-print die hij op het punt staat te publiceren. Het is dan vrijdag 18 juni 2021.[102] Op het eerste gezicht lijkt dat niets bijzonders. Maar het artikel is wel bijzonder en komt op een gevoelig tijdstip. Want op dat moment krijgt Anthony Fauci al beveiliging wegens doodsbedreigingen, geuit door mensen die ervan overtuigd zijn dat hij de nodige duistere zaken te verbergen heeft. Daarnaast wordt de NIH gebombardeerd met FOIA-verzoeken over wat er gezegd en besproken werd tijdens de teleconferentie van 1 februari 2020 en in de periode die erop volgt, en wat de rol was van Anthony Fauci en Francis Collins bij het tot stand komen van het Proximal Origin-artikel. Verder heeft Nicholas Wade ruim een maand eerder zijn artikel gepubliceerd waarmee de mogelijkheid van een labontsnapping prominent terug op de kaart wordt gezet als een alleszins reëel scenario voor de herkomst van SARS-CoV-2.[103] En dan is er nog de reeks ontdekkingen van de onderzoekers van DRASTIC, die erop wijzen dat Shi Zheng-Li op zijn minst weinig mededeelzaam is geweest over de projecten die werden uitgevoerd door het WIV en wat daarbij in zuidoost Azië aan SARS-achtige coronavirussen gevonden werd. Dat is het decor in de vroege zomer van 2021 waartegen het verhaal van Jesse Bloom zich afspeelt.

Wat is er zo bijzonder aan de pre-print van Jesse Bloom dat het stuk hier besproken moet worden? Het is goed om nog eens in herinnering te brengen dat Bloom hoogleraar evolutiebiologie is, en als specialiteit de genetische evolutie van virussen heeft. Men mag dan ook aannemen dat hij weet waar hij over praat. In de introductie van zijn artikel gaat hij in op de mogelijke rol van de markt van Huanan bij de herkomst en de verspreiding van het SARS-CoV-2, en vat daarna samen wat er in de lekenpers en in de wetenschappelijke literatuur over de vroege Covid-19-gevallen in december 2019 geschreven werd. Hij vervolgt met de stelling dat de bestudering van de genetische epidemiologie (de fylogenetica) van het virus behulpzaam zou kunnen zijn om te achterhalen waar en wanneer de pandemie is begonnen, en hoe het virus zich in de vroege fase verspreid heeft, om er aan toe te voegen dat dit onderzoek voor SARS-CoV-2 in Wuhan ‘frustrerend onduidelijk’ is. Er is volgens Bloom slechts een handjevol patiënten bij wie eind december 2019 monsters afgenomen werden, met als gevolg dat er erg weinig data zijn. Hij tekent hierbij aan dat het in opdracht van de Chinese autoriteiten vernietigen van een groot deel van de monsters van SARS-CoV-2 begin januari 2020 hier mede debet aan is.

Daarna volgt zijn eerste belangrijke opmerking: Bloom stelt dat de vroegste genoomsequenties van SARS-CoV-2 uit december 2019, waarvan een deel afkomstig is van patiënten met een relatie met de markt van Huanan, meer verschillen van de veronderstelde directe voorouders – waaronder RaTG13 en RmYN02 – dan andere genoomsequenties die op een later tijdstip elders in China gevonden werden. Daarmee wordt het volgens hem twijfelachtig of die vroege genoomsequenties uit Wuhan wel echt tot de eerste varianten van SARS-CoV-2 behoren. Hij besluit zijn inleiding met het belangrijkste resultaat van zijn studie: hij heeft een aantal vroege genoomsequenties van SARS-CoV-2 opgediept die uit GenBank verwijderd waren. Die genoomsequenties zouden er volgens Bloom op wijzen dat de vroege genoomsequenties die ten grondslag liggen aan meerdere studies, waaronder het rapport van de WHO-missie en daarmee ook aan de latere publicatie van Pekar et al. – niet representatief zijn voor de genoomsequenties zoals die in de vroege fase van de pandemie in Wuhan circuleerden. Tot dusver niets schokkends in het stuk van Jesse Bloom, zo lijkt het.

Bloom komt deze sequenties op het spoor als hij een wetenschappelijk artikel leest over de genetische evolutie van SARS-CoV-2.[104] In het supplement van dat artikel vindt hij een tabel waarin de data gegeven worden van alle beschikbare genoomsequenties die voor de studie gebruikt werden. Een deel van die databestanden verwijzen naar een zogenaamd ‘BioProject’, uitgevoerd door twee wetenschappers van de Wuhan University. Dit BioProject blijkt 241 databestanden met genoomsequenties te bevatten. Maar het project is niet meer terug te vinden in GenBank: volgens de website bestaat het simpelweg niet. Bij een zoektocht met behulp van Google komt Bloom terug bij de tabel uit het supplement van het artikel dat hij leest, maar verder vindt hij niets. Vervolgens zoekt hij in GenBank op elk afzonderlijk databestand uit dit BioProject, om te ontdekken dat die allemaal uit de databank verdwenen zijn.

Vervolgens gaat Bloom na of er wellicht een wetenschappelijk artikel is dat bij het bewuste BioProject hoort. Dat blijkt er te zijn, en de pre-print daarvan wordt op 4 maart 2020 geüpload naar de pre-printserver medRxiv. Het is één dag na het instellen van de strenge censuur door de Chinese Staatsraad op de publicatie van alle wetenschappelijke artikelen met als onderwerp Covid-19 of SARS-CoV-2. Niet lang daarna, in juni 2020, wordt het artikel gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift ‘Small’. Uit de studie blijkt dat het om 45 neus-keelmonsters gaat, afgenomen bij poliklinische patiënten ‘vroeg in de pandemie (januari 2020)’. Van de 45 monsters zijn er 34 positief voor SARS-CoV-2. Verder zijn er nog zestien monsters die op 11 en 12 februari 2020 afgenomen werden bij patiënten met Covid-19 in het Renmin-ziekenhuis. In totaal leiden deze monsters tot 99 databestanden die genoomsequenties van SARS-CoV-2 bevatten. Overigens zijn er veel meer databestanden dan monsters, omdat bepalingen dubbel gedaan worden en er positieve en negatieve controles meegenomen worden in de analyse.

Als Bloom de databestanden uit het verdwenen BioProject, behorende bij het Chinese artikel, vergelijkt met die in de tabel uit het supplement van het artikel dat hij eerder gelezen heeft, wordt duidelijk dat die databestanden volledig met elkaar overeenkomen. Maar zowel in de pre-print als in de definitieve publicatie van het Chinese artikel ontbreekt een addendum of correctie waarin vermeld wordt dat het BioProject met de 241 databestanden verwijderd zijn uit GenBank. Bloom benadert de twee Chinese auteurs van het artikel met de vraag waarom zij dit gedaan hebben, maar krijgt geen antwoord.

Bloom weet echter dat alle databestanden met genoomsequenties die geüpload worden naar GenBank, over het algemeen ook in de clouds van Google en Amazon opgeslagen worden. Aan de hand van de url’s van andere databestanden van genoomsequenties leidt hij af wat de url’s van de verdwenen databestanden zouden moeten zijn. Daarmee lukt het hem om 97 van de 99 databestanden met genoomsequenties van SARS-CoV-2 te achterhalen. Uiteindelijk gebruikt hij de databestanden behorende bij dertien van de 34 positieve monsters die bij poliklinische patiënten afgenomen werden, en één van de zestien monsters afgenomen bij de opgenomen patiënten met Covid-19. Dit omdat die genoomsequenties van voldoende kwaliteit zijn, en de andere niet. Vervolgens construeert hij een virusstamboom zonder gebruik te maken van deze data, en een mét behulp van deze genoomsequenties. Daaruit wordt duidelijk dat als deze verwijderde genoomsequenties meegenomen worden bij het construeren van een virusstamboom, het veel aannemelijker wordt dat de pandemie in Wuhan is begonnen, en dat de tot dan toe bekende genoomsequenties, zoals die in onder andere het WHO-rapport worden gegeven, inderdaad niet representatief zijn voor alle op dat moment circulerende varianten van SARS-CoV-2.

Jesse Bloom trekt uit de gang van zaken stevige conclusies: volgens hem is er geen voor de hand liggende wetenschappelijke reden om deze databestanden te verwijderen. Hij stuurt een e-mail naar de NIH met de vraag waarom de databestanden verwijderd werden, en krijgt als antwoord de e-mail die de Chinese auteurs naar de NIH gestuurd hebben, met daarin inderdaad het verzoek om deze databestanden te verwijderen. Dat is al gebeurd op 16 juni 2020, precies een jaar eerder.[105] De reden zou zijn dat de auteurs de databestanden geüpload hadden naar een ‘andere website’ en daarom uit de databank verwijderd konden worden. Maar Bloom kan ze niet terugvinden in de databases GISAID, GenBank of een van de andere databanken. En ondanks het feit dat de databestanden genoemd worden in het gepubliceerde artikel in het tijdschrift ‘Small’, is de praktische consequentie van het verwijderen ervan dat niemand ooit te weten zou komen dat ze bestaan, tenzij ze het bewuste artikel, inclusief de addenda, nauwkeurig zouden lezen. Daarna zou de lezer moeten controleren of het bewuste Bioproject wel bestaat. En vervolgens zou die persoon, na het constateren dat dit niet het geval, nog op het idee moeten komen om de bestanden te zoeken in de Clouds van Amazon of Google. En zelfs dat is niet voldoende, want daarna zou hij nog moeten bedenken dat de bestanden te achterhalen zouden zijn door de verschillende url’s van de nog aanwezige databestanden op een rij te zetten, en de vermoedelijke url’s van de ontbrekende bestanden te interpoleren, zoals Bloom dit heel ingenieus deed. De kans dat deze stappen in de praktijk gezet zouden worden, is nagenoeg nul. Maar niet helemaal nul, zoals Bloom laat zien. Later zal Lawrence Tabak, de waarnemend directeur van de NIH, ten overstaan van de Amerikaanse senaat verklaren dat de sequenties niet definitief verwijderd uit de databank zijn, maar alleen uit het publieke domein gehaald. Via de registratienummers van de genoomsequenties zouden ze nog steeds opvraagbaar zijn. Maar wie die afzonderlijke nummers niet tot zijn beschikking had, kon de genoomsequenties simpelweg niet vinden.[106]

Hadden de Chinese auteurs dan niet beter de pre-print helemaal terug kunnen trekken? Het is goed mogelijk dat ze dit wel wilden doen, maar dat lag buiten hun bereik: na het uploaden van een pre-print naar de servers van bioRxiv en medRxiv is er geen mogelijkheid meer om ze te laten verwijderen. Zelfs teruggetrokken artikelen blijven zichtbaar op de website. Met andere woorden: na het uploaden van hun pre-print was er geen weg terug meer voor de Chinese auteurs, en de enige mogelijkheid om de schade te beperken, was het verzoek om meerdere essentiële databestanden te verwijderen. In het licht van de door China ingestelde strenge censuur, de opdracht van de Chinese autoriteiten om alle vroege monsters te vernietigen, en nu het verwijderen van belangrijke databestanden uit GenBank, zo stelt Bloom, ‘this suggests a less than wholehearted effort to maximize information about viral sequences from early in the Wuhan epidemic.. Een zware beschuldiging, met grote implicaties. Zoals Bloom snel zou merken.

Want de analyse wordt Bloom door China niet in dank afgenomen. Hij beschrijft in zijn artikel dat een maand na publicatie van zijn pre-print de verwijderde databestanden besproken worden tijdens een persconferentie van de viceminister van China’s National Health Commission, dr. Zheng Yixin, en daarna tot twee keer toe door een aan het Chinese bewind geaffilieerde blogger. Beide stellen dat de databestanden verwijderd werden omdat het tijdschrift Small per ongeluk de standaardverklaring over de beschikbaarheid van de data uit het artikel had gehaald, en de auteurs daarom aannamen dat ze de databestanden konden verwijderen. De editor van het tijdschrift bevestigt later deze lezing. Desondanks is deze verklaring in strijd met de uitspraak van de auteurs die ze in een eerder stadium deden in de e-mail aan de NCBI, waarin ze verzochten om verwijdering van de databestanden omdat die elders geüpload zouden worden. Verder zouden de monsters niet ‘vroeg in de epidemie’ verzameld zijn, maar pas na 30 januari 2020. Dat is bijzonder, want de vermoedelijke datum waarop de bestanden aangemaakt zijn, is op 15 februari 2020. Dat betekent dat er (ruim) minder dan twee weken gezeten kan hebben tussen afname en het uploaden van de genoomsequenties. Maar om deze verklaring geloofwaardig te maken, worden de databestanden op 8 juli 2020 alsnog online gezet op de website van een Chinese databank. De vraag is natuurlijk of dit ook spontaan gebeurd zou zijn als Bloom er niet over gepubliceerd had. Verder is het oordeel van de Chinese viceminister over de persoon Jesse Bloom zoals men had kunnen verwachten. Wie geen vriend van de Chinese staat is, is een vijand. Volgens Zheng Yixin had Bloom met zijn artikel ‘een samenzweringstheorie’ verzonnen die een negatief beeld schetste van China en vervolgde zijn verhaal met dat ‘dergelijke acties in strijd zijn met de geest en de wetten van de wetenschap’.[107]

Men zou denken dat daarmee het verhaal afgelopen is. Maar dat is niet zo. Want Bloom realiseert zich terdege dat zijn pre-print tot de nodige opschudding zou kunnen leiden. En dus stuurt hij nog voordat hij de pre-print online zet een e-mail naar Anthony Fauci, Francis Collins en Steve Sherry. De laatste is op dat moment waarnemend directeur van de NCBI. Als bijlage stuurt Bloom zijn pre-print mee. In een relaas dat hij zes maanden later schrijft naar aanleiding van het hele gebeuren, benoemt Bloom zelf als reden dat hij Collins, Fauci en Sherri wilde waarschuwen voor een spraakmakend en controversieel onderwerp en wellicht in samenwerking met de NIH te onderzoeken of er nog andere aan SARS-CoV-2 gerelateerde sequenties uit de NIH-databank verwijderd waren.[108]

Email Jesse Bloom aan Anthony Fauci, Francis Collins en Steve Sherry.

De hele e-mailcorrespondentie van in totaal 238 pagina’s wordt via een FOIA-verzoek opgevraagd door het internet-nieuwsmedium ‘Just the News’.[109] Daaruit blijkt dat Collins binnen drie uur reageert met de opmerking: ‘This is truly intriguing.. Verder zegt hij zeer geïnteresseerd te zijn in wat de gedachten van Sherry zijn over de verdwenen databestanden, en of er een manier is om na te gaan hoe dit is gebeurd. Een dag later, op 19 juni 2021, antwoord Sherry en stuurt de e-mail mee waarin de Chinese auteurs verzoeken de entry’s in de databank te verwijderen. De namen van de twee zijn zwartgelakt, evenals de entry-nummers waar het om gaat. Sherry zegt in zijn e-mail dat het verwijderen van de bestanden in overeenstemming met de regels is gebeurd, en dat wetenschappers het recht hebben om hun geüploade databestanden te laten verwijderen, zonder dat ze hiervoor een reden hoeven op te geven. Ook laat Sherry weten dat hij opdracht heeft gegeven om alle verwijderde databestanden met betrekking tot SARS-CoV-2 te identificeren.

In het relaas van Bloom vertelt hij verder dat Collins nog dezelfde dag een voorstel doet om de volgende dag een Zoom-bijeenkomst te houden, waarbij hij voornemens zou zijn om twee ‘externe wetenschappers’ uit te nodigen om mee te denken. Die twee wetenschappers zijn Kristian Andersen en Bob Garry. Volgens Bloom zou Collins hem gevraagd hebben of hij nog andere wetenschappers wilde uitnodigen om mee te discussiëren. Bloom noemt drie namen. Een van hen, Trevor Bedford, ziet de e-mail van Collins pas na de bijeenkomst en is er daarom niet bij aanwezig. De andere twee zijn er wel bij. Het gaat om Sergei Pond, hoogleraar aan Institute for Genomics and Evolutionary Medicine van de Temple University in Pennsylvania en Rasmus Nielsen, hoogleraar van het Department of Integrative Biology aan de Berkeley University, California.[110] Zijn specialiteit is de statistiek van genetica en de bio-informatica in relatie tot de evolutiebiologie.

De gang van zaken zoals Bloom die schetst, valt niet geheel te reconstrueren uit de e-mailcorrespondentie, maar inderdaad nodigt Collins op 19 juni 2021 bovengenoemde personen uit voor een Zoomsessie de volgende dag: aanwezig zijn Jesse Bloom, Sergei Pond, Rasmus Nielsen, Kristian Andersen, Bob Garry en verder Anthony Fauci, Francis Collings, Steve Sherry, Lawrence Tabak en Alan Embry. Laatstgenoemde is het hoofd van de divisie Microbiology and Infectious Diseases van de NIH. Hij speelt echter geen rol van betekenis in het verhaal. De sessie wordt geopend door Steve Sherry, die uit de doeken doet wat het officiële beleid is wat betreft de data die wetenschappers uploaden naar GenBank. Hij bevestigt nogmaals dat de NCBI bezig is een lijst van verwijderde databestanden samen te stellen ‘for transparancy’. Daarna presenteert Bloom een samenvatting van zijn bevindingen.

Nadat hij zijn verhaal heeft gedaan, wordt de sfeer in de bijeenkomst vijandig. Volgens Bloom had Andersen grote bezwaren tegen zijn pre-print en hij zou zijn bevindingen ‘zeer verontrustend’ vinden. Andersen bracht volgens Bloom drie bezwaren in tegen zijn analyse. Ten eerste zou Andersen het onethisch vinden dat Bloom data analyseerde die op verzoek van de Chinese auteurs verwijderd was. Hij zou niet het recht hebben om dat te doen. Verder zou de fylogenetische analyse van Bloom niet interessant zijn, omdat er niets bijzonders zou zijn aan de vroege genoomsequenties die in Wuhan aangetroffen werden. Dat punt wordt krachtig betwist door Rasmus Nielsen, en wat Bloom zich in zijn aantekeningen het meest levendig herinnert is dat deze discussie tussen Andersen en Nielsen uitloopt in een schreeuwpartij over en weer. Volgens Andersen begreep Nielsen niets van fylogenetische analyses, en als hij dat wel zou doen, ook hij in zou zien dat de analyse van Bloom niet interessant was. Dit ondanks het feit dat Nielsen enkele maanden eerder samen met drie medeauteurs een wetenschappelijk artikel schreef over de genetische evolutie van SARS-CoV-2, waarin hij laat zien dat verschillende methoden tot hele verschillende uitkomsten leiden.[111] Het derde bezwaar van Andersen tegen de pre-print maakt is nog de meest bijzondere. Volgens hem was hij toch al het mikpunt van stevige kritiek, en dat hij als gevolg daarvan beveiliging nodig had buitenshuis. De pre-print van Bloom zou volgens Andersen ‘samenzweringstheorieën aanwakkeren’ dat China data verborgen hield en daarmee tot nog meer kritiek op wetenschappers zoals hij zelf leiden.

Bloom herinnert zich dat ook Collins, Fauci, Pond en Garry deelnamen aan de discussie, maar weet zich niet meer te herinneren wat precies hun bijdrage was. Wel weet hij nog dat Fauci klaagde over de formulering in de discussie waarin Bloom stelt dat de Chinese onderzoekers de databestanden ‘stiekem’ verwijderd zouden hebben. Die term verdwijnt overigens uit de definitieve publicatie, en is ook in de latere versies van de pre-print al niet meer terug te vinden.

Maar het meest bijzondere aan de bijeenkomst is wat Andersen volgens Bloom daarna voorstelt. Andersen zou gezegd hebben dat hij als reviewer voor de pre-printserver van bioRxiv artikelen screent, en dat hij een pre-print zodanig zou kunnen reviseren of zelfs van de server kunnen verwijderen, zonder een spoor achter te laten dat dit gebeurd was. Bloom zou daarop geantwoord hebben dat hij zijn kritiek op prijs stelde, maar dat hij zijn pre-print zeker niet zou verwijderen en voornemens bleef deze te publiceren in een wetenschappelijk tijdschrift. Hij laat Andersen verder weten dat hij zich voor kon stellen dat zijn pre-print gereviseerd zou moeten worden, maar dat het zijns inziens zeer de vraag was, gezien de vijandige sfeer, of dat in de context van de bijeenkomst zou moeten gebeuren. Dat is volgens Bloom het moment waarop Collins en Fauci laten weten dat ze heel duidelijk willen stellen dat zij nooit gesuggereerd hebben dat Bloom de pre-print zou moeten herzien, of dat deze verwijderd zou moeten worden zonder dat iemand dit achteraf zou kunnen zien. Men mag aannemen dat beiden zich op dat moment heel goed hebben gerealiseerd dat dit ‘aanbod’ van Andersen absoluut onacceptabel was, en dat als zij hieraan hun medewerking zouden verlenen, dat voor henzelf zeer ernstige gevolgen zou kunnen hebben als dit uit zou lekken. Desondanks bleef Andersen volgens Bloom aandringen om hem een herziene versie te laten uploaden naar bioRvix, waarbij de oorspronkelijke versie uit beeld zou verdwijnen. Op dat moment zou een van de NIH-functionarissen – volgens Bloom waarschijnlijk Francis Collins – iets in de trant gezegd hebben van: ‘Kristian, if he’s already submitted the pre-print, it’s better if you don’t pressure him to revise it.’

Hiermee was volgens Bloom de bijeenkomst in essentie afgelopen. Sergei Pond zou nog gezegd hebben dat het zijn advies was om open te blijven staan voor de oorsprong en evolutie van SARS-CoV-2, en dat er wellicht zaken waren die we nog niet wisten. Daar blijft het bij. Een dag later op maandag stuurt Trevor Bedford een e-mail aan de anderen waarin hij stelt dat hij aanvankelijk dacht dat de markt van Huanan goed in het zoönose-scenario paste, maar dat de sequenties die Bloom boven water haalde erop wijzen dat de markt slechts een secundaire rol heeft gespeeld.[112] Hij heeft ongetwijfeld op dat moment geen idee wat zich tijdens de Zoom-bijeenkomst heeft afgespeeld. Trevor Bedford is overigens een directe collega van Jesse Bloom, en is hoogleraar aan dezelfde instelling. Zijn specialiteit is de evolutie van virussen en hoe dit leidt tot uitbraken.[113] Men mag dan ook aannemen dat hij thuis is in de materie.

Natuurlijk is dit de lezing van het gebeurde zoals Bloom die zes maanden later opschrijft, en zou men zich kunnen afvragen of hij zich het gebeuren wel goed herinnert. Weinig verrassend laat Andersen weten dat Bloom ‘liegt’, en Garry doet zijn verhaal af als zijnde ‘nonsens’. De woordvoerder van Fauci weigert ieder commentaar. Maar Sergei Pond bevestigt desgevraagd het verhaal van Bloom, nadat laatstgenoemde zijn relaas aan hem voorleest. Pond zegt zich niet de exacte bewoordingen te herinneren, maar van wat Bloom beschrijft, klinkt het volgens hem als een nauwkeurig relaas van het gebeurde.[114] Om er aan toe te voegen dat volgens hem de ‘geladen sfeer’ tijdens de teleconferentie ongepast was voor wat een wetenschappelijke discussie zou moeten zijn. En uit de e-mails die Bloom nadien ontvangt van Pond en Nielsen wordt duidelijk dat het er inderdaad hard aan toe is gegaan tijdens de bijeenkomst. Zo stuurt Nielsen hem kort na de bijeenkomst een e-mail waarin hij het volgende schrijft: ‘Beste Jesse, ondanks de schuldgevoelens die Kristian je probeerde aan te praten (ik weet niet 100% zeker waarom), denk ik dat wat je doet de juiste wetenschappelijke benadering is. Rapporteer wat je vindt en maak je niet te veel zorgen over de politieke ramificaties. Ik wilde je alleen maar mijn morele steun aanbieden, als je de onvermijdelijke shit-storm tegemoet gaat. Hopelijk heb ik iets van mijn steun kunnen overbrengen tijdens het gesprek. Groeten, Sergei’. Ook Rasmus Nielsen betuigt Bloom zijn steun: ‘Hallo Jesse, dat was een heel moeilijke situatie, maar ik denk dat je er heel goed mee bent omgegaan. Ik hoop dat alles de komende dagen goed zal gaan. Ik vind dat je echt opkomt voor de wetenschap. Groeten, Rasmus’.[115]

Het mag duidelijk zijn dat Andersen en Garry niet twee onafhankelijke ‘externe deskundigen’ waren. Collins en Fauci wisten heel goed dat Andersen en Garry niet blij zouden zijn met de pre-print van Bloom, en het lijdt geen twijfel dat zij zelf evenmin gecharmeerd waren van Bloom’s suggestie dat China geprobeerd zou hebben om data achter te houden die meer duidelijkheid zou kunnen verschaffen over de herkomst van het virus. Bovendien is het gedrag van Andersen, aangenomen dat Bloom dit waarheidsgetrouw beschrijft, op zijn minst dubieus te noemen, zowel wat betreft zijn voorstel om de pre-print te reviseren of zelfs helemaal te doen verdwijnen, zonder dat dit te traceren zou zijn, als wat betreft zijn argumentatie richting Rasmus Nielsen. Het is een zwaktebod om in een wetenschappelijke discussie als argument aan te dragen dat iemand met aantoonbare kennis van zaken niets van de materie begrijpt. Maar het past goed in de lijn van het gedrag dat Andersen tot dan toe laat zien. Alleen hij is deskundig: ‘Anyone who really grasps…’ De reden hiervoor laat zich raden. Want als Bloom gelijk zou hebben, zou dat betekenen dat de conclusie van het Proximal Origin-artikel op losse schroeven komt te staan, en dat er (nog meer) twijfel zou ontstaan over de zoönose-theorie. En juist dat wilde Andersen koste wat kost voorkomen, evenals Garry, Collins en Fauci.

Twee dagen na de Zoom-meeting laat Bloom aan Collins, Sherry en Embry weten dat zijn pre-print gepost is op bioRvix. Ook geeft hij de link over de uitgebreide tweettorial die hij geschreven heeft over zijn bevindingen.[116] Enkele dagen later, op 27 juni 2021, vraagt Bloom per e-mail aan Steve Sherry of de NCBI nog steeds voornemens is om een gedetailleerd rapport samen te stellen over alle verwijderde databestanden. Om er aan toe te voegen dat hij de week erop met meerdere stafmedewerkers van het Amerikaanse Congres besprekingen zal voeren, omdat zij erg geïnteresseerd zouden zijn naar de verdwenen bestanden. Of Sherry hierop antwoord wordt niet duidelijk, maar in ieder geval ontbreekt een antwoord in de e-mailcorrespondentie.[117]

Op 27 september 2021 doet Bloom opnieuw een poging en stuurt Sherry nogmaals een e-mail, ditmaal een veel langere, waarin hij laat weten dat hij in de tussentijd zelf ook een uitgebreide zoektocht op touw heeft gezet naar eventuele andere verwijderde bestanden uit GenBank, en beschrijft de resultaten hiervan. Bloom refereert verder aan een artikel in de Wall Street Journal, waarin wordt bericht dat drie senatoren in stevige bewoordingen bij Francis Collins om opheldering hebben gevraagd over de verdwenen bestanden. In hetzelfde artikel wordt in één zinnetje hetzelfde gezegd als wat Lawrence Tabak bijna een jaar later zal verklaren: dat de NIH de bestanden niet verwijderd heeft, maar deze slechts uit het publieke domein heeft gehaald. De NIH zou deze data bewaren voor ‘wetenschappelijke archivering’ en als back-up in het geval dat zich een ramp voor zou doen.[118]

Volgens Bloom is een verdere analyse van de verwijderde sequenties niet in strijd met het officiële beleid van de International Nucleotide Sequence Database Collaboration (INSDC), een samenwerkingsverband van verschillende genetische databases waartoe ook GenBank van de NCBI behoort. In de voorwaarden van de INSDC staat volgens Bloom dat als data eenmaal bij de INSDC zijn ingediend, daarna permanent toegankelijk blijven. Hij wijst Sherry er nogmaals op dat stafmedewerkers van het Congres hem de vraag stellen of de verwijdering van de databanken gerechtvaardigd is of dat die nader onderzocht zou moeten worden. Een vraag die hij beantwoordt met de stelling dat dat niet de goede vraag is, maar dat nu nagegaan zou moeten worden of er meer databestanden verwijderd zijn die van belang zouden kunnen zijn, nu bekend is dat dit mogelijk is. En verder zou het onderzoek volgens Bloom transparant uitgevoerd kunnen worden en op die manier niet gevoelig zijn voor twijfel of speculaties. Maar Sherry heeft duidelijk geen trek in een samenwerking. Hij stelt dat zodra databestanden verwijderd zijn uit GenBank, het niet toegestaan is om deze verder te analyseren, en benadrukt dat het bewaren alleen bedoeld is als archivering. Hij wil dan ook niet meewerken aan het onderzoek zoals Bloom dat voorstelt.

Daarna ontdekt Bloom dat er twee databestanden, gerelateerd aan de pangolin-coronavirussen, op 16 maart 2020 verwijderd werden uit GenBank, om meer dan een jaar later op 16 juni 2021 weer op te duiken in de databank. Volgens documenten verschaft aan een ‘onderzoeksentiteit’, zou er geen verzoek zijn geweest van de Chinese wetenschappers om de databestanden weer online te zetten. In dit geval gaat het om wetenschappers van de South China Agricultural University, en zou het gaan om bestanden die per ongeluk geüpload zouden zijn en niets met het onderzoeksproject te maken hebben. Op 12 oktober 2021 stuurt Bloom een e-mail naar Sherry of dit op initiatief van de NCBI zelf is gedaan of dat de Chinese onderzoekers wel degelijk gevraagd hadden dit te doen. Uit de e-mailcorrespondentie wordt niet duidelijk of deze bestanden inderdaad niets met het project te maken hadden, en of de bestanden die in 2020 offline werden gehaald, dezelfde bestanden waren die in 2021 weer online werden gezet. Maar het is op zijn minst opvallend dat het om de pangolin-coronavirussen gaat die, zoals we inmiddels weten, zo’n belangrijke rol spelen in het hele verhaal.

Bloom wijdt naar aanleiding van het artikel in Vanity Fair een lange twitterdraad waarin hij nogmaals uit de doeken doet wat er allemaal gebeurd is.[119] In essentie komt die overeen met zijn notities die hierboven besproken werden, al laat Bloom nog wel weten dat er niet één, maar twee BioProjects verwijderd werden. Dat lijkt voorlopig het eind van de saga over de verdwenen genoomsequenties te zijn.

Totdat Michael Worobey drie maanden later, in juni 2022, de aanval op Bloom opent met een tweettorial van maar liefst 103 tweets. In de eerste daarvan maakt Worobey meteen al duidelijk wat hij van het hele verhaal in Vanity Fair vindt: ‘Neath sleuth work. But mostly ‘stolen valor’ & unsupported accusations of malfeasance, laundered by a compromised peer review process.’[120] Daarmee is de toon gezet, om vervolgens de aanval op Bloom zelf te openen: ‘@jbloom_lab’s study’s main impact has been its non-scientific narrative, which, ultimately, erodes trust in science.  The Message: The Chinese engage in malfeasance to hide evidence of the origin of SC2. (Specifically, which would disprove pandemic origin at Huanan market.) The Approach: Dismiss/downplay/denigrate robust scientific findings from researchers that indicate there were not many cases prior to Dec 2019 and there is strong evidence the pandemic started at the Huanan market.’ Met deze laatste opmerking verraadt Worobey meteen al wat zijn grootste bezwaar is tegen het stuk, en waarschijnlijk de belangrijkste reden voor zijn aanval op Bloom. En dat is dat het stuk twijfel zou kunnen zaaien over zijn eigen ‘robuuste wetenschappelijke bevindingen’ en het ‘sterke bewijs’ dat de pandemie op de markt van Huanan is begonnen. Wat daarna volgt is een serie behoorlijk zware verdachtmakingen aan het adres van Bloom, waarmee hij hem in een slecht daglicht stelt als zijnde een onbetrouwbare en manipulatieve wetenschapper zonder ethisch besef, die een ‘vals narratief’ zou hebben neergezet over de verdwenen genoomsequenties. Maar wie de hele twitterdraad goed leest, komt tot de conclusie dat Worobey zijn eigen draai aan het verhaal geeft, en op deze manier Bloom wil beschadigen.

Gelukkig is er in het hele verhaal van Worobey ook plaats voor een enkele humoristische opmerking, en wel in tweet 92, een hoogtepunt uit de litanie aan beschuldigingen aan het adres van Bloom: ‘So ignore everything I and everyone else says about the science of COVID origins on twitter. Read the papers. Take your time. Read the Methods. And Supplementary Materials. Read not just ours but the ones that disagree with them. Read them again. And stayed tuned for more.’[121] Dat is een heel goed advies van Worobey, waar door meerdere wetenschappers en experts goed naar geluisterd werd, en daarna nauwkeurig werd opgevolgd, al voor dat Worobey dit schreef, en ook nog ruim daarna nog. En dat werd ze door Worobey bepaald niet in dank afgenomen. Want dat zijn waarschijnlijk niet de mensen die hij aanduidde met: ‘Only those that really grasp…’

Jesse Bloom antwoordt nog dezelfde dag op de aantijgingen van Worobey, weerlegt een aantal beschuldigingen en gaat in op de inhoudelijke kritiek van Worobey. Hij onthoudt zich daarbij van ad hominems die Worobey zelf in overvloed produceert, het handelsmerk van Bloom.[122] Zijn artikel wordt uiteindelijk op 16 augustus 2021 gepubliceerd in Molecular Biology and Evolution.[123] En dat is koren op de molen van Worobey, want de al eerder genoemde Rasmus Nielsen is een van de in totaal bijna honderd editors van dit tijdschrift. Worobey uit de verdachtmaking dat dit de motivatie moet zijn geweest voor Bloom om zijn artikel juist aan dit tijdschrift aan te bieden. Verder beschuldigt hij Nielsen van conflicterende belangen, omdat hij zijn mening over het stuk van Bloom al had gevormd, getuige de rapportage in Vanity Fair.[124] Het is inderdaad mogelijk dat Nielsen invloed gehad heeft op de beslissing om het stuk van Bloom te publiceren, bijvoorbeeld bij het selecteren van de peer-reviewers, maar het is bepaald geen uitzondering dat editors en wetenschappers in hetzelfde vakgebied elkaar goed kennen en wetenschappers hun stukken sturen naar tijdschriften waarvan zij denken dat de kans het grootst is om hun werk gepubliceerd te krijgen. Bovendien is het een behoorlijk hypocriete opmerking voor iemand als Worobey, omdat hij zich affilieert met de vier auteurs van het Proximal Origin-artikel, die zich er op hun beurt geenszins voor schaamden om de invloed van Jeremy Farrar aan te wenden om hun stuk in Nature gepubliceerd te krijgen.

Daarna wordt het stil rond de verdwenen sequenties. Dat wil zeggen, voor bijna anderhalf jaar. Dan volgt het laatste akte van het drama. Die begint als op 16 februari 2024 een pre-print online geplaatst wordt als reactie op de publicatie van Bloom. Die is afkomstig van Flo Débarre en een andere wetenschapper van de universiteit van Lissabon, Zach Hensel. Ze gaan uitgebreid in op het artikel van Bloom, maar de essentie van hun betoog is dat de door Bloom ontdekte sequenties gewoon beschikbaar waren in het artikel in het tijdschrift ‘Small’, dat die sequenties niets bijdragen aan een antwoord op de vraag wat de directe voorouder van SARS-CoV-2 is, en dat het verwijderen van de data gewoon een menselijke fout was en geen kwade opzet. Feitelijk stellen ze dat Bloom de Chinese onderzoekers valselijk hiervan beschuldigde, en onterecht de conclusie trok dat wetenschappelijk onderzoek afkomstig uit China, door de censuur per definitie onbetrouwbaar is.[125]  Bloom reageert binnen een dag, en stelt dat Débarre en Hensel selectief citeren uit verschillende tweets, zijn artikel en andere bronnen.[126] En wie zelf het artikel van Bloom leest, daarna de rebuttal van Debarre en Hensel en als laatste de reactie van Bloom daarop, kan zich niet aan de indruk onttrekken dat ook dit een poging is om Bloom te beschadigen. Want zoals Bloom terecht opmerkt, doet het tweetal een aantal suggestieve beschuldigingen die aantoonbaar onjuist zijn. En het laatste punt dat Bloom maakt, kan door Débarre en Hensel simpelweg niet ontkend worden, omdat het bewijs hiervoor overweldigend is: ‘Noting real censorship that the Chinese government imposed on data about the early COVID-19 outbreak is recognizing reality, not “believing people based on where they work”. Of Débarre en Hensel zijn op dit punt ongelofelijk naïef, of zij sluiten bewust de ogen voor wat ze niet willen zien. Gezien de gebeurtenissen tot dan toe, is het laatste het meest waarschijnlijk.

De hele geschiedenis maakt duidelijk dat Worobey en Débarre geen goed woord over hebben voor het stuk van Bloom en hem beschuldigen wetenschappelijk niet zuiver op de graat te zijn. Toch is de vraag waarom Flo Débarre anderhalf jaar na publicatie van Bloom’s artikel alsnog de aanval op hem opende. Daarvoor bestaat een goede reden: want het artikel van Bloom was niet de enige bijdrage die hij leverde aan de discussie over de herkomst van SARS-CoV-2. Er was nog een andere, die ook niet erg gewaardeerd werd door Débarre. Daarover later meer.

Terug naar de markt

Zoals ik al eerder aangaf, schrijft een groep onderzoekers van DRASTIC in antwoord op de studies van Worobey et al. en Pekar et al. een uitgebreide kritische beschouwing, waarin ze uitleggen wat volgens hen de rol van de markt is geweest, en dat deze hoogstwaarschijnlijk inderdaad slechts gefunctioneerd heeft als een superspreading event.[127] Het supplement bij dit artikel geeft werkelijk een schat aan informatie in de vorm van beeldmateriaal hoe de markt eruit zag en wat er zoal op de markt gebeurde. Later zal een verkorte versie van dit stuk als wetenschappelijk artikel gepubliceerd worden in het tijdschrift Environmental Research.[128]

In de inleiding benoemen de auteurs verschillende kritiekpunten die ik hierboven al besproken heb. Die zal ik hier dan ook niet herhalen. Daarna beschrijven ze verschillende boeiende details waarmee een veel completer beeld geschetst wordt van de omstandigheden op de markt en in de directe omgeving ervan. Het eerste punt dat de auteurs bespreken, is dat in de directe nabijheid van de markt een van de drie grootste bus-, metro- en treinstations van Wuhan gelegen is, het Hankou Railway Station. Het is een belangrijk knooppunt dat het vertrek- en aankomstpunt is voor veel hoge snelheidstreinen, maar ook voor conventionele treinen. De afstand tot de markt van Huanan bedraagt niet meer dan ongeveer 750 meter. Men hoeft niet over veel voorstellingsvermogen te beschikken om in te zien dat de omstandigheden in de metro en in mindere mate in trein en bus, ideaal zijn voor het verspreiden van een respiratoir overgedragen virus. In de metro staan mensen in een slecht geventileerde omgeving vaak hutje mutje op elkaar, maar ook in de trein en bus zitten mensen voor langere tijd bij elkaar in een relatief kleine ruimte. Verder is het zeer aannemelijk dat dit station ook gebruikt werd door mensen die hun inkopen gingen doen op de markt van Huanan, en is daarmee een ideale manier om het virus naar de markt te brengen en van de markt binnen de kortst mogelijke tijd verder over Wuhan te verspreiden. Als de markt al een epicentrum zou zijn van de pandemie, geldt dat zeker voor het trein- en metrostation. Desondanks blijft de rol van dit grote station buiten beschouwing in het artikel van Worobey et al. en eveneens in het rapport van de WHO-missie.

Figuur 15 – De omgeving van de markt van Huanan (Ontleend aan Zhang et al.)

Het tweede punt dat de auteurs bespreken, is dat het Wuhan Preferential Care Hospital op ongeveer 150 meter afstand van de markt ligt. Dit is een algemeen ziekenhuis met ongeveer 400 bedden, inclusief een psychiatrische afdeling. Het is aannemelijk dat een aantal van de eerste zieke werknemers van de markt van Huanan zich in dat ziekenhuis hebben gemeld, en het is bekend dat ziekenhuizen in het begin van de pandemie een belangrijke rol hebben gespeeld in de verdere verspreiding van het virus.

Dat dit zeer waarschijnlijk het geval is, wordt goed geïllustreerd door een getuigenverslag van een verpleegkundige, gepubliceerd in Caixin op 7 april 2020. Het artikel gaat onder andere over een privékliniek, de Western Medicine Internal Medicine Clinic, die zich op loopafstand van de achteruitgang van de markt bevindt, en gelegen is tussen de markt en het Hankou Railway Station. Volgens het artikel was het gebruikelijk dat mensen, na hun werk op weg naar huis, op het Hankou Railway Station een tussenstop maakten om de kliniek te bezoeken voor allerhande klachten.

De kliniek was een initiatief van de voormalige administratief directeur en plaatsvervangend hoofdarts van de afdeling interne geneeskunde van het Hanyang Steel Plant Workers Hospital, Liu Deyan, en zijn vrouw Aunt Chen, die het tot hoofd van de verpleegkundigen in hetzelfde ziekenhuis schopt. Op het moment van de uitbraak is Liu Deyan al 72 jaar oud, en zijn vrouw zeventig jaar. Zij is één van de mensen die uitgebreid aan het woord komen in het stuk. Op het moment van de uitbraak bestond de kliniek bijna acht jaar, en volgens het artikel waren het kleine privéklinieken als deze, waarvan er vele zouden bestaan in de woonwijken rondom de markt, die als eerste geconfronteerd werden met de uitbraak en al begin december 2019 een grote toestroom zagen van patiënten met koorts en hoesten.[129] Dat geldt ook voor de kliniek van Liu Deyan en Aunt Chen, maar zij realiseren zich op dat moment nog niet dat het om een uitbraak van een nieuw virus ging.

Op 20 december 2019 krijgt Liu Deyan zelf koorts, maar hij denkt dat het om een simpele verkoudheid gaat en werkt nog tien dagen door, een periode waarin hij nog vele patiënten behandelt. Op 31 december is hij echter zo ziek dat hij het werk moet neerleggen. Een dag later wordt hij gezien in het Wuhan Central Hospital, waar een CT-scan van de longen wordt gemaakt, die de klassieke afwijkingen laat zien van Covid-19. Desondanks wordt hij niet opgenomen, omdat er geen bedden beschikbaar zijn. Vervolgens melden ze zich bij het Jinyintan Hospital, waar hij wel opgenomen zou kunnen worden. Maar het echtpaar gaat toch weer naar huis, omdat hij ook daar behandeld zou kunnen worden, en Aunt Chen bang is dat als zij in het ziekenhuis besmet zou worden, hem niet zou kunnen bezoeken en verzorgen. Een dag later is hij echter zo ziek dat hij alsnog opgenomen wil worden, maar wordt eerst weggestuurd bij het Wuhan Red Cross Hospital, het dichtstbijzijnde ziekenhuis, omdat er geen bed beschikbaar is, en daarna bij het Jinyintan Hospital, omdat hij een certificaat van een expert nodig zou hebben om opgenomen te mogen worden. Vervolgens brengt zijn schoonzoon hem naar het Tongji Hospital, een ziekenhuis met twee campussen. Op de eerste is geen plaats, op de tweede campus wel. Echter, nog geen uur na opname krijgt hij van de longarts aldaar te horen dat hij niet kan blijven en naar een ‘aangewezen’ ziekenhuis moet gaan. Waarna de schoonzoon geen andere keus overblijft dan hem en zijn vrouw terug te brengen naar het Jinyintan Hospital, waar opname wederom geweigerd wordt, nu omdat hij niet de ‘formele overheidsprocedures’ doorlopen had. Vervolgens beweegt de schoonzoon hemel en aarde om zijn schoonvader opgenomen te krijgen: hij belt met de Wuhan CDC, met de hotline van de burgemeester, met de Municipal Health Commission en het Jinyintan Hospital. Uiteindelijk lukt het hem na talloze telefoontjes op 4 januari 2020 om zijn schoonvader opgenomen te krijgen in het Red Cross Hospital. Dat hem dit lukte, was waarschijnlijk mede te danken aan het feit dat hij in 2003 zelf had meegewerkt aan het ontwerpen en bouwen van een IT-informatiesysteem en callcenter voor SARS-uitbraken. Hij had dus contacten die hij kon benaderen, maar desondanks koste het hem vier dagen om zijn ernstig zieke schoonvader onder te brengen in een van de ziekenhuizen in Wuhan. Hoe anders zal dat voor vele andere zieken in Wuhan zijn geweest. Maar voor Liu Deyan is het al te laat. Hij overlijdt enkele dagen later aan de gevolgen van Covid-19. Zijn vrouw wordt ook ziek, maar zij overleeft het wel.

Deze geschiedenis laat goed zien hoe belachelijk de stellingname van Worobey is, als hij zegt dat er geen sprake zou zijn geweest van ‘proximity detection bias’ bij het definiëren van de vroege gevallen: de harde werkelijkheid is dat patiënten alléén opgenomen werden als ze exact voldeden aan de gestelde criteria en anders gewoon weggestuurd werden en thuis kwamen te overlijden. Waarschijnlijk voldeed Liu Deyan niet aan het criterium dat hij geen directe relatie met de markt van Huanan had. Maar die was er wel. Ruim vier jaar later laat een ander lid van DRASTIC, TheEngineer2, aan de hand van een Chinese HBO-documentaire zien dat de kliniek van Liu Deyan op 21 december 2019 bezocht werd door twee schildpadverkopers van de markt van Huanan die medische hulp zochten.[130] Dit zijn twee van de vroege gevallen zoals die later in diverse registraties terugkomen.[131] Liu Deyan is dan echter al geïnfecteerd, maar deze geschiedenis maakt duidelijk dat het virus zich waarschijnlijk mede via deze kleine klinieken snel kon verspreidden over Wuhan, en waarbij het Hankou Railway Station wel degelijk een belangrijke rol speelde.

Een derde punt is dat bij de W1-ingang van de markt ook de ingang gelokaliseerd is die leidt naar de zogenaamde ‘Huanan Eyeglass City’, gelegen op de tweede verdieping boven de markt van Huanan. Deze naam is te danken aan het feit dat hier veel opticiens en brillenverkopers gevestigd zijn.[132] Dan is er ten zuiden van de markt, op ongeveer 50 meter afstand, een rijtje restaurants gesitueerd, zoals in figuur 16 (W4) te zien is. Het ligt voor de hand dat verschillende werknemers van de markt hier na sluiting een hapje gingen eten, evenals de bezoekers van de Eyeglass City. Wederom een ideale gelegenheid om SARS-CoV-2 verder te verspreiden, want het ligt voor de hand dat in de kleine restaurants veel mensen langere tijd dicht op elkaar gepakt zaten.

Figuur 16 – De verschillende entrees van de markt van Huanan (Ontleend aan Zhang et al.)

Dan zijn er nog de toiletten die voor het westelijke deel van de markt in de uiterste zuidwestelijke hoek gelokaliseerd zijn. Het zijn de enige beschikbare toiletten voor het gehele westelijke deel van de markt, en het lijdt geen twijfel dat die druk bezocht werden. De reden om dit te noemen, is dat van publieke toiletten bekend is dat zij een rol kunnen spelen bij het verspreiden van het virus. Dit enerzijds omdat SARS-CoV-2 niet alleen via uitgeademde en uitgehoeste druppeltjes en aerosolen verspreid wordt, maar ook uitgescheiden wordt via de ontlasting en in mindere mate de urine, en bij het doorspoelen van het toilet vele kleine druppeltjes en aerosolen ontstaan.[133] [134] Anderzijds zal ook de drukte en de slechte ventilatie ter plaatse van de toiletten een belangrijke rol gespeeld hebben.

Figuur 17 – De toiletten op de markt van Huanan, gelegen in de uiterste zuidwestelijke hoek van de markt (Ontleend aan Zhang et al.)

Worobey et al. stellen in hun studie dat het aantal positieve tests van de omgeving in de zuidwestelijke hoek het hoogst is, daar waar de meeste wildkramen stonden. Maar het is ook de plek waar zich de openbare toiletten bevinden, de enige op de hele markt. Als de onderzoekers van DRASTIC een analyse uitvoeren waarbij ze ook het aantal negatieve tests meenemen, blijkt dat dat het grote aantal positieve monsters in de zuidwestelijke hoek deels veroorzaakt wordt omdat die hoek het meest bemonsterd is. Als de onderzoekers vervolgens met behulp van een KDE de verdeling van het aantal positieve tests analyseren ten opzichte van het totaal aantal testen, ligt het zwaartepunt van de positieve testuitslagen op de publieke toiletten in de zuidwestelijke hoek van de markt, en niet op de wildkramen. Vanzelfsprekend heeft ook deze modellering waarschijnlijk de nodige haken en ogen, maar het bewijst wel dat Worobey et al. voor hun studie een hele selectieve benadering kozen, die niet geheel toevallig overeenkwam met het doel dat ze voor ogen hadden. Dit des te meer omdat zowel het Hankou-treinstation als de restaurants ten zuiden van de markt, als ook de toiletten in de zuidwestelijke hoek van de markt als mogelijke besmettingshaarden, genegeerd worden in het WHO-rapport en in de studie van Worobey et al. Geen van deze plaatsen werd bemonsterd, ondanks dat Gao et al. in hun artikel uit 2023 schrijven dat publieke toiletten, publieke ruimtes en andere plaatsen waar mensen op de markt samenkwamen werden bemonsterd. Uit tabel 1 in het supplement bij het artikel blijkt namelijk dat wel alle rioolputjes bemonsterd werden, maar de toiletten om onbekende redenen niet.[135]

In verband met de toiletten op de markt is er nog een belangrijk detail dat ontbreekt in de pre-print van DRASTIC. Dat komt omdat de studie van Liu et al. (waarvan George Gao aanvankelijk de eerste auteur was) over de bemonstering van de markt van Huanan wordt gepubliceerd ruim nadat de zeven auteurs van DRASTIC hun stuk als pre-print op de Zenodo pre-printserver plaatsten. De Excelbijlage bij die studie van Liu et al. bevat een zeer gedetailleerd overzicht van wat er precies bemonsterd werd en op welke datum. [136]   Op 1 en 12 januari 2020 worden de monsters genomen van alle marktkramen in de verschillende straten van de markt. Als Daoyu Zhang, de eerste auteur van het stuk van DRASTIC, deze data aan een nauwkeurige inspectie onderwerpt, valt hem een bijzonder patroon op: vrijwel alle monsters die positief testen zijn van de grond genomen of van voorwerpen lager kniehoogte, waaronder ook een setje schoencovers die op de markt achtergelaten werden.[137] Monsters genomen van voorwerpen die direct door mensen werden aangeraakt, zijn vrijwel allemaal negatief. Het lijkt er dan ook sterk op dat in ieder geval een deel van de positieve monsters veroorzaakt werden door het verslepen van genetisch materieel vanuit één locatie: de toiletten in de zuidwestelijke hoek van de markt, temeer daar ook de hoofdingang is waar de bemonsteraars zeer waarschijnlijk de markt betraden.[138] Dit maakt het op zijn minst aannemelijk dat het patroon van verspreiding van het virus op de markt, niets te maken heeft met de aanwezigheid van de wildkramen, maar in ieder geval deels door de bemonsteraars zelf is veroorzaakt.

Terug naar de kritische review van DRASTIC. Als laatste punt laten de onderzoekers van DRASTIC zien dat de vroege Covid-19-gevallen niet clusteren, maar willekeurig over de markt verdeeld worden in de loop van december 2019. Dat past niet bij één moment van overdracht van dier op mens. Volgens hen wijst dat erop dat de werknemers op de markt elkaar waarschijnlijk besmet hebben in gemeenschappelijke ruimtes, zoals toiletten of op plekken waar Mahjong gespeeld werd. Over dat laatste straks meer. Ook vinden de auteurs geen relatie tussen wildkramen waar levende of dode wilde dieren verkocht werden en de eerste Covid-19 ziektegevallen. Dit pleit sterk tegen het overspringen van het virus van dier op mens op de markt, omdat dan de wildkraammedewerkers het meest intensief blootgesteld zouden worden aan het virus, en het de verwachting is dat zij dan tot de eerste ziektegevallen behoren.

Verrassend genoeg presenteert Marion Koopmans twee-en-een-halve maand na de publicatie van het WHO-rapport tijdens een Webinar voor het British Medical Journal, 61 vroege Covid-19-gevallen op de markt in de maand december 2019, in plaats van de dertig gevallen die in het WHO-rapport beschreven worden.[139] Waar zij deze informatie vandaan haalt, wordt niet duidelijk uit de Webinar, en waar het de dertig vroege gevallen betreft, komen de kaartjes uit het WHO-rapport en die van Koopmans niet volledig met elkaar overeen, niet qua plaats, en ook niet qua datum waarop enkele van hen ziek worden. Het bijzondere is dat het kaartje van Koopmans in geen enkel rapport of wetenschappelijk artikel terug komt.  Desondanks, als de onderzoekers van DRASTIC de analyse herhalen, inclusief de nieuwe gevallen die door Koopmans worden gepresenteerd, is er nog steeds geen relatie tussen de wildkramen en de vroege Covid-19-gevallen. Ook zijn er geen kraamhouders van de wildkramen onder de vroege gevallen. Als laatste blijkt dat de vroege gevallen van Covid-19 op de markt alle meer dan 10 meter verwijderd waren van de dichtstbijzijnde wildkraam. Daarmee wordt het wel erg onwaarschijnlijk dat het virus op deze markt van dier op mens is overgesprongen.

Al met al is de conclusie van de auteurs van DRASTIC dat de verdeling van de vroege Covid-19-gevallen op de markt, en de verdeling van de positieve testuitslagen van de omgeving van de markt, consistent is met besmettingen veroorzaakt door marktmedewerkers, onderweg van en naar de toiletten in de zuidwestelijke hoek van de markt en/ of onderweg van en naar de restaurants zuidelijk van de markt. Een tweede belangrijke factor is volgens de auteurs de vorming van druppeltjes en aerosolen bij het doorspoelen van de toiletten, in combinatie met de drukte en slechte ventilatie in en om de publieke toiletten. De derde factor is de overdracht van het virus tussen bezoekers en marktmedewerkers in de nauwe winkelstraatjes en het besmetten van marktkramen door de vroege Covid-19-gevallen. En inderdaad, een combinatie van deze factoren is meer aannemelijk dan de behoorlijk gekunsteld aandoende analyse van Worobey et al., die een aantal van deze factoren noodzakelijkerwijs moeten negeren, omdat die hun resultaten zouden weerspreken.

De rest van het stuk van de onderzoekers van DRASTIC is bijzonder gedetailleerd en bespreekt zelfs per wildkraam op de markt óf er daadwerkelijk levende of dode dieren verkocht werden, en om welke dieren het dan ging. Daaruit wordt duidelijk dat verschillende kramen helemaal geen levende of dode dieren verkochten die besmet zouden kunnen zijn met SARS-CoV-2. Ze gaan ook in op de foto van een kooi met levende wasbeerhonden die Holmes in 2014 maakt, en waarvan Worobey et al. zeggen dat ze weliswaar niet kunnen bewijzen dat dit de marktkraam is waar SARS-CoV-2 overgesprongen is van dier op mens, maar de data hiervoor wel suggestief zijn. De auteurs wijzen er in hun repliek op dat het op voorhand erg onwaarschijnlijk is dat nét die plek waar Holmes in 2014 een foto maakt van een kooi met wasbeerhonden, de plek zou zijn waar het virus vijf jaar later van dier op mens overgesprongen is, in aanmerking genomen dat er in China honderdduizenden kooien, met daarin levende dieren, op vele markten zullen staan. Bovendien brak de pandemie uit in een stad waarin de handel in, en consumptie van wilde dieren veel minder intensief is dan in verschillende dorpen en steden in het zuiden van China. Op voorhand is het dan ook veel waarschijnlijker dat daar de overdracht van dier op mens zou plaatsvinden, dit naar analogie met SARS.

Het is een klassieke denkfout die Worobey et al. hier maken: de impliciete aanname bij hun stelling dat het overspringen van het virus van dier op mens bij die bewuste kraam moet hebben plaatsgevonden, is dat de overdracht op de markt van Huanan moet zijn geweest. Precies datgene wat ze in hun studie wíllen, maar niet kúnnen bewijzen. Bovendien wil het toeval dat de eigenaar van de bewuste wildkraam op 7 mei 2019 een boete kreeg voor het illegaal verkopen van egels, maar niet voor het verkopen van andere illegaal wild. Het is dus maar zeer de vraag of een foto, door Holmes gemaakt in 2014, nog enige zeggingskracht heeft wat betreft de dieren die in 2019 in die kraam verkocht werden. Worobey et al. zijn van mening dat dit wel zo is, waarschijnlijk omdat het letterlijk in hun ‘marktkraam’ te pas komt.

Daarna volgt een paragraaf over de mogelijke tussengastheer van SARS-CoV-2 waarin één dier centraal staat: de wasbeerhond. Die paragraaf uit het artikel van de DRASTIC-onderzoekers laat ik hier voor wat het is. Dat is omdat dit dier een centrale rol speelt in het volgende artikel van de groep rondom Andersen, Garry, Holmes en Rambaut. Want in de opeenvolgende artikelen hebben ze – in ieder geval in hun eigen beleving – aangetoond dat SARS-CoV-2 niet het gevolg kan zijn van een genetisch experiment (het Proximal Origin-artikel), en daarna aangetoond dat het virus van dier op mens overgesprongen is op de markt van Huanan (in de artikelen van Worobey et al. en Pekar et al). Nu moest alleen nog een tussengastheer schuldig bevonden worden van het overdragen van het virus op de mens. Daarmee zou dan de bewijsvoering voor de zoönosetheorie rond zijn.

Maar ook dat liep nét even anders.

De wasbeerhond

In de vroege ochtend van zaterdag 17 maart 2023, om precies 8:15, slingert Marion Koopmans een tweet de wereld in met de tekst ‘Stay tuned’.[140] In die tweet verwijst ze naar een artikel in ‘The Atlantic’ met de titel ‘The Strongest Evidence Yet That an Animal Started the Pandemic’.[141] Later die ochtend, om 12:00, pakt de Volkskrant groot uit met een artikel van twee journalisten van de Volkskrant, Maarten Keulemans en Leen Vervaeke, getiteld: ‘Genetisch bewijs: wasbeerhond gaf mensheid coronavirus’, waarin hetzelfde artikel uit The Atlantic wordt aangehaald en besproken.[142] De samenvatting direct onder de kop van het artikel laat weten dat er nu ‘hard genetisch bewijs’ geleverd is, dat laat zien dat het coronavirus een relatie heeft met de wasbeerhond. Want, zo schrijven Keulemans en Vervaeke, monsters die Chinese onderzoekers kort na de uitbraak namen op de markt zouden ‘tjokvol’ zitten met genetisch materiaal van de wasbeerhond. En dus moest het wel zo zijn dat de wasbeerhand de intermediaire gastheer was die tot nu toe ontbrak in de zoektocht naar de oorsprong van SARS-CoV-2. Het nieuws verspreidt zich snel, en kort nadat het artikel in de Volkskrant verschijnt, volgen andere media zoals het Parool,[143] het AD[144] en de NOS[145] met een verhaal van dezelfde strekking: het harde bewijs voor de zoönosetheorie was (alwéér) geleverd. De wasbeerhond is de boosdoener die de wereld SARS-CoV-2 bezorgde.

Maar wie het artikel in The Atlantic goed leest, komt tot de ontdekking dat de genetische data waarop deze conclusie gebaseerd is, op dat moment nog helemaal niet beschikbaar zijn. Ook verwijst het bewuste artikel niet naar een wetenschappelijke studie, ook niet naar een pre-print, maar naar een in allerijl belegde vergadering van de World Health Organization’s Scientific Advisory Group for the Origins of Novel Pathogens (SAGO). Volgens het artikel in The Atlantic zou het gaan om een ‘internationaal team van virologen, genetici en evolutiebiologen’ dat ‘cruciale data’ aangetroffen had die het ‘ontbrekende kennishiaat’ zou invullen wat betreft de vraag of SARS-CoV-2 een zoönose is of een virus ontsnapt uit het WIV. Het zou gaan om ‘het sterkste bewijs’ tot dan toe voor de hypothese dat het virus van een dier, in dit geval van de wasbeerhond, op de markt van Huanan op de mens zou zijn overgesprongen.

Echter, al snel blijkt uit het artikel in The Atlantic dat het team van ‘internationale virologen, genetici en evolutiebiologen’ die het ‘genetisch bewijs’ zouden hebben geleverd, bestaat uit de harde kern van fanatieke aanhangers van de zoönosetheorie: door sommigen inmiddels betiteld als ‘zoönati’. Het zijn de bekende namen van Kristian Andersen, Edward Holmes en Michael Worobey die in het artikel uitgebreid aan het woord komen, evenals een andere fanatieke verdediger van de zoönosetheorie, die we ook al eerder tegenkwamen: Angela Rasmussen. En het blijft niet bij deze vier namen: als hun analyse op 20 maart 2023 op de Zenodo pre-printserver verschijnt, blijkt dat meerdere van de medeauteurs betrokken waren bij de drie eerdere publicaties, waaronder als vanzelfsprekend Robert Garry en Andrew Rambaut.[146] Ditmaal is Alex Crits-Christoph de eerste auteur van het artikel, maar ook alle andere namen zijn present in de lijst van auteurs.

Vervolgens wordt duidelijk dat zelfs Andersen, die uitgebreid in het artikel in The Atlantic geciteerd wordt, qua ‘bewijs’ niet verder komt dan dat hij ‘gelooft’ dat er geïnfecteerde wasbeerhonden op de markt van Huanan verhandeld werden, maar ten overstaan van de journalist van The Atlantic moet erkennen dat de studie hiervoor geen ‘direct bewijs’ levert. Waarmee hij impliciet toegeeft toe dat de studie het bewijs dat het virus op de markt van Huanan van de wasbeerhond op de mens zou zijn overgesprongen, helemaal niet levert. Maar deze uitspraak van Andersen komt niet terug in het artikel van Keulemans en Vervaeke. Het waarom laat zich raden: die uitspraak van Andersen verhoudt zich slecht met de strekking van hun artikel dat het ‘harde genetische bewijs’ voor de zoönose-theorie geleverd zou zijn.

Weinig verrassend wordt ook Koopmans geciteerd in het artikel in de Volkskrant. Want, zo valt in het artikel te lezen, Koopmans is vanuit Nederland ‘betrokken bij de zaak’. En hoewel ze niet vooruit wil lopen op de publicatie, zullen volgens Koopmans de aanhangers van de gedachte dat het virus afkomstig is uit een Chinees laboratorium hoe dan ook niet overtuigd zijn: ‘De criticus kan nog steeds zeggen: je hebt het virus niet aangetoond in een levend dier.’ Hiermee wordt de indruk gewekt dat Koopmans van mening is dat de studie wel degelijk bijdraagt aan het bewijs dat SARS-CoV-2 een zoönose is. En Koopmans had de tijd en de gelegenheid om dit ‘bewijs’ op waarde te schatten, zoals later zou blijken. Maar dat deed ze niet.

Het ‘harde genetische bewijs’

De vraag is op welke data dat ‘harde genetische bewijs’, waarover Keulemans en Vervaeke zo enthousiast schrijven, eigenlijk gebaseerd is. Het gaat om de monsters die in de periode van 1 januari tot en met 2 maart 2020 genomen werden op de markt van Huanan, zoals ik eerder in dit hoofdstuk al uitgebreid besproken heb. Om het geheugen even op te frissen, het gaat daarbij in totaal om 923 monsters genomen op diverse plaatsen en van verschillende oppervlakten op de markt. Van die 923 monsters waren er 73 positief voor genetisch materiaal van SARS-CoV-2. Op basis hiervan verschijnt op 25 februari 2022 de pre-print van Gao et al. op de pre-printserver van Research Square, een dag later gevolgd door de pre-prints van Worobey et al. en Pekar et al. op de Zenodo pre-printserver. Daarnaast bieden Gao et al. hun artikel ook voor publicatie aan bij het wetenschappelijke tijdschrift ‘Science’. Ruim een jaar later is hun studie echter nog steeds onder review bij het tijdschrift. De conclusie van dit Chinese artikel, dat pas na de hele affaire in Science wordt gepubliceerd, is dat er geen bewijs is voor de hypothese dat SARS-CoV-2 op de markt van Huanan van dier op mens overgesprongen is.[147] Dit alles is hierboven uitgebreid besproken.

Een voorwaarde voor publicatie van het artikel van Gao et al. is dat de genetische data waarop zij hun conclusies baseren beschikbaar zouden komen, zodat onafhankelijke onderzoekers ze zouden kunnen verifiëren. En hoewel Keulemans en Vervaeke schrijven dat een Franse wetenschapper met de naam Florence Débarre deze data bij toeval op het spoor kwam, is dit niet bijster waarschijnlijk en ook niet in lijn met wat de journalist in het artikel in The Atlantic optekent: ‘Itching to get their hands on China CDC’s raw data, some of the researchers took to regularly trawling GISAID, occasionally at odd hours.’ Dat klinkt niet als iemand die bij toeval op de data stuit, maar meer als iemand die hier doelgericht naar op zoek was. Bovendien is Flo Débarre geen onbekende van de harde kern van de zoönati. In de voorgaande poging van deze groep om de mogelijkheid van een labontsnapping de kop in te drukken, in het artikel van Worobey et al., wordt ze in het dankwoord bij de publicatie genoemd, en nu blijkt ze medeauteur te zijn bij de publicatie van de groep rondom Andersen, Holmes, Worobey en Rambaut, die drie dagen na de publicaties in The Atlantic verschijnt

Na het downloaden en analyseren komt Débarre volgens The Atlantic tot de conclusie dat de monsters die positief testten op het RNA van SARS-CoV-2, ook genetisch materiaal van de wasbeerhond bevatten, waarbij de hoeveelheid hiervan in sommige monsters groter is dan dat van de mens. Volgens Debarré is dat een sterke aanwijzing voor de hypothese dat de wasbeerhond het virus naar de markt heeft gebracht en niet de mens. Dit is dus wat volgens Keulemans en Vervaeke het ‘harde genetische bewijs’ vormt dat de wasbeerhond de intermediaire gastheer is die SARS-CoV-2 van een vleermuis heeft gekregen en vervolgens op de mens heeft overgedragen. Dat de studie niets anders aantoont dan dat op sommige plaatsen op de markt zowel DNA van de wasbeerhond werd aangetroffen als RNA van SARS-CoV-2, zonder dat daaruit afgeleid kan worden hoe dat materiaal daar terechtgekomen is, laten de beide ‘wetenschapsjournalisten’ gemakshalve buiten beschouwing.

Verder beweert het tweetal dat China ‘verhulde’ dat op de markt van Huanan illegaal ‘coronagevoelige’ zoogdieren verhandeld werden. Maar ook dat is onjuist: in het rapport van het WHO-missie staat het volgende geschreven: ‘Although there is photographic evidence in a published paper that live mammals were sold at the Huanan market in the past (2014) and unverified media reports in 2020, no verified reports of live mammals being sold around 2019 were found.’[148] Het gaat natuurlijk om de foto’s die Eddie Holmes in 2014 op de markt nam, en daarna opduiken in de studie van Worobey et al.[149] Bovendien wordt niet lang nadat het rapport van de WHO-missie uitkomt, door Chinese wetenschappers een artikel gepubliceerd waaruit blijkt dat er inderdaad voor coronagevoelige zoogdieren aanwezig waren op de markt van Huanan, en in die studie wordt de wasbeerhond specifiek genoemd.[150] Men zou kunnen betogen dat de Chinezen de publicatie lange tijd achtergehouden hebben, maar dat is niet het geval. De studie werd namelijk al vroeg in 2020 voor publicatie aangeboden, maar werd door het eerste tijdschrift na twee rondes van peer-review uiteindelijk afgewezen, omdat het volgens de redactie te weinig relevant was. Daar is een goede verklaring voor, omdat uit het artikel blijkt dat er op de markt van Huanan geen pangolins werden verkocht, het dier waarvan op dat moment vermoed werd als tussengastheer voor SARS-CoV-2 te hebben gefunctioneerd. Het tweede tijdschrift waaraan het artikel werd aangeboden, deed maar liefst zeven maanden over de peer-review.[151] Met als gevolg dat het artikel pas halverwege 2021 gepubliceerd werd. Over de wasbeerhond werd dus niets verhuld, het dier was aanvankelijk simpelweg geen verdachte bij de zoektocht naar een tussengastheer.

GISAID (Global Initiative on Sharing Avian Influenza Data)

Als gezegd plaatsen Crits-Christoph en zijn medeauteurs de pre-print op 20 maart 2023 online, vergezeld gaande van onder andere de volgende ‘inleidende opmerkingen: ‘We respect our CCDC colleagues’ right to be first to publish a manuscript on their own data and do not plan to submit a paper that would complet with their manuscript currently undergoing review.’[152] Maar is dat ook zo?

Vervolgens beschrijven de auteurs de precieze gang van zaken. Het wordt duidelijk dat Flo Débarre op 4 maart 2023 de databestanden ontdekt. Op 9 maart realiseren ze zich dat deze data horen bij de studie van Gao et al, downloaden vervolgens de databestanden, en nog dezelfde dag zoeken Worobey en Holmes per e-mail contact met George Gao. Op 11 maart wordt de WHO op de hoogte gebracht van de voorlopige resultaten van hun onderzoek. Een dag later, op 12 maart, is er contact tussen enkele van de auteurs en de WHO, en op 14 maart 2023 worden de resultaten gepresenteerd aan de SAGO. Vertegenwoordigers van de Chinese CDC krijgen daar ook de gelegenheid om hun eigen resultaten te presenteren, zo blijkt uit de inleidende opmerkingen.

Naderhand blijkt dat de poging van Holmes tot samenwerking met de Chinese wetenschappers uit niet meer te bestaan dan, zoals hij zelf vertelt tijdens een podcast, een email waarin hij schrijft: ‘We found raccoon dog. This is amazing! We wanna post… What are your plans?’[153] Michael Worobey daarentegen doet wel een serieuze poging om samen te werken met de Chinese wetenschappers, zoals duidelijk wordt uit een e-mail die hij aan George Gao stuurt: ‘The samples obviously contain cool information, and we would be eager to work across the various borders that separate our group from your team on this project if that would be possible/desirable. Would be interesting to swap notes. Dat verzoek van Worobey wordt door George Gao echter niet gehonoreerd. Hij wil deze data niet uitwisselen alvorens zijn eigen artikel gepubliceerd wordt.[154]

Vervolgens wordt in de inleidende opmerkingen bij de pre-print verteld dat de collega’s die de data gedownload hadden of contact hebben gezocht met George Gao, op 13 maart 2023 een e-mail van GISAID kregen, waarin ze verzocht werden om zich aan de gebruikersvoorwaarden te houden. Sommigen van hen zouden er van beschuldigd zijn deze geschonden te hebben, volgens henzelf ten onrechte. In die gebruiksvoorwaarden van GISAID staat dat de data die door de auteurs geüpload worden, ‘intellectueel eigendom’ zijn, en daarom pas door andere auteurs gebruikt mogen worden nadat het bijbehorende artikel gepubliceerd is. Voordien mogen ze slechts in samenwerking mét, of toestemming ván de auteurs gebruikt worden.[155] Volgens de Chinezen zouden de genetische data niet definitief zijn en nog aangepast moeten worden, en was het niet de bedoeling dat ze al vrijgegeven werden. Dat is echter niet juist. Naderhand wordt duidelijk dat twee van de Chinese auteurs al op 30 januari 2023 een routinemelding kregen dat hun data openbaar waren gemaakt. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat de Chinezen gealarmeerd werden toen Gao de e-mails van Worobey en Holmes onder ogen kreeg die het tweetal op 9 maart 2023 verstuurde, en zich toen pas realiseerden dat die op basis van de data een andere conclusie zouden trekken en opnieuw een poging zouden doen om de zoönosetheorie te ‘bewijzen’. Daarop beklagen de Chinese auteurs zich de volgende dag bij monde van de eerste auteur van het uiteindelijke artikel, William Liu, bij de initiatiefnemer van GISAID, Peter Bogner, waarna de data offline worden gehaald. En dus hebben Crits-Christoph et al., zoals ze in de inleidende opmerkingen ook laten weten, op het moment van publicatie van hun pre-print al geen toegang meer tot de genetisch data. [156]

Crits-Cristoph et al. bestrijden dat ze de gebruiksvoorwaarden van GISAID geschonden zouden hebben. Ook zouden ze niet de intentie hebben om dat te doen. Naar hun mening zou GISAID zelf in strijd gehandeld hebben met de eigen doelstellingen, die volgens de organisatie zou zijn ‘…to overcome disincentive hurdles and restrictions, which discourage or prevented sharing of virological data prior to formal publication’ Volgens Crits-Cristoph et al. is het – in het licht van het feit dat de monsters al in 2020 werden genomen – nog langer afschermen van de genetische data die aan het artikel van Gao et al. ten grondslag liggen, ‘onredelijk’, vooral gezien het belang voor het begrijpen van de origine van de pandemie.

Vervolgens gebeurt er iets onverwachts, iets dat de groep rondom Andersen, Garry, Holmes en Andersen waarschijnlijk niet hadden voorzien: de dag nadat hun pre-print online komt, krijgen ze een ban van GISAID voor het schenden van de gebruiksvoorwaarden. Het gevolg is dat de toegang tot de databank voor alle auteurs van het artikel van Crits-Cristoph et al. afgesloten wordt. Dit overigens pas nadat de beheerders van GISAID hen meerdere keren om opheldering vroegen, maar geen antwoord kregen. Die ban zou later worden opgeheven, als teken van goede wil van GISAID, maar niet eerder dan dat de auteurs alsnog een toelichting hadden gegeven over de gang van zaken.[157] Het verweer van Eddie Holmes bij GISAID tegen de ban is opvallend te noemen: ‘To be very clear: 1. I never downloaded these data from GISAID. 2. I do not have these data. 3. I have never analysed these data.’ Dat is een bijzonder standpunt, want hij is wel degelijk medeauteur van het artikel dat op deze data gebaseerd is, en is dus gewoon medeverantwoordelijk voor het gebruik van die data en de pre-print die erop gebaseerd is. Waarschijnlijk is de verklaring dat de ban tot enige paniek bij Holmes leidt, omdat GISAID op dat moment een van de belangrijkste publieke databanken is voor genoomsequenties van SARS-CoV-2, en een permanente ontzegging van de toegang tot die databank ernstige consequenties voor zijn wetenschappelijke werk zouden hebben. Waarom dit een goede verklaring zou kunnen zijn, komt in de volgende paragraaf aan de orde.

Peter Bogner

De ban blijft voor GISAID ook niet zonder gevolgen. Waarschijnlijk leidt de hele affaire mede tot een harde aanval op de persoon Peter Bogner in een artikel gepubliceerd in Science Insider van 19 april 2023. In het stuk wordt de levensloop van Bogner tot in detail doorgenomen en wordt hij neergezet als een onbetrouwbare en leugenachtige fraudeur met een ‘checkered and murky past’.[158]

In het artikel staat onder andere te lezen dat wetenschappers geklaagd zouden hebben over de verwarrende en willekeurige toegangsprocedures van GISAID, die volgens hen belangrijk wetenschappelijk onderzoek zou belemmeren. Meerdere virologen zouden Science Insider hebben laten weten dat de hoeveelheid data die ze konden downloaden zonder uitleg werd beperkt of de toegang zelfs afgesloten werd, kennelijk als vergelding voor zelfs maar de geringste kritiek op GISAID. Om welke wetenschappers en virologen het gaat, wordt niet vermeld. Dit omdat volgens het artikel de aangehaalde bronnen anoniem wilden blijven, uit angst voor juridische procedures of het verliezen van de toegang tot GISAID. Verder zou niet duidelijk zijn wie GISAID financiert en hoe de organisatie dat geld besteedt. Daarnaast zou Bogner zijn CV meerdere malen vervalst hebben, en zijn rol bij de totstandkoming van GISAID mooier voorstellen dan in de werkelijkheid is. En dan zou Bogner ook nog veroordeeld zijn voor ‘valsheid in geschrifte’, hoewel deze veroordeling later geseponeerd zou zijn.[159] Op die manier wordt de hele levensloop tot in detail uitgeplozen door de journalisten van Science Insider, en de ene na de andere malversatie van Bogner uitgebreid voor het voetlicht gebracht.

In het artikel draagt ook Marion Koopmans haar steentje bij aan het besmeuren van Bogner: ‘Marion Koopmans of Erasmus University Medical Center, says she has received multiple calls from Bogner “with a rather intimidating tone.” So have colleagues, she adds. “I have heard similar experiences from quite a few.” Saillant detail: Ron Fouchier heeft zitting in de wetenschappelijke adviesraad van GISAID. Hij laat zich dan ook een stuk positiever uit over de persoon Bogner: ‘I’ve known Peter for a number of years, and his push for ‘equitable sharing’ has helped the database, scientists, and the health of humans and animals around the world.’

Het belangrijkste in het hele stuk is dat de auteurs zich afvragen of en in hoeverre Bogner door de wetenschappelijke wereld vertrouwd kan worden in relatie tot het beheer van een belangrijke databank als GISAID. Dit mede omdat de hosting van de website bij de start van het project al tot de nodige problemen leidde, onder andere omdat GISAID haar betalingsverplichtingen niet nakwam. Die problemen zouden zich enkele jaren voortslepen, met als gevolg dat de organisatie die de hosting van de website voor zijn rekening meerdere malen wisselde.

De vraag is nu of de timing van publicatie puur toeval is. Gezien het uitgebreide en gedetailleerde verhaal in Science Insider is het aannemelijk dat het onderzoek naar de handel en wandel van Bogner al ruim voor de publicatie van Crits-Christoph et al. begon. Ook maakt het stuk de indruk dat de auteurs hun huiswerk goed gedaan hebben, en Bogner op zijn minst een nogal curieuze levensloop heeft, met daarin vele gebeurtenissen en inconsistenties die zijn integriteit twijfelachtig maken. Maar toch is het opvallend dat het stuk gepubliceerd wordt kort nadat de groep rondom Andersen, Garry, Holmes en Rambaut een ban van GISAID krijgt.

Er is een reden waarom ik dit zo specifiek benoem: een van de twee auteurs van het artikel in Science Insider is iemand die we al kennen: Jon Cohen, de wetenschapsjournalist die meerdere malen liet zien een overtuigd aanhanger te zijn van de zoönosetheorie, en de groep rondom Andersen, Garry, Holmes en Rambaut bij herhaling ruim baan gaf bij het verkondigen van het zoönose-evangelie. Het is aannemelijk dat een vernietigende publicatie over de initiatiefnemer van GISAID, die hem in een uitermate kwaad daglicht stelt, de auteurs van de pre-print niet slecht uitkwam, omdat daarmee de indruk gewekt zou kunnen worden dat zij de onschuldige slachtoffers waren van een malafide persoon als Peter Bogner. Het is niet ondenkbaar dat Jon Cohen er wel aan mee wilde werken om die suggestie te wekken. Te meer omdat in het artikel specifiek benoemd wordt dat een ‘groep onder leiding van Kristian Andersen’ de wraak van Bogner aan den lijve had gevoeld. Dit naar aanleiding van een artikel afkomstig uit het lab van Andersen, met daarin een referentie, waarin gesteld werd dat de eerste genoomsequentie van SARS-CoV-2 niet geüpload was naar GISAID – zoals Bogner beweerde – maar op een discussieforum voor virologen: dat laatste is inderdaad juist, want zoals we al weten, werd de eerste genoomsequentie van SARS-CoV-2 door Eddie Holmes gepubliceerd op virological.org. Op de dag dat het team van Andersen het artikel publiceerde, verloren de auteurs de toegang tot GISAID. Die toegang werd op 3 maart 2023 hersteld. Maar opvallend genoeg wordt in het verhaal van Cohen geen melding gemaakt van de erop volgende ban die GISAID oplegde aan de auteurs van het artikel van Crits-Cristoph et al., terwijl ook dit verhaal zich ruim voor de publicatiedatum van het artikel in Science Insider afspeelt. Het doet vermoeden dat Cohen die relatie niet wilde leggen om zo de schijn van partijdigheid te vermijden.

Als Fouchier naar een reactie wordt gevraagd naar aanleiding van de klachten en kritiek op GISAID valt wederom zijn milde toon op, waarbij hij stelt dat hij weet heeft van de klachten over GISAID, maar dat ‘he is not entirely sure if these are warranted or free of conflicts of interest’. Om er aan toe te voegen dat sommige klachten ‘seem to be orchestrated by a vocal minority’, waaronder de traditionele publieke genoomdatabanken die veel gebruikers over zagen stappen naar GISAID. De kritiek, zo zegt Fouchier, ‘seem to be the usual tears of the losing side’.

Na het commentaar van Fouchier gaat het artikel verder met het beschrijven van de vertroebelde relatie tussen Bogner en wetenschappers die gebruik maken van GISAID. Ook hier lijken Cohen en zijn collega een punt te hebben: er waren twee jaar eerder al eerder klachten geweest over hoe GISAID zonder uitleg te geven de toegang tot de databank afsloot, en hoe wetenschappers met ‘telefonische pesterijen’ bestookt werden of juridische dreigbrieven kregen als ze zich niet aan de strikte regels van GISAID hielden.[160] Dat stuk werd al in maart 2021 in Science Insider gepubliceerd, maar niet door Jon Cohen. Hoe dan ook, het is duidelijk dat de journalisten van Science Insider niet op goede voet staan met Peter Bogner.

Daarmee weet Cohen de schijn van partijdigheid echter niet van zich af te schudden in het artikel over Peter Bogner. Al was het maar omdat hij een maand eerder Kristian Andersen, Flo Débarre, Joel Wertheim en Michael Worobey wederom uitgebreid aan het woord liet in een artikel in Science Insider, nu naar aanleiding van hun voordracht over de Chinese data bij SAGO.[161] Zelfs de foto van de wasbeerhond die Holmes in 2014 maakte op de markt van Huanan ontbreekt niet in dat artikel. Maar ondanks het feit dat de genetische data nog niet beschikbaar waren en er ook geen pre-print gepubliceerd was, stelt Cohen geen kritische vragen en past geen wederhoor toe. In verband hiermee is er één opmerking van Worobey uit dat artikel die ik u niet wil onthouden: ‘Flo [Débarre] and I have been traveling the same road of being very open to lab-leak ideas, but becoming more and more convinced as more and more evidence comes in that’s just not how it happened, and that it did happen at the Huanan market via the wildlife trade’. Maar uit de voorgaande jaren valt slechts één moment terug te halen dat Worobey openlijk de mogelijkheid van een lab-ontsnapping overwoog.

De pre-print

Evenals bij de publicaties van Worobey et al. en Pekar et al. loont het zich om de studie van Crits-Cristoph et al. zelf goed te lezen. Want al snel blijkt uit het commentaar van de auteurs zelf dat het met het ‘harde genetische bewijs’ voor de zoönose-theorie nogal meevalt: ‘Although we cannot identify the intermediate animal host species from these data, a plausible explanation for the co-occurence of the genetic material of SARS-CoV-2 and susceptible animals is that a subset of the animals were infected.’ Flo Débarre zou later bevestigen dat de studie inderdaad geen hard bewijs leverde: volgens haar was de kop boven het artikel van The Atlantic ‘ridiculous’ en ‘embarrassing’, en was het bewijs dat in de studie geleverd werd ‘not the strongest results’.[162] Het bewijs was alleen sterk, zo zegt Débarre, omdat het paste in het overige bewijsmateriaal dat in dezelfde richting zou wijzen, waarbij ze ongetwijfeld doelde op de studies van Worobey et al. en Pekar et al.

En zo blijkt het ‘harde genetische bewijs’ van Keulemans en Vervaeke volgens de auteurs zélf niet meer te zijn dan een ‘plausible explanation’. Desondanks herhalen Crits-Cristoph in hun artikel ten overvloede nog een keer alle ‘aanwijzingen’ die er volgens hen zijn voor de zoönose-theorie, en verwijzen daarbij ter onderbouwing herhaaldelijk naar de studies uit hun eigen wetenschappelijke keuken. Ook gaan ze ook nu niet in op de uitgebreide en goed onderbouwde kritiek op deze twee studies, waarin de meeste van deze ‘aanwijzingen’ overtuigend en degelijk onderbouwd weerlegd worden.[163] [164] [165] [166] [167] Zelfs de simpele constatering dat de uitbraak van de pandemie plaatsvond op de drempel van ’s werelds meest prestigieuze onderzoeksinstituut op het gebied van coronavirussen, blijft onbesproken in deze reeks van ‘aanwijzingen voor een zoönose’. Het is het patroon dat we inmiddels al kennen.

Het ‘harde genetische bewijs’ gefileerd

Daarmee was het verhaal over de wasbeerhond echter nog niet ten einde. Na het verschijnen van de publicatie van de Chinese wetenschappers en het beschikbaar komen van de bijbehorende genetische data, konden andere wetenschappers deze zelf controleren. Al snel kwam er forse kritiek op de resultaten van de studie: zo wees Steve Massey slechts een dag na het verschijnen van de pre-print al op het feit dat geen van de vroege Covid-19-ziektegevallen op de markt een relatie hebben met de marktkramen waarvan in de monsters mitochondriaal DNA (mtDNA) van de wasbeerhond aangetroffen werd.[168] [169] Verder ontdekt Steven Quay dat het monster met nummer Q61, het monster waarin relatief gezien de grootste hoeveelheid mtDNA van de wasbeerhond werd aangetroffen, feitelijk negatief test op SARS-CoV-2. Crits-Cristoph et al. zeggen hier niets over in hun publicatie, maar Quay haalt dit uit een tabel in het addendum bij het artikel.[170] Het is dit monster dat een centrale plaats inneemt in de publicatie van Crits-Christoph en in één van de drie figuren in het artikel wordt de analyse van juist dit monster uitgebreid in beeld gebracht.[171] Het zal een fatale fout blijken te zijn.

Daarna duikt Steve Massey voor een tweede keer in de data, en ontdekt dat het monster met het nummer Q61 niet alleen ‘tjokvol’ zit met mtDNA van de wasbeerhond, maar ook van vele andere dieren die helemaal niet gevoelig zijn voor SARS-CoV-2.[172] Verder laat Massey zien dat er in dit monster meer RNA aanwezig is van twee andere coronavirussen, en wel twee coronavirussen die bij mensen over het algemeen slechts verkoudheidsklachten veroorzaken: OC43 en HKU1.[173] Wellicht dat de auteurs hiervoor ook de wasbeerhond als schuldige zouden willen aanwijzen, maar het is waarschijnlijker dat het RNA van deze twee coronavirussen door toedoen van een hoestend of proestend mens in het monster terecht is gekomen, en niet als gevolg van een snotterende wasbeerhond. In dit verband wijst Massey er op dat als SARS-CoV-2 inderdaad via de wasbeerhond op de markt terechtgekomen zou zijn, er veel meer erfelijk materiaal van SARS-CoV-2 in het monster aanwezig zou moeten zijn dan van deze twee coronavirussen, simpelweg omdat er ook veel meer mtDNA van de wasbeerhond in het monster zit dan van de mens. En dat is niet het geval.[174]

Jesse Bloom op herhaling

De definitieve nekslag voor de studie van het Crits-Cristoph volgt nadat Jesse Bloom zich in de discussie mengt. In een eerste tweettorial op 22 maart 2023 wijst hij op het feit dat het begin van de pandemie in ieder geval niet later kan zijn geweest dan november 2019 en dat daarom monsters verzameld op of na 1 januari 2020 op de markt van Huanan een beperkte zeggingskracht hebben.[175]

Verder stelt hij dat als er, naast erfelijk materiaal van SARS-CoV-2 in een monster, ook mtDNA van mensen en/of dieren wordt aangetroffen, dit niets zegt over een mogelijke besmetting van dier op mens of mens op dier. Beide zijn even waarschijnlijk. Het bewijst volgens Bloom alleen maar dat erfelijk materiaal van het virus samen met dat van mens en/of dier op dezelfde plaats werd aangetroffen. Dit is een dermate logische en voor de hand liggende conclusie dat men geen wetenschapper, viroloog of evolutiebioloog nodig heeft om die te kunnen trekken, behalve dan de ‘wetenschapsjournalisten’ Keulemans en Vervaeke.

Op 27 april 2023 volgt in een uitgebreide tweettorial een tweede analyse van Jesse Bloom, waarin hij ditmaal de genetische data grondig onder de loep neemt.[176] Deze tweettorial wordt vergezeld van een pre-print die hij net online heeft gezet. Onderstaande bespreking is met name op deze pre-print gebaseerd, maar is in verkorte vorm ook in de twitterdraad terug te vinden. Bloom’s analyse laat geen spaan heel van het stuk van Crits-Cristoph et al. Het eerste wat duidelijk wordt, is dat het artikel van Crits-Christoph et al. slechts op een deel van de Chinese data gebaseerd is, waarbij het om in totaal 227 databestanden gaat, daar waar Bloom alle 696 databestanden analyseert die later, op 29 maart 2023, door de Chinezen vrijgegeven worden op de website van een Chinese genetische databank (Nation Genomics Data Center). Bloom controleert voor de volledigheid of de 227 databestanden van Crits-Christoph et al. gelijk zijn aan de overeenkomstige bestanden in de volledige dataset uit de Chinese databank: dat blijkt het geval te zijn.

Bloom laat als eerste zien dat de monsters die positief zijn voor SARS-CoV-2 slechts kleine hoeveelheden RNA van het virus bevatten. Op twee monsters na gaat het om minder dan 0,0005% van de totale hoeveelheid stukjes DNA of RNA in de monsters. De twee monsters met het grootste aantal fragmenten RNA van SARS-CoV-2 worden gedomineerd door het mtDNA van de meerval en de forelbaars. Verder gaat Bloom specifiek in op het monster met nummer Q61. Hij preciseert de hoeveelheid RNA die in het monster aanwezig is, en laat zien dat deze slechts een zeer minuscuul aantal deeltjes van SARS-CoV-2 bevat: één fragment RNA van het virus per 210.000.000 fragmenten DNA of RNA van andere organismen. Dit resultaat is in overeenstemming met wat Steven Quay en Steve Massey al opmerkten: dat er in dit monster zo ontzettend weinig RNA van SARS-CoV-2 aanwezig was dat zelfs de rtPCR negatief uitviel, en dit hele kleine beetje RNA slechts aangetoond kon worden met een nog gevoeliger methode, die zulke kleine hoeveelheden RNA ‘aantoont’ dat in dit geval geen betrouwbaar onderscheid meer gemaakt kan worden tussen een positief en een negatief monster.

Bloom laat verder zien dat het aantal fragmenten RNA van SARS-CoV-2 het sterkst correleert met het aantal fragmenten mtDNA van de forelbaars, gevolgd door de meerval, de koe, de karper en de slangenvis. Van de koe werd op de markt van Huanan waarschijnlijk alleen het vlees en de organen verkocht, en de andere dieren zijn zeer waarschijnlijk niet vatbaar voor SARS-CoV-2. Overigens, als ook de andere chordaten meegenomen worden in de analyse, en niet alleen zoogdieren zoals Crits-Christoph et al. doen, is meer dan de helft van het mtDNA uit monster Q61 afkomstig van de Chinese vlekbekeend, en slechts een derde van de wasbeerhond.

Maar het wordt nog erger: Bloom laat zien dat het aantal stukjes DNA van de wasbeerhond in de monsters niet positief, maar negatief correleert met de het aantal stukjes RNA van SARS-CoV-2. Dat wil zeggen: hoe meer fragmenten mtDNA van de wasbeerhond er in de verschillende monsters aanwezig is, hoe minder het aantal fragmenten RNA van SARS-CoV-2 de monsters bevatten. Zelfs het aantal deeltjes mtDNA van de mens laat daarentegen – hoewel zwakker dan voor voornoemde dieren – een positieve correlatie zien met het aantal deeltjes RNA van SARS-CoV-2. Dat hoeft overigens niet te verbazen, want bij het opwerken van de monsters werd in een van de opwerkingsstappen zoveel mogelijk humaan DNA uit de monsters verwijderd.[177] Uit een aanvullende analyse blijkt dat, ongeacht welke subset van de monsters Bloom neemt, het aantal deeltjes RNA van de wasbeerhond negatief correleert met het aantal deeltjes RNA van SARS-CoV-2.

Bloom besluit de tweettorial met de vraag: ‘More broadly, what can we conclude about COVID-19 origins from all this? Probably not much.’ Als gezegd zet hij zijn tweettorial kracht bij met een pre-print waarin hij alles veel uitvoeriger uit de doeken doet en waarin hij stelt dat de methode van Crits-Cristoph et al. helemaal niet geschikt is om de vraag te beantwoorden of de op de markt van Huanan aanwezige dieren geïnfecteerd waren met SARS-CoV-2.[178] Waarmee het ‘harde genetisch bewijs’ definitief in rook opgaat en het raam van de wetenschapsredactie van de Volkskrant uitwaait. En verdwijnt in de diepe wateren van The Atlantic.

De pre-print van Jesse Bloom wordt op 24 augustus 2023 gepubliceerd in Virus Evolution.[179] De pre-print van Crits-Christoph et al. is tot op de dag nog steeds niet gepubliceerd in welk tijdschrift dan ook. Het grappige is dat in de pre-print al staat dat ‘This Repot is not intented for publication in a journal’. Blijkbaar hadden de auteurs een vooruitziende blik. Men mag concluderen dat het zogenaamde ‘sterke bewijs’ over de wasbeerhond even snel verkruimelde als het ‘definitieve en onweerlegbare bewijs’ dat in de studies van Worobey et al. en Pekar et al. te berde werd gebracht. Dit onder het wetenschappelijk gewicht van ter zake kundige, kritische en onafhankelijke wetenschappers zoals Quay, Massey en Bloom. En ditmaal waren er enkele kranten en een weekblad die hier wél aandacht aan besteedden, waaronder een opiniestuk in The New York Times met de veelzeggende titel: ‘Why Does Bad Science on Covid’s Origin Get Hyped’.[180] [181]  [182]

Is dit een voorbeeld hoe wetenschapsjournalistiek eruit zou moeten zien, zoals Keulemans en Vervaeke die hier praktiseren? Spreken over ‘hard genetisch bewijs’, terwijl de studie die deze uitgesproken stelling zou moeten onderbouwen nog niet eens gepubliceerd is, zelfs niet als pre-print, en de ruwe data die tot deze conclusie zou moeten leiden nog helemaal niet beschikbaar is? Natuurlijk niet. Maar Keulemans en Vervaeke, als kritiekloze aanhangers van de zoönose-religie, hadden zo’n haast met het publiceren van datgene wat hun geloof bevestigde, dat zij het meest essentiële kenmerk van betrouwbare wetenschap spontaan vergaten: dat de data de conclusie moeten kunnen onderbouwen, en niet tegenspreken. Het was niet de eerste keer, en het zal ongetwijfeld ook niet de laatste keer zijn.

En wat doen de auteurs van het artikel in de Volkskrant nadat Bloom de pre-print van Crits-Cristoph tot op het bot had gefileerd? Keulemans maakte er zich op Twitter vanaf door te stellen dat het gaat om een ‘knotsgekke plottwist’, waarschijnlijk om verder gezichtsverlies te voorkomen.[183] Vervaeke laat niets meer van zich horen. Maar voor wie gedacht had dat het illustere duo vervolgens naar aanleiding van de analyse van Bloom een hoofdartikel in de Volkskrant zouden schrijven, kwam bedrogen uit. Grote koppen over de studie van Bloom bleven uit, en zelfs een rectificatie, al was het maar verstopt in een donker hoekje van de wetenschapsbijlage, kon er niet vanaf.

Ook Marion Koopmans slaat al snel een andere toon aan. Binnen enkele dagen na de tweet met ‘Stay tuned’, met daarin de verwijzing naar het artikel in The Atlantic, schrijft Marion Koopmans op 21 maart op Twitter dat de studie inderdaad geen bewijs levert voor de stelling dat de wasbeerhond het virus naar de markt van Huanan had gebracht, ‘in weerwil van wat sommige krantenkoppen schrijven’.[184] Waaronder dus ook de kop in de Volkskrant. Dat moet een onaangename gewaarwording geweest zijn voor Maarten Keulemans, die altijd trouw de boodschap uitdraagt die Koopmans graag wil verspreiden. Diezelfde middag vertelt ze ook bij Nieuws & Co dat de studie van Crits-Cristoph geen bewijs levert voor de stelling dat wasbeerhond SARS-CoV-2 op de mens zou hebben overgedragen.[185] Bijzonder, omdat ze vier dagen eerder met haar tweet en haar reactie in de Volkskrant iets heel anders suggereerde. Waarom verwees ze anders naar een artikel in The Atlantic, waarin gesteld werd dat het genetisch bewijs was geleverd voor de zoönosetheorie, maar dat bewijs ten ene male ontbrak? Een artikel met als titel ‘The Strongest Evidence Yet That an Animal Started the Pandemic’, iets waarvan Koopmans kon weten wat de impact op het lekenpubliek zou zijn: de vaststelling dat de zoönose-theorie nu definitief bewezen was. Heeft het wellicht te maken met het feit dat de WHO, bij monde van Maria van Kerkhove, op dezelfde dag dat het artikel in de Volkskrant verscheen, in een officieel commentaar vaststelde dat de nieuwe gegevens inderdaad geen uitsluitsel geven over hoe de pandemie is begonnen?[186]

Het wordt pas echt gênant als blijkt dat Koopmans al voor het verschijnen van het artikel in The Atlantic exact wist wat er in het artikel van Crits-Christoph stond: ze wordt aan het eind namelijk bedankt voor haar ‘constructieve commentaar’. ‘Constructief commentaar’ dat niet voldoende bleek te zijn om het wetenschappelijke bouwval van de wasbeerhond en SARS-CoV-2 te stutten, en de eerste de beste wetenschappelijke windvlaag voldoende was om het in elkaar te laten storten. De conclusie is dan ook onontkoombaar: toen Koopmans op de bewuste ochtend van zaterdag 17 maart 2023 met haar tweet verwees naar het artikel in The Atlantic, wist ze heel goed dat het artikel van Crits-Christoph niet het bewijs leverde voor de stelling dat SARS-CoV-2 van de wasbeerhond op de mens overgedragen zou zijn. Maar dat wel iedereen wilde doen geloven.

Daarna verdween de wasbeerhond uit het vocabulaire van Koopmans. Want op het moment dat de pre-print van Jesse Bloom verscheen, volgde er geen ‘stay tuned’, met daarin een verwijzing naar het artikel. En dat terwijl Bloom de ruwe data wél tot zijn beschikking had, en zelfs veel meer data in handen had dan Crits-Christoph et al, deze grondig analyseerde en er zelfs een wetenschappelijk artikel aan wijdde. Het is de rode draad in het verhaal wat betreft het gedrag van Koopmans. Overal waar de gedachte van de mogelijkheid van een labontsnapping onderdrukt moet worden, duikt zij als een duveltje uit een doosje op. Verder grijpt ze alles aan wat maar enigszins gebruikt zou kunnen worden als ‘bewijs’ voor de juistheid van de zoönosetheorie, hoe zwak ook, en negeert ijskoud alle bewijs dat in tegengestelde richting wijst.

Men zou kunnen denken dat de tragikomedie rondom de wasbeerhond afgelopen is. Maar er zou nog een vervolg komen, dat wellicht een aanwijzing vormt waarom Flo Débarre pas in februari 2024 een zo venijnige reactie gaf op het stuk van Jesse Bloom over de verdwenen genoomsequenties, dat anderhalf jaar eerder al gepubliceerd werd. Want uit het gedragspatroon van Débarre tot dan toe komt een vrouw naar voren die niet graag gecorrigeerd wordt, regelmatig vilein en niet zuiver inhoudelijk reageert op kritiek van mensen met wie ze het oneens is, en af en toe op zijn minst een wat bijzondere interpretatie geeft aan onbetwistbare feiten. Bovendien lijkt ze haar eigen kennis en inzichten superieur aan die van andere wetenschappers te beschouwen, tot dan toe al een terugkerend fenomeen bij sommige auteurs uit de groep van fanatieke aanhangers van de zoönosetheorie. Daar lijkt het niet bij te blijven. Op X wordt ze beschuldigd van doxxing en intimidatie van anonieme wetenschappers die onderzoek doen naar de mogelijkheid van een labontsnapping, onder andere door het aanschrijven van werkgevers en familie van deze mensen.[187] [188] [189] Voor sommigen van hen zou dat tot negatieve gevolgen geleid hebben.

Débarre schrijft – wederom opvallend – in haar eentje een weerwoord op het stuk van Bloom, waarin laatstgenoemde de wasbeerhond voorlopig vrijpleit van het veroorzaken van de pandemie.[190] Dat stuk wordt op 29 december 2023 gepubliceerd in het tijdschrift ‘Virus Evolution’. Saillaint detail: Jesse Bloom is een van de editors van het tijdschrift. Opmerkelijk is dat blijkbaar geen van de andere auteurs van het artikel over de wasbeerhond zich geroepen voelde om aan dit stuk mee te werken, zelfs de eerste auteur Crits-Cristoph niet. In het artikel schetst Débarre onder andere de gebeurtenissen voorafgaand aan het artikel in The Atlantic, maar zegt nu dat de journalist van The Atlantic, Katherine Wu, enkele auteurs overhaalde om een interview te geven, niet wetende dat zij hier een artikel over zou schrijven. Terwijl dat over het algemeen toch iets is wat journalisten plegen te doen. Deze opmerking van Débarre komt sowieso enigszins vreemd over, omdat Kristian Andersen er blijkbaar geen enkele moeite mee had om ook met Science Magazine te praten: hij wordt in dat artikel meerdere malen geciteerd.[191] Blijkbaar was hij er zich wel van bewust dat het geven van interviews het gevaar met zich meebrengt dat het gezegde terecht komt in een artikel. En net zoals de vorige keren dat hij door Jon Cohen om een toelichting gevraagd werd naar aanleiding van een publicatie, leek Andersen daar ook nu geen onoverkomelijke problemen mee te hebben, zelfs al was er in dit geval nog helemaal geen publicatie. Zelf zou Débarre expliciet en bij herhaling een interview geweigerd hebben, en zou haar quote in het artikel zonder haar toestemming ontleend zijn aan een e-mail die zij stuurde aan Wu met een verzoek om een correctie van het stuk. Verder zegt Débarre dat het stuk een ‘flashy title’ had die geen recht deed aan de resultaten. En dat kan inderdaad moeilijk ontkend worden.

Daarna doet Débarre wat zij al meerdere malen deed, en in de toekomst nog een aantal keren zal doen, namelijk haar collega-wetenschappers voor de voeten werpen dat ze eigenlijk niets van hun vak begrijpen: ‘There are statisticial errors, technical limitations, experimental imbalances and conceptual failings behind the correlation analyses as described in Bloom, rendering them ultimately meaningless.’ Daarna somt ze een reeks aan argumenten op waarom de analyse van Bloom futiel zou zijn. Die komen allemaal op hetzelfde neer: de ontbrekende correlatie tussen het aantal fragmenten van SARS-CoV-2 en de hoeveelheid erfelijk materiaal van de wasbeerhond, is het gevolg van de methode die Bloom gebruikt. Die correlatie zou per definitie niet op deze manier aangetoond zou kunnen worden, onder andere omdat niet alle dieren besmet hoefden te zijn, en het genetisch materiaal op de latere bemonsteringsdata al gedegradeerd zou zijn. Die boodschap van Débarre wordt khet meest rachtig samengevat onder het kopje 2.1: ‘Questioning the motivation for doing an analysis that we knew would fail.’  Om verderop in deze paragraaf opnieuw een venijnige sneer uit te delen, waarmee ze zonder meer beoogt twijfel te zaaien over de intenties van Bloom: ‘In his article, Bloom emphasized that his results were inconsistent with ‘media articles that emphasized the co-mingling of raccoon dog and viral material.’ It seems that countering these media articles was an important motivation for Bloom’s study.’

Wat betreft het monster van Q61 voert Débarre een wel heel bijzonder argument aan: gezien de context waarin de monsters werden verzameld, zou dit monster volgens haar zonder meer als positief moeten worden beschouwd, ongeacht de zeer, zeer kleine hoeveelheid RNA van SARS-CoV-2 dat er in gevonden werd: ‘When taking into account the spatial and temporal structure of the data, Q61 is clearly positive.’ Terwijl het juist in de context waarin de monsters verzameld werden, veel waarschijnlijker is dat het gaat om een contaminatie van het monster en niet om een reëel resultaat. Maar uiteindelijk komt Débarre, ondanks vele woorden en vele ‘als- dan argumenten’ niet veel verder dan de constatering dat de studie van Crits-Cristoph niet bewijst dat het virus op de markt van dier op mens is overgesprongen, maar dat de resultaten deze hypothese in ieder geval niet tegenspreken. Inderdaad: not the ‘strongest evidence’. At all.

Ik wil u enkele zinnen uit de afsluitende discussie van het stuk van Débarre niet onthouden, omdat ze een goed beeld geven van het soms tenenkrommende dedain dat zij aan de dag legt voor haar collega’s. Ik begin met de conclusie. Die is hard en zeer uitgesproken, maar beperkt zich vooralsnog tot de inhoud het artikel zelf: ‘To conclude, the metagenomic data from the Huanan market cannot by nature prove that a non-human animal was infected, and it was known before even conducting it that a market-wide correlation analysis on these data would not prove it either.’ Wat ze daarna schrijft, heeft weinig meer met de inhoud te maken: ‘Finally, Bloom’s article listed ‘lab leak’ as a keyword, even though the Huanan market data do not directly inform this other hypothesis for the origin of SARS-CoV-2. Whether or not keeping the discussion alive was the intention of the article, this was its outcome in the media. Maybe such aims are better served by opinion pieces, rather than by conducting a study doomed to fail in order to argue that nothing can be concluded from a dataset.’

Maar Débarre krijgt lik op stuk. Een dag later publiceert Bloom in een reactie op Débarre een pre-print waarin hij haar centrale punt van kritiek overtuigend weerlegt. Ook dat artikel wordt gepubliceerd in ‘Virus Evolution’.[192] Hij voert een aanvullende analyse uit op de monsters, maar nu voor een aantal andere coronavirussen. Eén van de stellingen van Débarre was immers dat er zo weinig fragmenten van SARS-CoV-2 in de verschillende monsters aanwezig waren, omdat ze al gedegradeerd zouden zijn. Maar als Bloom een aantal monsters van 12 januari 2020 onderzoekt, die positief waren voor SARS-CoV-2, blijkt dat de hoeveelheid genetische fragmenten van deze andere coronavirussen veel groter is dan van SARS-CoV-2. Verder laat Bloom zien dat er een duidelijke correlatie is van drie van de vier coronavirussen met de hoeveelheid mtDNA van de dieren die met deze coronavirussen geïnfecteerd kunnen worden. Waarmee hij laat zien dat deze analyse niet gedoemd is te falen, zoals Débarre in haar artikel stelt. Hij zegt er duidelijk bij dat die correlatie er zeker niet altijd hoeft te zijn, en dat de afwezigheid ervan niet uitsluit dat een diersoort, aanwezig op de markt van Huanan, geïnfecteerd zou kunnen zijn met SARS-CoV-2, maar dat een afwezige correlatie van SARS-CoV-2 met het erfelijk materiaal van een bepaalde diersoort, er in ieder geval niet voor pleit dat dat dier de drager van het virus is. Waarmee we terug zijn met de oorspronkelijke conclusie van Bloom over de resultaten van Crits-Cristoph et al, in de zin dat die geen uitspraak toelaten over of de op de markt aanwezige dieren geïnfecteerd waren met SARS-CoV-2. En dat geldt dus ook voor de wasbeerhond. Daarmee was de discussie beslecht en deed ook Flo Débarre er verder het zwijgen toe. Om – zoals inmiddels bekend – anderhalve maand later alsnog een nieuwe aanval te doen op het eerdere artikel van Bloom, dat ruim anderhalf eerder al gepubliceerd was.

Rest mij nog te zeggen dat Crits-Cristoph verwijzen naar een studie uit 2020 waaruit zou blijken dat wasbeerhonden gevoelig zijn voor SARS-CoV-2.[193] Het gaat om een experimentele studie waarbij de dieren besmet werden met een standaard hoeveelheid virus, echter niet met een vroege variant, maar een latere die pas eind januari 2020 voor het eerst werd aangetroffen. Deze variant heeft de mutatie D614G, die het virus besmettelijker maakt dan de eerste varianten.[194] Inderdaad blijken wasbeerhonden met deze latere variant geïnfecteerd te kunnen raken, maar het gaat slechts om negen dieren, waarbij het bij zes lukt daadwerkelijk een infectie te veroorzaken. Na 24 uur worden drie dieren die niet besmet zijn in contact gebracht met de besmette dieren. Twee van deze drie dieren lopen de infectie op, het derde dier niet. Het is de enige studie die aantoont dat de wasbeerhond geïnfecteerd kunnen raken met SARS-CoV-2. Maar of de wasbeerhond ook geïnfecteerd zou kunnen worden met de eerste varianten is daarmee niet bewezen. Net zomin als het bewijs geleverd wordt dat deze dieren in de vrije natuur als reservoir voor een directe voorouder van SARS-CoV-2 gediend zouden kunnen hebben.

Motivatie

Dat Crits-Christoph et al. in de inleidende opmerkingen bij hun pre-print schrijven dat zij het recht respecteren van de collega’s van de Chinese CDC om als eerste een manuscript over hun eigen gegevens te publiceren, en niet voornemens zijn om een artikel voor publicatie aan te bieden dat zou concurreren met hun manuscript’, is wel een hele creatieve manier om staalhard te ontkennen dat dit precies is wat ze wél deden. Opnieuw hadden de zoönati haast om hun resultaten zo snel mogelijk aan het grote publiek te presenteren. In iets meer dan twee weken werd een slordige pre-print in elkaar geflanst die moest bewijzen dat het de wasbeerhond was die de mens SARS-CoV-2 had bezorgd. Waarom ditmaal zo’n haast? Zeer waarschijnlijk was het doel wederom om het artikel van Gao et al. de wind uit de zeilen te nemen, omdat men wist dat dit op korte termijn gepubliceerd zou worden. Die list had men een jaar eerder ook toegepast, en er was geen reden om te denken dat het ditmaal niet zou lukken. Het artikel van Gao et al. wordt uiteindelijk op 5 april 2023 gepubliceerd in Nature, 15 dagen na het online verschijnen van de pre-print van Crits-Christoph et al, nadat de Chinezen op 29 maart al een update van het artikel plaatsen op een Chinese pre-print server.[195] Dat was zoals hierboven al aangehaald, ook het moment dat de genetische data definitief worden vrijgegeven.

Maar dat was waarschijnlijk niet de enige reden. Een andere voor de hand liggende verklaring is het feit dat de zoönosetheorie op dat moment steeds meer aan geloofwaardigheid inboet: nadat de FBI eerder al concludeerde dat SARS-CoV-2 waarschijnlijk uit het Wuhan Institute of Virology is ontsnapt, veranderde het Amerikaanse Department of Energy op 26 februari 2023 haar standpunt en sloot zich aan bij het oordeel van de FBI.[196] Aan de hand van de naam van dit instituut zou men kunnen veronderstellen dat dit weinig relevant is. Maar dat is slechts schijn: het is dit instituut dat verantwoordelijk is voor het toezicht in de V.S. op alles wat met bioveiligheid te maken heeft, en deze organisatie heeft dan ook alle noodzakelijke kennis en expertise in huis om de wetenschappelijke argumenten op waarde te schatten. Verder beschikt het instituut over de experts die forensisch bewijs goed kunnen beoordelen, en heeft het de toegang tot geheime documenten die wellicht ook meer licht schijnen op de origine van SARS-CoV-2. Ook dit moet aanleiding tot zorg geweest zijn voor de groep geformeerd rondom de harde kern van de zoönati. Niet voor niets zei Kristian Andersen al in 2020 op de Slackapp: ‘Is there any reason to believe that they might be onto something, or is it all smoke and mirrors?’

Men zou kunnen denken dat hiermee de hele geschiedenis van Worobey et al, Pekar et al., en Crits-Cristoph et al. ten einde. Voor alle drie studies geldt dat zij geen bewijs leveren dat de pandemie op de markt van Huanan begonnen is, hoe de groep zoönati ook haar best heeft gedaan om de wereld iets anders te laten geloven. Maar het verhaal was nog steeds niet afgelopen. Ruim twee jaar na het online komen van de pre-prints, hameren een drietal wiskundigen en wederom een klein team van DRASTIC enthousiast de laatste spijkers in de doodskist waarin de eerste twee studies al terechtgekomen waren, nadat het sprookje van de wasbeerhond dankzij Jesse Bloom al eerder als een nachtkaarsje uitgegaan was.

Dietrich Stoyan & Sung Nok Chiu – Terug naar Worobey et al. (1)

In augustus 2022 verschijnt er een pre-print online van twee eminente wiskundigen met de veelzeggende titel: ‘Statistics did not prove that the Huanan Seafood Market was the early epicenter of the COVID-19 pandemic.’[197] De eerste is Sung Nok Chiu, Professor van het Department of Mathematics van de Hong Kong Baptist University. De tweede is Dietrich Stoyan, Professor Emeritus aan de Technische Universität Bergakademie Freiburg. Beiden hebben als specialiteit de ruimtelijke statistiek. Stoyan schreef over dit onderwerp samen met drie anderen zelfs een handboek.[198] Men kan dus gevoeglijk aannemen dat beiden iets van het onderwerp afweten. In hun pre-print uit het tweetal forse kritiek op de door Worobey en de zijnen gebruikte statistische methoden en stellen al in de abstract dat hun conclusies niet valide zijn, en het antwoord op de vraag wat de oorsprong van de pandemie is, niet beantwoord kan worden met hun statistische analyse.

Het tweetal begint met een aantal algemene opmerkingen, die hierboven ook al uitgebreid besproken werden. Het gaat dan om de zeer matige kwaliteit van de data, waarbij de precieze lokalisatie van de vroege gevallen niet mogelijk is omdat de coördinaten ontbreken. Dan blijkt dat Stoyan en Chiu ontdekt hebben dat er een cluster van zeven vroege gevallen is die allen op hetzelfde adres wonen, maar door Worobey et al. op verschillende plekken gelokaliseerd worden. Dat is wonderlijk. Verder wijzen ze erop dat gegevens ontbreken over wanneer deze vroege gevallen precies ziek werden, een onmisbaar gegeven als men wil weten hoe de keten van transmissie er heeft uitgezien. Ik kom daar straks nog op terug.  Als laatste wijzen ze op de analyse van Gilles Demaneuf, die ik in hoofdstuk 1 ook gebruikt heb en die duidelijk maakt dat er in december 2019 veel meer gevallen waren dan het aantal dat in het WHO-rapport genoemd wordt. en dus ook door Worobey in hun analyse gebruikt worden. Eigenlijk hadden Stoyan en Chiu hier hun analyse kunnen beëindigen, zoals ze ook wel door laten schemeren, omdat met dermate slechte data geen betrouwbaar analyse uitgevoerd kan worden. Dat is echter niet het doel van het tweetal, zij willen slechts laten zien dat de statistische methode niet deugt. En dus zijn dit slechts de inleidende beschietingen.

Als het vervolgens over het vermeende ‘epicentrum’ gaat, wijzen Stoyan en Chiu op het feit dat de markt van Huanan niet de enige locatie is die zich in het centrum van die wolk bevindt zoals Worobey et al. die berekend hebben, maar dat ook de Wuhan CDC, het Hankou Railway Station en Wanda Plaza, een winkelcentrum met een aantal hotels en restaurants, zich in dit centrum bevinden. Daarmee wordt één van de conclusies in de pre-print van Worobey et al. direct al ontkracht: ‘No other location in Wuhan was, at the time or retrospectively, identified as being plausibly epidemiologically linked to the December 2019 COVID-19 cases.’ Die uitspraak is enkel en alleen gebaseerd op de expliciete aanname dat geïnfecteerde zoogdieren de bron van besmettingen waren, en daarom de markt van Huanan de enige relevante locatie is: een klassieke cirkelredenatie. Maar juist dat is nog maar de vraag.

Al in de inleiding merkt het tweetal op dat de methode die Worobey en de zijnen gebruiken om het middelpunt van de wolk van datapunten – de vroege gevallen – te bepalen, hiervoor wellicht niet de meest geschikte is. Er zijn nog een tweetal andere methoden om dat te doen, die hiervoor volgens Stoyan en Chiu waarschijnlijk meer geëigend zijn. Om er meteen bij te zeggen dat er volgens hen geen enkel statistisch argument te bedenken valt – ongeacht welke van de drie methodes gebruikt wordt – dat een van deze een valide uitspraak toelaten over waar de pandemie begon. Naar hun mening is dat een vraag die helemaal niet op deze manier beantwoord kan worden. Maar ook nu gaat het Stoyan en Chiu er om te laten zien wat er mis is met de gebruikte methodologie. En dus berekenen ze vervolgens met behulp van de twee andere methoden wat het epicentrum van de datapunten is. In één van die methoden ligt de markt van Huanan er helemaal buiten, met de andere ligt deze op de rand. Daarentegen ligt Wanda Plaza bij alle drie methoden binnen de verschillende berekende epicentra, waarmee deze plek statistisch gezien meer suspect zou zijn als beginpunt van de pandemie. Maar dat past niet in de hypothese van Worobey et al., omdat zij expliciet aannemen dat het virus van dier op mens overgesprongen moet zijn. Zonder die aanname vervalt het argument dat de markt van Huanan het epicentrum moet zijn, en dat is nu nét een uitkomst die Worobey et al. onwenselijk achten.

Maar wat dit punt betreft, zijn Stoyan en Chiu nog niet klaar met het artikel, en moet hun meest dodelijke argument in deze sectie nog komen. Want om het punt te maken dat de markt van Huanan het beginpunt van de pandemie moet zijn, dragen Worobey et al. nog een ander bijzonder argument aan: ze betogen dat áls het overspringen van SARS-CoV-2 geen specifieke relatie zou hebben met een wetmarket, er in Wuhan vele andere mogelijke locaties zijn waar het eerste cluster van besmettingen gevonden had kunnen worden, inclusief winkelcentra, ziekenhuizen, verzorgingshuizen, universiteiten en religieuze gelegenheden. Om dat aan te tonen, gebruiken ze een studie uit 2015 die de mobiliteit van de inwoners van Wuhan onderzocht aan de hand van het aantal log-ins op social-media tijdens een bezoek aan een bepaalde locatie, zoals die in de periode 2013-2014 (!) werd vastgelegd.[199] Daarmee identificeren ze minstens zeventig andere markten waar minstens even vaak op social-media ingelogd werd als op de markt van Huanan. Om het onderzoek naar mogelijke plaatsen waar de uitbraak óók plaats had kunnen vinden, identificeren ze aan de hand van een andere studie over superspreading-events, verder nog 430 plaatsen waar zo’n event eventueel had kunnen ontstaan. [200] Vervolgens berekenen ze dat het aantal log-ins op de markt van Huanan slechts 0,12% bedraagt van het totaal van alle log-ins op de 70 andere markten. Van alle 430 plaatsen waar een uitbraak had kunnen ontstaan, is het aantal log-ins op de markt van Huanan slechts 0,04%. En als alleen gekeken werd naar het aantal log-ins op de vier wetmarkets, vormden deze slechts 0,21% van alle log-ins op alle markten in Wuhan, en slechts 0,079% van alle log-ins op de 430 plaatsen waar een superspreading-event plaats had kunnen vinden. Waarna Worobey et al. uit deze cijfers concluderen dat als er geen relatie zou zijn met een wetmarket, het zeer onwaarschijnlijk zou zijn dat de pandemie op de markt van Huanan zou zijn ontstaan, en dat het dus bijna niet anders kan dat het virus daar van dier op mens is overgesprongen. Het moet gezegd worden, het is een creatieve argumentatie. Totdat Stoyan en Chiu er naar kijken.

Wat het tweetal vervolgens doet, is die analyse herhalen, maar niet voordat ze er nog eens fijntjes op wijzen dat zij zo hun twijfels hebben over het gebruik van social media-data voor dit doel, maar dat het hun niet om de kwaliteit van die gegevens gaat, maar om de methodologie. En omdat Wanda Plaza in alle drie de gevallen in het epicentrum ligt, voeren ze hun analyse uit voor deze locatie. Daaruit blijkt dat Wanda Plaza een van de meest bezochte plaatsen is van alle 430 locaties, met 2,1% van het totaal aantal log-ins. De kans dat de uitbraak op Wanda Plaza begon in vergelijking met de markt van Huanan, onder de aanname dat deze inderdaad ergens in het epicentrum is ontstaan, is daarmee 26,7 keer zo groot. Waarmee bevestigd wordt dat de kans klein is dat de pandemie op de markt van Huanan begon, maar in vergelijking Wanda Plaza een veel kansrijkere kandidaat zou zijn, nota bene aan de hand van de data die Worobey et al. zelf aandragen. Waarmee hun argument versnippert dat er een speciale relatie van de uitbraak met een wetmarket zou moeten zijn

Daarmee zijn we nu pas bij de kern van het betoog van Stoyan en Chiu terechtgekomen, waarin ze hun meest fundamentele kritiek op het artikel van Worobey et al. uiten. De kopje van deze sectie laat aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘Dubious test’, net zomin als de eerste zin die daarna volgt: ‘Now we are ready to present our main critique of the crucial weakness of W, namely, their in- appropriate formulation of the hypotheses and the dubious tests.’

Het eerste kritiekpunt betreft de computersimulatie waarmee Worobey et al. willen laten zien dat de nabijheid van de gevallen rondom de markt van Huanan niet op toeval is gebaseerd en duidelijk afwijkt van wat op basis van de bevolkingsdichtheid verwacht zou worden. Dit doen ze door een groot aantal simulaties uit te voeren hoe een vroege uitbraak van 155 gevallen in de stad Wuhan er uit zou kunnen zien als er geen relatie met de markt zou zijn. Maar volgens Chiu en Stoyan zijn deze gesimuleerde patronen onrealistisch en lijken ze in geen enkel opzicht op de verdeling van vroege gevallen zoals die normaal gesproken waargenomen worden bij de uitbraak van een besmettelijke infectieziekte, en daarmee ook niet op de verdeling van de vroege gevallen rondom de markt van Huanan. Deze vorm van modellering zou volgens Stoyan en Chia wel geschikt zijn voor het modelleren van de verdeling van een niet-besmettelijke ziekte, zoals de blootstelling aan een kankerverwekkende stof, maar niet in deze situatie.

Het tweede punt van kritiek is dat Worobey et al. de nulhypothese verkeerd gekozen zouden hebben. Die nulhypothese is namelijk dat het epicentrum elders in de stad zou liggen, waarna ze proberen om die hypothese te falsificeren en zo op de markt van Huanan uit te komen. Dit terwijl het logischer zou zijn om als nulhypothese te formuleren dat de uitbraak op de markt plaatsvond en die hypothese proberen te weerleggen. Dat lijkt wellicht niet zo relevant, maar dat is het zeker wel: het is wetenschappelijk gezien stelregel om de nulhypothese te kiezen die als waar wordt beschouwd, om daarna te onderzoeken of die hypothese verworpen kan worden. Dat is een fundamenteel andere benadering. Zij voegen daar aan toe dat Worobey et al. niet consequent zijn in het toepassen van een bepaalde statistische parameter in de modellering, maar het voert te ver om dat punt uit te leggen.

Het derde kritiekpunt weegt waarschijnlijk nog het zwaarst. Stoyan en Chiu betogen dat elke uitbraak van een nieuwe infectieziekte een cluster geeft van vroege gevallen.  Als men vervolgens vele malen simuleert waar een willekeurig cluster zou kunnen ontstaan, is de kans heel klein dat één van die clusters als middelpunt de markt van Huanan heeft. Daarmee zou de nulhypothese van Worobey et al. vrijwel altijd verworpen worden en daarmee bevestigen dat de eerste uitbraak zich op de markt van Huanan heeft voorgedaan. Dat lijkt hun gelijk te bevestigen, maar dat doet het natuurlijk niet, want hetzelfde geldt voor ieder willekeurig andere locatie in Wuhan. Want ook voor ieder ander punt in de stad is de kans heel klein dat het middelpunt van een cluster gesimuleerd daarmee samenvalt, waarmee hun nulhypothese in vrijwel elk geval verworpen zou worden. Stoyan en Chiu benoemen deze testprocedure dan ook als ‘onacceptabel’. Zij herhalen de analyse met de andere nulhypothese, namelijk dat de markt wél het epicentrum is van de uitbraak, en dat voor alle drie methoden ter bepaling van het epicentrum. Daaruit blijkt dat deze hypothese verworpen moet worden voor twee van de drie methoden, waaronder die van Worobey et al. zelf, zolang het aantal vroege gevallen meer dan 150 bedraagt. Pas als het aantal vroege gevallen lager zou zijn, zou de nulhypothese niet meer verworpen worden. Maar zoals we al weten, is het aantal vroege gevallen eerder hoger dan lager dan 150.

In de discussie bespreekt het tweetal dat de methodologie, zoals zij die in hun stuk besproken hebben, heel geschikt is voor een epidemie waarbij de bron met voldoende mate van zekerheid gelokaliseerd kan worden en zich niet verplaatst, maar dat dit veel moeilijker is als de bron niet op voorhand duidelijk is en als het om een besmettelijke ziekte gaat waarbij de ‘bron’ dynamisch is. Ik sluit af met de letterlijke conclusie van Stoyan en Chiu. Die liegt er niet om: ‘We come to a clear conclusion: The analysis in the paper W[orobey et al.] does not give an acceptable argument for the centrality of the Market in the 155 December cases. Our analysis suggests that the Market as well as some other points in its neighbourhood or some other landmarks like the Wanda Plaza are possible spatial ‘centres’ of the cases. Neither W’s nor our statistical analysis could be used to support or reject the zoonosis hypothesis.’

Men zou verwachten dat een pre-print van twee eminente wetenschappers met deze staat van dienst, die beiden zeer goed thuis zijn in de ruimtelijke statistiek, er toe zou leiden dat hun fundamentele kritiek opgepikt zou worden door de wetenschappelijke tijdschriften, niet in de laatste plaats door Science zelf, en door de mainstream media. Maar er gebeurde niets. Er volgde geen bespreking door Jon Cohen in Science Magazine, en CNN had blijkbaar evenmin belangstelling. Ook verschenen er geen grote koppen in The New York Times. Dit allemaal in tegenstelling tot de pre-print van Worobey et al., die wel grote aandacht kreeg. Niets van dat al na het verschijnen van de pre-print van Stoyan en Chiu. Een jaar en vier maanden bleef het stil en leek het stuk van beide wiskundigen in de vergetelheid te geraken.

Dat veranderde als donderslag bij heldere hemel toen het stuk gepubliceerd werd in het prestigieuze wetenschappelijke tijdschrift ‘Journal of the Royal Statistical Society – Series A: Statistics in Society.’ Het artikel haalt onder andere Newsweek, het Duitse populair wetenschappelijke magazine ‘Spektrum der Wissenschaft’ en de Frankfurter Algemeine Zeitung.[201] [202] [203] En zelfs de South China Morning Post besteedt een groot artikel aan de publicatie van Stoyan en Chiu.[204] In Nederland blijft het echter stil.

Stoyan neemt geen blad voor de mond als hij door de Frankfurter Allgemeine om een toelichting wordt gevraagd. Hij zegt diep teleurgesteld te zijn dat Science het artikel van Worobey et al. zonder meer gepubliceerd had, ook omdat meerdere collega-statistici de studie als ‘Quatsch’ betiteld hadden. Zelf noemt hij de statistische analyse ‘eklatant unsinnig’, een beoordeling die er niet om liegt. Worobey wordt ook om een reactie gevraagd, en hij zou gezegd hebben dat de kritiek van Stoyan en Chiu ‘schockierend fehlerhaft’ is. En dat zou hij ook verklaren ten overstaan van de South China Morning Post: ‘Stoyan and Chiu’s study is riddled with errors, bot factual and statistical.’ Het door Worobey proberen af te schudden van critici, ongeacht hun expertise, als ware het lastige vliegen, gaat nog even verder als hij tegen Newsweek het volgende zegt: ‘This paper is an exercise in motivated reasoning and tunnelvision Aside from a long list of factual errors the authors make, they just miss the big scientific picture.’ Flo Debarre is het roerend met hem eens: ‘[Stoyan and Chiu] completely miss the forest for the trees. They need to zoom out. Their article is uninformed and narrow-minded.’ Zo kennen we Débarre. Worobey bevestigd in zijn reactie, waarschijnlijk zonder het zich te realiseren, dat zijn impliciete aanname is dat het virus op een wetmarket van dier op de mens overgesprongen moet zijn: ‘[Stoyan and Chiu’s] argument is akin to concluding that, because the messy area of destruction around one of four explosives factories in a huge city encompasses a train station, a hotel, and a shopping center—and is centered a few feet from the exact middle of the factory floor—that there is not overwhelming evidence that the explosives factory was the source of the explosion.’ Want deze vergelijking die hij hier maakt, gaat alleen op als die aanname juist is. En dat was nu net de vraag.

De Frankfurter Allgemeine vraagt echter twee andere onafhankelijke experts in de ruimtelijke statistiek die het oordeel van Stoyan bevestigen. René Westerholt van de TU Dortmund noemt de methodiek van Worobey et al. ‘ontoereikend’ om de getrokken conclusies te rechtvaardigen. Evgeny Spodarev van de Universität Ulm spreekt van ‘unbedachten und nicht fachmännischen Umgang mit statistischer Methodologie’ (…onzorgvuldig en onprofessioneel gebruik van statistische methoden).

Débarre en Worobey schrijven vervolgens een uitgebreid weerwoord op het stuk van Stoyan en Chiu, waarin ze allereerst en bovenal volharden in hun conclusies uit het oorspronkelijke artikel, die ze nog eens uitgebreid bespreken.[205] Wat echter behoorlijk stoort is dat zij laatstgenoemden een aantal uitspraken in de mond leggen die Stoyan en Chiu zouden hebben gedaan, terwijl dit aantoonbaar niet het geval is. Ook dat kennen we maar al te goed van Débarre in haar tweestrijd met Jesse Bloom. Ik zal enkele voorbeelden noemen. Zo schrijven Debarre en Worobey dat Stoyan en Chiu stellen dat het berekende epicentrum exact moet samenvallen met het punt vanaf waar de verspreiding van het virus begon. Dat is niet het geval: zij zeggen juist dat deze vraag niet beantwoord kan worden met behulp van de beschikbare data. Verder betogen Worobey en Debarre nu dat in het oorspronkelijke artikel niet beweerd werd dat de markt exact in het centrum van de datapunten lag. Dat is echter wel het geval: ‘We show here that the earliest known Covid-19 cases from December 2019, including those without reported direct links, were geographically centered on the market.’ Verder werpen ze als stroman op dat Stoyan en Chiu de markt van Huanan uitsluiten als mogelijk epicentrum. Volgens Worobey en Debarre is dat ‘preposterous’. Maar ook dat is pertinent onjuist, want dit is wat Stoyan en Chiu hierover schrijven in hun conclusie: ‘Our analysis suggests that the Market as well as some other points in its neighbourhood or some other landmarks like the Wanda Plaza are possible spatial “centers” of the cases.’ Erger is nog dat Débarre en Worobey schrijven dat in het oorspronkelijke artikel niet geclaimd werd dat de pandemie op de markt begon. Maar oo dat is natuurlijk wel zo, getuige deze zin uit de conclusie bij hun artikel: ‘…our analyses indicate that the emergence of SARS-CoV-2 occurred through the live wildlife trade in China and show that the Huanan market was the epicenter of the COVID-19 pandemic.[206] Voor wie mocht twijfelen over de mogelijke interpretaties van deze conclusie, wil ik graag enkele van de vele uitspraken van Worobey in herinnering roepen die hij zelf blijkbaar alweer vergeten is. Toen de pre-print van hun analyse gepubliceerd werd, verklaarde hij ten overstaan van de New York Times het volgende: ‘When you look at all of the evidence together, it’s an extraordinarily clear picture that the pandemic started at the Huanan market.’[207] En wat zei hij ook al weer tegen de journalist van CNN? Was dat niet ‘game, set and match for the theory that the pandemic originated in the lab’ en: ‘It’s no longer something that makes sense to imagine that this started any other way.’?[208]

Wat wellicht nog wel het meeste stoort, is dat Worobey en Débarre opnieuw de levensgrote mogelijkheid van sampling bias negeren, door te stellen dat de vroege gevallen een duidelijke epidemiologische links hadden met de markt. Dat klopt ook want de markt maakte deel uit van de zoekcriteria voor het identificeren van de vroege gevallen, en de andere locaties in het berekende epicentrum niet. En aangezien de meeste gevallen géén epidemiologische relatie met de markt hadden, is het de vraag in hoeveel gevallen er een link zou zijn aangetoond tussen de eerste patiënten en bijvoorbeeld Wanda Plaza, als dit een zoekcriterium zou zijn geweest voor het identificeren van de vroege gevallen. En, heel bijzonder en heel opvallend, Worobey en Debarre zeilen uiterst zorgvuldig heen om de drie meest fundamentele kritiekpunten van Stoyan en Chiu, zoals ik hierboven heb besproken.

Wat ook direct opvalt, is dat Worobey de enige auteur van het oorspronkelijke stuk in Science is die de repliek schrijft op het artikel van Stoyan en Chiu, samen met Débarre die in dat artikel alleen in het dankwoord wordt genoemd. Andersen, Garry, Holmes en Rambaut ontbreken, evenals Pekar, Rasmussen, Crits-Cristoph en Koopmans. Twee van hen wordt om een reactie gevraagd, Bob Garry en Marion Koopmans. Garry zegt in een reactie nu opeens dat ‘The Huanan market was just part of the story, you know, because multiple markets were involved.’[209] Daar lezen we echter geen letter over in het stuk van Worobey et al. En Koopmans beweert nu, net als Worobey en Dabarre, dat er in hun artikel niet geclaimd wordt dat de markt de enige mogelijke plaats is waar de pandemie begonnen zou kunnen zijn. Maar weet u het nog, wat Koopmans twee jaar hier twee jaar eerder over zei? Was het niet: ‘Voor mij is dit heel sterk bewijs.’?[210] Dat was het toch voor haar? Maar blijkbaar is dit ‘hele sterke bewijs’ aan enige erosie onderhevig als blijkt dat er het nodige wetenschappelijke betonrot in de methodologie van de studie zit. Waarvan ik waag te betwijfelen of Koopmans in staat is om daar inhoudelijk een oordeel over te geven, aangezien er twee doorgewinterde statistici voor nodig waren om die betonrot bloot te leggen.

Michael Weissman – Terug naar Worobey et al (2).

Kort na het verschijnen van het artikel van Dietrich Stoyan en Sung Nok Chiu zal de emeritus hoogleraar fysica Michael Weissman op een iets andere manier wijzen op een denkfout in de studie van Worobey et al. Het gaat dan om de uitspraak van de auteurs dat het feit dat de vroege gevallen, die géén link hebben met de markt, dichter bij de markt wonen dan de mensen die wél een relatie met de markt hebben, gezien moet worden als een extra bewijs dat de pandemie op de markt begonnen is. Hetzelfde wiskundige tijdschrift ‘Journal of Royal Statistical Society Series A’ publiceert op 20 maart 2024 een ingezonden brief van Weissman, waarin hij betoogt dat als de markt van Huanan inderdaad het epicentrum van de pandemie is, de gevallen die geen relatie hebben met de markt, gemiddeld op een grotere afstand van de markt zouden moeten wonen dan de gevallen die wel een link met de markt hebben. Dit omdat zij de besmetting opgelopen moeten hebben via een transmissieketen die uiteindelijk terugleidt naar de markt, ook al valt die besmettingsroute niet meer te reconstrueren. Met andere woorden, er moet dan een keten van besmettingen zijn, waarbij een eerste geval mét een link naar de markt vervolgens een tweede patiënt besmet, die op zijn beurt weer een derde patiënt besmet en zo verder. Bij bron- en contactonderzoek lukt het wellicht nog om de connectie te vinden tussen de eerste, tweede en mogelijk een derde besmetting in die keten, maar uiteindelijk loopt het spoor volgens Weissman dood en lukt het niet meer om de volgende besmetting in de keten te traceren, terwijl die er wel moet zijn: ofwel een geval waarbij geen relatie meer met de markt gelegd kan worden. Als de markt het epicentrum van de pandemie zou zijn, zoals Worobey et al. stellen, en de besmettingen zich van daaruit over de stad verspreid hebben, zou het bij de eerste gevallen gemakkelijk zijn om de link met de markt te leggen, maar zou dit bij iedere volgende besmetting steeds moeilijker worden. Waarmee de kans om een geval te vinden waarbij de link met de markt nog gelegd kan worden, bij een toenemende afstand tot de markt steeds lager wordt, en de kans om een geval te vinden waarbij geen relatie met de markt meer aangetoond kan worden, toeneemt met de afstand tot de markt. Dat is het tegenovergestelde van wat Worobey et al. vinden: dat de gevallen zonder link met de markt dichter bij de markt wonen dan de mensen die wel een connectie met de markt hebben. Een fenomeen dat volgens Weissman – en vele anderen – daarentegen uitstekend te verklaren valt met de ‘proximity detection bias’: ofwel het feit dat er in de buurt van de markt en nabijgelegen ziekenhuizen gezocht werd naar nieuwe gevallen, en daarom de mensen zonder een link met de markt oververtegenwoordigd waren, simpelweg omdat ze dicht bij de markt woonden.[211]

Op de ingezonden brief van Weissman komt weder een reactie van Worobey en Débarre. Niet geheel onverwacht is hun stelling dat Weissman hun artikel niet goed gelezen en/ of begrepen heeft. Hun argumentatie komt er in essentie op neer dat het verschil verklaard kan worden door aan te nemen dat het bij de vroege gevallen die wél een link met de markt hebben, gaat om mensen die werken op de markt, maar op een grotere afstand van de markt wonen dan de mensen zonder een link met de markt. Zij zouden dan als eerste besmet zijn op de markt, omdat het virus het eerst op hen overgesprongen zou zijn. Bewijs voor deze aanname levert het tweetal niet. Deze mensen zouden vervolgens verantwoordelijk zijn voor de secundaire infecties bij mensen die wel in de buurt woonden, maar geen relatie met de markt hadden of waarbij die relatie niet gelegd kon worden. Volgens Worobey is dat logisch omdat de kans op nieuwe besmettingen groot is op een plaats waar de infectiedruk hoog is, zoals op de markt van Huanan. Hoe die mensen dan precies besmet zouden moeten worden, wordt niet helemaal duidelijk, want er moet hoe dan ook een relatie met de primaire besmette mensen zijn. Hoewel niet heel duidelijk geformuleerd wordt in hun weerwoord, zou dat volgens het tweetal dan bijvoorbeeld kunnen gebeuren doordat ze besmet werden door bezoekers van de markt die zelf niet ziek werden. Van die gevallen is volgens Worobey en Debarre niet bekend of en in hoeverre zij ook restaurants, bars en andere gelegenheden in de buurt van de markt bezochten en zo het virus verder verspreid zouden kunnen hebben. Met andere woorden, als men de gedachtegang van het tweetal volgt, komt het er op neer dat in hun theorie de afstand tussen het woonadres en de markt voor mensen met een secundaire infectie veel kleiner is dan voor mensen met een primaire infectie. Dat mag op zijn minst een originele gedachte genoemd worden, waarvoor ze echter geen enkel bewijs leveren. Bovendien kunnen we niet uit de analyse van Worobey et al. afleiden of de mensen die wél een link met de markt hadden, inderdaad eerder besmet raakten dan de mensen die geen relatie met de markt hadden, een essentieel gegeven om deze theorie aannemelijk te maken. Maar dat hinder Worobey en Débarre niet om er een wiskundig model op los te laten dat laat zien dat het wel degelijk mogelijk is dat de mensen zonder link met de markt dichterbij wonen dan de mensen die wel een relatie hebben met de markt.[212]

Daarna wordt het amusant, als blijkt dat Worobey en Debarre stellen dat ook deze Weissman zijn eigen vakgebied niet begrijpt.[213] Die strategie van de fanatieke aanhangers van de zoönose-theorie hebben we tot vervelens herhaald zien worden: het verwijt dat mensen hun eigen gebied van expertise, waarin ze al tientallen jaren werkzaam zijn en waarin ze hun sporen ruimschoots verdiend hebben, eigenlijk niet begrijpen.[214] Terwijl hun standaard repliek op critici van hun eigen werk is, dat niet-virologen en niet-evolutiebiologen geen verstand van zaken hebben als het om hun eigen vak gaat, en zich daarom niet moeten bemoeien met de discussie.

Weissman reageert nog een keer., waarbij hem enige humor niet ontzegd kan worden: ‘I’ve posted my first response to Débarre and Worobey’s Replay to my JRSSA. A colleague who agrees with me, thinks that responding shows I’m “Ein naiver Dummkopf”. Probably right.’ Débarre heeft inmiddels de broncode van hun model vrijgegeven, waarna Weissman de modellering in het weerwoord van Worobey en Debarre herhaalt, maar wel met de waarde van een bepaalde parameter zoals Worebey et al. die zelf in hun oorspronkelijke artikel geven. Verrassend genoeg komt uit die modellering een ander resultaat dat in hun weerwoord worden weergegeven. De reden wordt al snel duidelijk: in hun weerwoord heeft het tweetal die bewuste parameter zo veranderd dat het gewenste significante resultaat verkregen werd. Als de waarde gebruikt wordt uit de oorspronkelijke studie, zijn de resultaten niet langer significant.[215] Maar ook daar hebben Worobey en Debarre een verklaring voor: nu zeggen zij dat de in het oorspronkelijke artikel gegeven P-waarde – het getal waarmee de mate van statistische significantie wordt aangegeven – waarschijnlijk niet juist is. Maar als dat zo gemakkelijk gaat, hoe zit het dan met de andere p-waardes in het oorspronkelijke artikel? Zijn die dan ook niet belangrijk meer? Dat is dan ook de essentie van het antwoord van Weissman: als die P-waarde in het oorspronkelijke artikel niet juist is, wat zegt dat dan over de betrouwbaarheid van de andere P-waardes? Blijkbaar begrijpt Weissman toch wel iets van zijn vak.

Zo wordt duidelijk wat Worobey en Debarre proberen te doen. Want waar ze aanvankelijk stellen dat het door hun geschetste scenario het meest waarschijnlijk is, zo niet ‘dispositive’ en ‘incontrovertible’, verzetten ze even gemakkelijk de doelpalen en proberen met het nodige kunst- en vliegwerk te bewijzen dat hun hypothese in ieder geval een mogelijkheid zou kunnen zijn. En draaien daarbij en passant de bewijslast om, door te zeggen dat het aan de critici is om te bewijzen dat dit niet zo is.[216]

Terug naar Pekar et al.

Net zoals voor de studie van Worobey et al, geldt dat het evenmin klaar met de studie van Pekar et al. Want ook dat artikel kreeg nog een staartje. Als gezegd, de studie was feitelijk niets anders dan een modellering van de mogelijkheden hoe de pandemie ontstaan zou kunnen zijn, gepaard gaande met veel en complex statistisch geweld, wat voor de gemiddeld intelligente leek niet te volgen was. Dat moest ook Kristian Andersen erkennen in een podcast van Bad Boy of Science, die gemaakt werd naar aanleiding van beide studies van Worobey et al. en Pekar et al.[217] De twee gastheren van deze podcast hadden in eerdere afleveringen al duidelijk gemaakt dat zij heilig geloven in de zoönose-theorie en mensen die het labontsnappingsscenario serieus overweging, graag belachelijk maken, en wegzetten als complotdenkers die helemaal niet weten waarover ze praten. Uit deze bewuste podcast komt naar voren dat Mike Worobey en Kristian Andersen goede vrienden van elkaar zijn. Dat zal geen verbazing wekken.

Overigens zegt Andersen zelf in de podcast dat de twee artikelen niet het eind van het onderzoek naar de origine van SARS-CoV-2 zijn, maar het begin. Het is prima om met elkaar van mening te verschillen, zo zegt Andersen, en dat is volgens hem de kern van de wetenschap.[218] Maar wat hij niet wil bespreken zijn ‘allerlei complottheorieën’. Want volgens hem is het bewijs dat voorhanden is, beslissend in het voordeel van de zoönose-theorie, en is het bewijs ‘inconsistent’ met de hypothese van de labontsnapping. En dat is precies waar het om gaat. Voor Andersen is de mogelijkheid van een labontsnapping simpelweg een ‘complottheorie’, waarover hij niet in discussie wenst te gaan. Feitelijk geeft hij hier een verklaring voor het feit dat hij niet ingaat op wat critici zeggen over de studies waarvan hij medeauteur is: ze zijn het simpelweg niet waard om mee in discussie te gaan. Maar wat betreft Pekar et al. kreeg Andersen die keus niet meer.

Het zijn wederom enkele onderzoekers van DRASTIC die de hoofdrol spelen in de slotakte van Pekar et al. Hiervoor wordt een speciaal team samengesteld dat zich met de analyse van dit artikel bezig gaat houden. Een nieuw anoniem lid doet zijn entree: Nod, met de twitternaam @nizzaneela. Dat is alles wat er over hem bekend is. Naar aanleiding van zijn commentaar op de studie op Twitter lijkt het de leden van DRASTIC een goed idee hem te betrekken bij het onderzoekNod wordt gevraagd en vervolgens wordt een klein team geformeerd dat zich bezig gaat houden met de modellering van Pekar et al. Vervolgens brengt de analyse van het team meerdere tekortkomingen en onregelmatigheden in de modellering van Pekar et al. aan het licht. Na afloop van de hele affaire schrijft Gilles Demaneuf een lange blog, waarin hij uit de doeken doet wat er allemaal mis is met de modellering zoals die gebruikt wordt in de studie van Pekar et al.[219]

Het verhaal begint met het ‘aandachtig lezen’ van Gilles Demaneuf van het artikel. Daarbij krijgt hij de indruk dat de modellering ‘veel te complex is’ en vreemd genoeg ‘op een of andere manier een fundamenteel probleem met de data en de interpretatie ervan excuseert.’ Daarna benoemt Demaneuf een aantal belangrijke aspecten van het gebruik van modellen. Hij heeft dertig jaar met verschillende modellen gewerkt en de ervaring heeft hem geleerd dat ‘nodeloze complexiteit’ van een model meestal een teken is dat de hypothese zwak is, of dat mensen die de modellen gebruiken te weinig kennis en vaardigheden hebben om er op een goede manier mee om te gaan. Een consequentie van het gebruik van hele complexe modellen is dat er weinig mensen zijn die in staat zijn en daarnaast ook de tijd en de moeite willen nemen om een gebruikt model grondig te controleren. Maar het ergste is, zo zegt Demaneuf, het op deze manier gebruik maken van modellen, ontslaat de onderzoeker van de taak om betere data te verzamelen of om de beschikbare data beter te begrijpen.

Figuur 18 – De appjes van het team dat zich met het artikel van Pekar et al. bezig gaat houden. 

Het eerste dat deze Nod ontdekt, is dat er een fout in de broncode van de gebruikte software zit die gebruikt wordt in de studie van Pekar et al. De oorzaak hiervan is even simpel als knullig: waarschijnlijk is die fout veroorzaakt door onzorgvuldig knip- en plakwerk in de broncode. Hij publiceert dit op PubPeer, een informeel en voor iedereen toegankelijk discussieplatform waar wetenschappelijke artikelen na publicatie besproken worden, en plaatst een tweet met zijn conclusie op Twitter.[220] Kort daarna ontdekt hij nog twee belangrijke fouten. Correctie van de fouten in de broncode leiden er toe dat de kans dat het virus slechts één keer van dier op mens zou zijn overgesprongen van 0,5% naar 3% stijgt. Maar dat is niet eens het belangrijkste. Dat is dat de waarschijnlijkheid dat SARS-CoV-2 twee of meer keren van dier op de mens is overgesprongen is, in verhouding met de kans dat dit slechts één keer is gebeurd, met ongeveer een factor vijftien wordt overschat.

Deze resultaten van het team van DRASTIC leiden tot een erratum bij het artikel op de website van Science, waarin alle drie fouten gecorrigeerd worden – hoewel het erratum slechts spreekt over ‘één fout in de code’, overigens zonder naar het stuk op PubPeer te verwijzen, en met de stelling dat de resultaten de conclusie nog steeds ondersteunen.[221] Dat is echter zeer de vraag. Hieronder wordt de oorspronkelijke tabel S5 uit het supplement (figuur 19) vergeleken met de gecorrigeerde tabel (figuur 20). Het bewijs voor de conclusie van Pekar et al. verandert van ‘sterk’ naar ‘matig’.

Figuur 19 – Oorspronkelijke tabel S5 uit Pekar et al.

 

Figuur 20: Gecorrigeerde tabel S5

Het oordeel van Demaneuf over het artikel van Pekar et al. is duidelijk en hard. De studie is volgens hem niets meer dan een hele slechte modelleringexercitie, die met veel tamtam gebracht werd als bewijs voor de zoönosetheorie, maar wetenschappelijk gezien niets om het lijf heeft. Hij wijst er op dat er 29 auteurs betrokken zijn bij de publicatie, en dat waarschijnlijk slechts enkele van hen voldoende kennis hadden van het gebruikte model om dit op een goede manier te gebruiken. Bovendien benadrukt hij dat dergelijke basale fouten in een model of in de broncode niet opgepikt worden bij de peer-review: het bewijs voor die stelling wordt geleverd door het addendum bij de publicatie in Science. Geen enkele peer-reviewer zal twee weken besteden aan het begrijpen van een gecompliceerd model, gevolgd nog eens meerdere weken om de resultaten te controleren, laat staan dat hij of zij de tijd neemt om de onderliggende broncode op fouten te onderzoeken. Wederom waren onderzoekers van DRASTIC de uitzondering op de regel, maar om deze fouten op het spoor te komen, was één persoon niet voldoende. Er was een hele groep mensen nodig die zich bezig gingen houden met de opzet van de studie, en dat team had vervolgens nog zeventien maanden nodig om de genoemde fouten te ontdekken, waarbij het nog maar de vraag was of die überhaupt ontdekt waren als niet de anonieme Nod deel had uitgemaakt van de groep.

Demaneuf merkt verder op dat het artikel de wind in de zeilen kreeg door een nauwkeurig georkestreerde mediacampagne, die deze resultaten aan het lekenpubliek moest verkopen als beslissend bewijs voor de zoönose-theorie. En daar nog in slaagde ook. Het is een kopie van het verhaal rondom het Proximal Origin-artikel van het viertal Andersen, Garry, Holmes en Rambaut. Een truc die de groep nog een keer dacht te kunnen herhalen met het verhaal over de wasbeerhond, maar ditmaal hun hand overspeelden: het verhaal ontplofte in hun gezicht, en het is bijzonder weinig waarschijnlijk dat de pre-print die ze hierover schreven, ooit gepubliceerd zal worden in een wetenschappelijk tijdschrift.

Maar het zou nog erger worden. Na het verschijnen van de blog van Demaneuf ontdekt Nod nog een fundamentele fout in de analyse van Pekar et al. Die is lastig uit te leggen gezien de complexiteit van de modellering, maar het komt er op neer dat aan de gemodelleerde scenario’s waarin het virus eenmaal van dier op mens overspringt restricties opgelegd worden, die niet gelden voor de gemodelleerdescenario’s waarin dit twee of vaker zou zijn gebeurd. In het eerste geval is een vereiste dat de stammen die na het overspringen ontstaan, zich bij benadering evenveel zullen verspreiden, terwijl in het tweede geval geen eisen worden gesteld aan hoe nieuwe stammen zich zullen verspreiden. Met andere woorden: in de modellering worden minder scenario’s toegestaan voor de eerste hypothese dan voor tweede.[222] Appels met peren dus, waarbij het toeval wil dat dit in het voordeel uitpakt voor het gewenste resultaat in Pekar et al., en wel dat de kans groter is dat het virus twee of meer keer van dier op mens zou zijn overgesprongen dan de kans dat dit slechts één keer gebeurd zou zijn. Dat is een redelijk pijnlijke ontdekking, en als Michael Weissman naar de analyse van Nod kijkt, komt hij tot een duidelijk oordeel: ‘An almost inconceivable bad fundamental error, not a judgement call.’[223]

Nu zorgde de eerste correctie van Nod er al voor dat de kansverhouding (de Bayes-factor) tussen deze twee kansen al met een factor 15 daalde, van 60 naar 4,2, maar na de tweede correctie daalt deze nog verder, en komt het scenario waarbij het virus slechts eenmaal van dier op mens is overgesprongen, als meest waarschijnlijk uit de bus. Waarmee de laatste nagel in de doodskist van Pekar et al. geslagen werd. Het wachten is nu op de tweede addendum bij het artikel in Science, of beter nog, een retractie van het artikel wegens de wetenschappelijke wanprestatie die Pekar et al. neerzetten met hun analyse.

Terug naar de Wholesale Seafood Wetmarket of Wuhan

Hoewel ik het al vele malen aangestipt heb, wil ik er nogmaals op wijzen dat de data over de vroege gevallen die het WHO-team gebruikt werden voor haar rapport, enkel en alleen gebaseerd zijn op door Chinese wetenschappers verstrekte analyses. In hoofdstuk 1 heb ik aan de hand van de uitgebreide analyse van Gilles Demaneuf al laten zien dat het aantal vroege gevallen in december 2019, zoals dat genoemd wordt in het WHO-rapport, fors afwijkt van de aantallen zoals die in wetenschappelijke publicaties van gerenommeerde Chinese epidemiologen zelf geregistreerd worden.[224] Maar zelfs dat is slechts een deel van het verhaal. Want ook met de registratie van de vroege gevallen in die Chinese wetenschappelijke publicaties is het nodige mis.

Een nieuw lid van DRASTIC doet zijn intrede: TheEngineer2, met de twitter-handle @Engineer2The. Ik noemde hem terloops, maar dit is het moment dat hij zijn stempel op het verhaal drukt, want een groot deel van het verhaal dat nu volgt is te danken aan zijn speurwerk en enkele ander leden van DRASTIC. Hij vat in een tweettorial samen wat hij zoal aan fouten en slordigheden heeft ontdekt in de verschillende publicaties.[225] Het eerste voorbeeld is de studie van Li et al. uit de New England Journal of Medicine, waarin de eerste 425 bevestigde patiënten beschreven worden.[226] In de publicatie worden een aantal vroege clusters samengevat in figuur 21, en in figuur 22 wordt een curve gegeven die de toename van het aantal gevallen in december 2019 weergeeft. Zoals goed te zien is, ontbreekt casus 3.1 in de grafiek (groene pijl). Ook casus 3.2 is niet terug te vinden in de curve: op 15 december zijn er twee patiënten te zien, maar geen van beide heeft een relatie met de markt, in tegenstelling tot casus 3.2 (rode pijl). Ook casus 3.3 ontbreekt, want die casus heeft volgens het artikel geen relatie met de markt, maar is via de andere ziektegevallen besmet (blauwe pijl).

In een andere studie van Huang et al. in The Lancet, die ook al in hoofdstuk 1 aan de orde kwam, worden de eerste 41 patiënten uit december 2019 beschreven.[227] Ook in dit artikel is een grafiek te zien waarin de patiënten uit december 2019 uitgezet worden tegen de tijd (figuur 23). Cluster drie uit de studie in de NEJM ontbreekt ook in deze studie, terwijl dit het eerste cluster van patiënten is dat een directe relatie heeft met de markt van Huanan (rode pijlen): casus 3.1 op 12 december ontbreekt ook hier, en de ene patiënt die te zien is op 19 december 2019 heeft een relatie met de markt van Huanan, in tegenstelling tot casus 3.3 in het artikel van Li.

Figuur 21, ontleend aan de studie van Li et al.[228]

 

Figuur 22, ontleend aan de studie van Li et al.[229]

 

Figuur 23, ontleend aan de studie van Huang et al. [230]

Maar de meest opvallende geschiedenis is die van een 41-jarige man met de naam Chen Honggang. In het WHO-rapport wordt hij als eerste officiële Covid-19-patiënt genoemd, en hij zou op 8 december 2019 voor het eerst klachten ontwikkeld hebben. Het is Francisco Asis de Ribera die er al op 25 mei 2021 – kort na de publicatie van het WHO-rapport – op wijst dat er twee Chinese artsen zijn die als beginpunt van zijn ziekte 16 december 2019 noemen.[231] Zijn geval wordt tot in detail uitgeplozen door onderzoekers van DRASTIC, waarbij het team meerdere ongerijmdheden in de rapportage ontdekt. Als zijnde de eerste Covid-19-patiënt, wordt deze Chen uitgebreid geïnterviewd door het WHO-team tijdens het bezoek aan het Xinhua ziekenhuis op 29 januari 2021, zoals in de Annex D1 van het addendum bij het WHO-rapport te lezen staat. Chen is accountant en werkt voor een familiebedrijf. Hij heeft een familielid die een ‘lokale markt’ bezocht zou hebben, en een familielid die in de gezondheidszorg werkzaam is. Het WHO-team vraagt hem specifiek naar ‘hoog-risico blootstellingen’ zoals contact met wilde dieren, het bijwonen van grote bijeenkomsten, eventueel ziekenhuizenbezoek, gemaakte reizen of contact met zieke mensen. Die zijn er volgens het rapport niet, en ook zou hij geen reizen gemaakt hebben met een bestemming buiten Wuhan.

Daarna wordt het WHO-rapport rommelig en zijn er meerdere inconsistenties: in figuur 10 op pagina 152 van de Annexis staat een grafiek, waarin weergegeven wordt wanneer de verschillende vroege gevallen in december 2019 voor het eerst klachten krijgen. Bij de patiënt die volgens deze grafiek op 8 december klachten ontwikkelde, zou er een geschiedenis van blootstelling aan ‘een markt’ zijn, hetgeen blootstelling aan een wetmarket suggereert. Maar het is geen wet-market die Chen bezocht, maar een gewone supermarkt, zoals nota-bene in Annex E4 te lezen staat. Figuur 11 op de volgende bladzijde laat zien dat hij geen relatie met de markt van Huanan heeft. Dat is juist. Maar volgens figuur 12 zou hij wel blootgesteld zijn aan ‘levende dieren’. Dat is weer niet juist: een van de leden van het WHO-team, Thea Fischer, vertelt in de podcast dat Chen het team desgevraagd antwoordde dat zijn enige ‘blootstelling’ aan wilde dieren eruit bestond dat een wilde straatkat zich op enige meters afstand van hem ophield.[232]

Dan staat er op pagina 76 van het WHO-rapport een tabel, waarin van de eerste dertien patiënten de GISAID-registratienummers staan van de genoomsequenties van SARS-CoV-2 die bij hen werden aangetroffen. Bij patiënt S01 staat dat de klachten op 8 december 2019 zijn begonnen. Maar het registratienummer van het genoom dat bij zijn naam staat, is niet van hem afkomstig, maar van een 61-jarige patiënt, aangeduid met het nummer S11.[233] [234] Bij een verdere analyse blijkt dat nog twee andere registratienummers van genoomsequenties ook aan de verkeerde patiënten gekoppeld zijn.[235] Francisco Asis de Ribera noemt de tabel een ‘absolute chaos’, maar weet via een omweg de juiste registratienummers aan de juiste patiënten te koppelen.

Verder is de datum waarop deze 41-jarige Chen voor het eerst klachten zou hebben gekregen onduidelijk. Het is Michael Worobey die deze discussie aanzwengelt in zijn artikel ‘Dissecting the early COVID-19 cases in Wuhan’, waarschijnlijk omdat Francisco de Asis hier al eerder op wees.[236] Dat is niet voor niets. Als Chen de eerste patiënt zou zijn, en hij op geen enkele manier aan de markt van Huanan gelinkt kan worden, wordt het bijzonder lastig om te betogen dat de markt van Huanan de plek is waar het virus van dier op mens overgesprongen is. Mocht Chen pas op 16 december 2019 ziek geworden zijn, zou hij in theorie door iemand besmet kunnen zijn die wel een relatie met de markt heeft. Dat is dan ook wat Worobey in zijn artikel betoogt: het is volgens hem helemaal niet waarschijnlijk dat patiënt nul één van de vroege gevallen uit het WHO-rapport is, aangezien 93% van alle besmettingen niet tot ziekenhuisopname leidt. Dat mag zo zijn, maar dat gegeven vormt voor diezelfde Worobey geen beletsel om de vroege gevallen uit het WHO-rapport te gebruiken voor een studie, waaruit de conclusie volgt dat de markt van Huanan de plek is waar het virus van dier op mens overgesprongen is.

Overigens zou men kunnen denken dat Worobey op het moment van schrijven van zijn opiniestuk uit 2021 nog open staat voor alle mogelijke scenario’s, en in ieder geval op dat moment nog onbevooroordeeld is. Maar wie het dankwoord van Worobey leest, leert al snel dat dit een redelijk naïeve gedachte is. Zo bedankt hij onder andere Kristan Andersen, Crits-Christoph, Eddie Holmes, Jonathan Pekar, Andrew Rambaut en Joel Wertheim voor de discussies en hun assistentie. Men kan met een redelijke mate van zekerheid veronderstellen dat de bijdrage van deze vijf wetenschappers er niet op gericht was om de hypothese van een zoönose te ontkrachten. Dit is des te opvallender, omdat Worobey in mei 2021 nog een ingezonden brief ondertekent die in Science wordt gepubliceerd, samen met onder andere Jesse Bloom, Benjamin Deverman en Alina Chan, maar opvallend genoeg ook Ralph Baric. Daarin wordt opgeroepen de oorsprong van COVID-19 alsnog goed te onderzoeken. Een belangrijke zin in de open brief is deze: ‘Theories of accidental release from a lab and zoonotic spillover both remain viable.’ Waarbij er in de volgende alinea aan toegevoegd wordt dat beide mogelijkheden in het WHO-rapport ‘geen gebalanceerde beschouwing’ kregen. Om in de voorlaatste alinea te schrijven: ‘We must take hypotheses about both natural and laboratory spillovers seriously until we have sufficient data.’[237] Blijkbaar was dat punt voor Worobey amper een half jaar later al bereikt. Het is de enige keer dat Worobey betrapt kan worden op het overwegen van de labontsnapping als een reële hypothese.

Nu weten we uit hoofdstuk 1 al dat er zeer waarschijnlijk gevallen zijn geweest die ruim voor 8 december 2019 ziek werden, maar volgens het WHO-rapport is Chen de eerste patiënt, en het zijn de data uit dit rapport die Worobey later zal gebruiken om de door zijn team van auteurs gewenste hypothese van de zoönose te ‘bewijzen’. Dan is het niet moeilijk om te veronderstellen dat Chen een lastige casus is om in die hypothese in te passen, als hij al op 8 december 2019 ziek werd.

Uit een interview van Chen met het Chinese platform voor onderzoeksjournalistiek ‘The Paper’ zegt hij zelf dat hij niet op 8, maar op 16 december 2019 voor het eerst klachten kreeg.[238] Hij heeft inderdaad geen relatie met de markt van Huanan en woont in het district Jiangxia, op meer dan dertig kilometer afstand van de markt. In het interview wordt bevestigd dat hij accountant is en zijn grootste hobby is het surfen op internet. Het artikel gaat vergezeld van een video, waarin Chen aan het woord komt en zelf zijn geschiedenis uit de doeken doet.[239] In die video zijn er screenshots te zien van een ‘poliklinisch dossier’ waaruit blijkt dat hij op 8 of 9 december 2019 wel degelijk in het ziekenhuis in Jiangxia is geweest, maar zeer waarschijnlijk niet voor hemzelf, maar voor een tandheelkundig probleem van zijn zoon.[240] Ook vertelt hij dat hij naar zijn werk reist via de metro, en zelf vermoedt hij dat hij daar zijn besmetting opgelopen heeft of tijdens het bezoek aan het ziekenhuis. Verder wordt uit het interview duidelijk dat hij eind november 2019 een reis maakte naar Mulan Mountain, een schilderachtig en bergachtig natuurgebied, dat ongeveer 90 kilometer ten noorden van Wuhan ligt. Dat is ruim buiten de stad Wuhan, maar behoort wel tot het veel grotere Wuhan Huangpi-district ten noorden van Wuhan, een mogelijke verklaring voor de discrepantie tussen wat Chen zelf vertelt en wat er in het WHO-rapport te lezen staat.

Het verhaal van Chen wordt grotendeels bevestigd in een artikel in Caixin Global, waarin professor Zhao Su, het hoofd van het Department of Respiratory Medicine van het Wuhan Central Hospital ten overstaan van de journalist het volgende verklaart: ‘Hij is accountant en woont in Wuchang, en is nog nooit op de Huanan Seafood Market in Hankou geweest. Hij kreeg koorts rond 16 december (…) Op 22 december ging hij voor het eerst naar een dokter in het Eerste Volksziekenhuis in het Jiangxia District, maar hij knapte niet op (…) Hij is een oom van een arts in ons ziekenhuis en hij werd op de 27e december overgeplaatst naar ons ziekenhuis.’[241] [242] Het is overigens deze patiënt waarvan het monster, verkregen bij een broncho-alveolaire lavage, naar het Beijing Boao Medical Laboratory gestuurd wordt, en waarvan het hoofd van de spoedeisende hulp van het Wuhan Central Hospital, Ai Fen, op 30 december 2019 de uitslag krijgt dat het om SARS zou gaan. Het is deze uitslag waarvan zij een foto doorstuurt naar de oogarts Li Wenliang en aantal andere artsen, om ze te waarschuwen dat ze ‘voorzorgsmaatregelen’ moeten nemen omdat SARS terug is.

Een laatste aanwijzing dat Chen pas op 16 december 2019 ziek werd, is terug te vinden in het al eerder uitgebreid besproken artikel in de Chinese Medical Journal. Chen is een van de vijf patiënten (patiënt 4) in die studie, en ook hier wordt 16 december 2019 vermeld als de datum waarop hij klachten kreeg.[243] Daarmee lijkt er overeenstemming te zijn tussen de meest gedetailleerde beschrijving van Chen in de wetenschappelijke literatuur en wat hij zelf vertelt. Toch blijft er twijfel bestaan over de juiste begindatum van zijn klachten. Het recept voor antibiotica dat in de video in ‘The Paper’ wordt getoond, heeft als datum van uitschrijven 9 december 2019 en vermeldt als reden ‘koorts sinds de vorige dag’. Worobey neemt voetstoots aan dat die antibiotica bedoeld zijn voor Chen in verband met de tandheelkundige behandeling. Maar die behandeling betrof niet Chen zelf, maar hoogstwaarschijnlijk zijn zoon, en dus is het goed mogelijk dat hij op 8 december koorts ontwikkelde, en dit wel degelijk zijn eerste symptoom van Covid-19 was.[244] Deze lezing wordt bevestigd door Liang Wannian, het hoofd van het Chinese deel van de WHO-missie, in antwoord op vragen van een journalist naar aanleiding van de analyse van Worobey uit 2021.[245] Chen zou volgens Liang wel degelijk op 8 december ‘verkoudheidsklachten’ ontwikkeld hebben, zoals hoofdpijn en duizeligheid, gevolgd door vermoeidheid, spierpijn en kortademigheid, waarbij later de diagnose Covid-19 bevestigd zou zijn. Een definitief antwoord op de vraag wanneer Chen ziek werd, kan dan ook niet gegeven worden: zowel Liang als Worobey hebben zo hun redenen om hun lezing van de geschiedenis voor juist aan te nemen.

De volgende vraag is waar Chen Honggang woont. Zhao Su stelt dat hij in het district Wuchang woont, op de zuidwestelijke oever van de Yangtze, recht tegenover het district Janghan, het district waarin de markt van Huanan gelegen is. Maar dat komt niet overeen met wat Ai Fen zegt ten overstaan van een ander Chinees medium, Sina News. Daarin zegt ze dat ze op 27 december een ‘jonge man van in de veertig’ op de SEH kreeg, die een week lang behandeld was in een ‘lokale kliniek’, en waarvan ze op 30 december 2019 de uitslag kreeg dat het om SARS ging.[246] Daarmee is zeker dat het om dezelfde Chen gaat. Volgens Ai Fen zou hij afkomstig zijn uit de ‘verste buitenwijken’ van Wuhan. Dat komt overeen met het ziekenhuis waar hij zich op 22 december meldt in verband met progressie van zijn klachten, het Jiangxia District First People’s Hospital, gelegen in het Zhifang Residential District, een klein geürbaniseerd gebied in het district Jiangxia. Dat ziekenhuis ligt hemelsbreed inderdaad op ongeveer 30 kilometer van de markt van Huanan. Het is bijzonder onwaarschijnlijk dat deze Chen dit ziekenhuis zou bezoeken als hij werkelijk in het district Wuchang zou wonen. Bovendien wordt in de Annex E4 op pagina 178 van de Annexis bij het WHO-rapport vermeldt dat hij een RT-mart supermarkt bezocht zou hebben in het Jiangxia District. Daarvan is er maar één in deze regio, en die supermarkt is ongeveer een kilometer zuidelijk gelegen van het bovengenoemde ziekenhuis.

Figuur 24 – De dertien districten van Wuhan.

Chen Honggang is geen gebruikelijke naam in China, en dus gaan de onderzoekers van DRASTIC op zoek naar de werkgever en de plaats waar Chen werkt.  Uiteindelijk vinden ze een Chen met exact dezelfde naam, die werkt bij het bedrijf Wuhan Chemical New City Engineering Co.[247] Het bedrijf staat in het noordelijke deel van het district Hongshan, niet ver van de Yangtze, en is ongeveer 35 kilometer noordoostelijk gelegen van de vermoedelijke woonplaats van Chen, het Zhifang Residential District. Om via het openbaar vervoer naar zijn werk te komen, zou hij om te beginnen lijn zeven moeten nemen, en daarna lijn vijf. Het station in Zhifang waar hij op zou stappen, is ook het vertrekpunt van buslijn 919 die langs het BSL4-laboratorium van het Wuhan Institute of Virology rijdt. De vermoedelijke woonplaats van Chen ligt hemelsbreed op ongeveer vijf kilometer afstand van het BSL4-laboratorium van het Wuhan Institute of Virology. Nu zouden de medewerkers van het BSL4-lab en Chen’s ‘s ochtends en ‘s avonds in tegengestelde richting rijden, hetgeen de kans klein maakt dat Chen direct door een medewerker besmet is geraakt, maar het laat wel zien hoe snel een verspreiding zich in theorie via de metro zou kunnen verspreiden.

Overigens is ook met de waarschijnlijke woonplaats van Chen iets vreemds aan de hand in het rapport van het WHO-team. Op pagina 156 van de Annexis bij het WHO-rapport staan vijf kaartjes met een zeer matige resolutie, waarvan de legenda zelfs helemaal niet leesbaar is. Het gaat om kaartjes die de verspreiding van de vroege gevallen over Wuhan in de tijd weergeven, en laten de verdeling van die gevallen zien voor 11, 16, 21, 26 en 31 december. De casus Chen staat niet op de kaartjes van 11, 16, 21 en 26 december, en wordt pas zichtbaar op het kaartje van 31 december 2019 (zie onderstaande figuur: aangegeven met de rode pijl). Het bijzondere is vereder dat de eerste twee gevallen op 11 december gelokaliseerd worden aan de noordwestelijke kant van de Yangtze, de kant waar ook de markt van Huanan gelegen is.

Figuur 25.

Er is een overigens een goede verklaring voor deze ogenschijnlijke discrepantie in de woonplaats van Chen. Zhao Su benoemt dat de markt van Huanan gelegen is in ‘Hankou’. Dit is de naam van de stad die op de noordwestelijke oever van de Yangtze gevestigd was voordat deze opging in Wuhan. Het is goed mogelijk dat hij de plaatsaanduiding Wuchang op dezelfde manier gebruikt heeft: in dat geval verwijst de plaatsaanduiding waarschijnlijk naar de stad zoals die oorspronkelijk op de zuidoostelijke oever van de Yangtze gelegen was, en waartoe het district Wuchang behoorde, evenals de geürbaniseerde delen van de districten Jiangxia, Hongshan en Qingshan. In 1949 werden deze twee steden en een derde stad, Hanyang, samengevoegd tot een stad die de naam Wuhan kreeg.

De verwarring wordt nog groter. Er blijkt een tweede 41-jarige Chen te zijn, Chen Qingbo, die wel een relatie met de markt van Huanan heeft. Hij wordt op 20 december 2019 ziek en meldt zich op 26 december bij een dependance van het Wuhan Central Hospital. Hij komt als bezorger elke dag op de markt, waarbij hij diverse etenswaren haalt op de markt en bij verschillende restaurants en hotels aflevert.[248] Hij is een bekende patiënt, omdat hij van 2006 tot 2019 in totaal 58 keer bloed doneerde, een prestatie waarmee hij drie keer de ‘National Free Blood Donation Gold Award’ won.[249] Hij figureert dan ook in een vijfdelige Chinese serie over de coronacrisis.[250] In de eerder genoemde tabel in het WHO-rapport is hij de patiënt die aangeduid wordt met S06. Het genoom van SARS-CoV-2 dat bij hem aangetroffen wordt, krijgt de aanduiding Wuhan-Hu-1, en het is de genoomsequentie van deze man die op 11 januari 2020 door Eddie Holmes op virological.org wordt geplaatst, nadat hij Zhang Yongzhen onder druk had gezet om de genoomsequentie vrij te geven. Op 3 februari 2020 volgt dan de publicatie over deze Chen Qingbo in Nature.[251]

Uit bovenstaande verhandeling mag duidelijk zijn dat de eerste Chen, Chen Honggang, mogelijk niet de eerste officiële patiënt is zoals die in het WHO-rapport weergegeven wordt. En ongeacht of hij nu op 8 of 16 december voor het eerst klachten kreeg, laat zijn casus zien dat SARS-CoV-2 begin december al op ruime afstand van de markt van Huanan in Wuhan circuleerde. De periode tussen besmetting met het virus en ontwikkeling van klachten bedraagt zo’n vijf tot zes dagen, hetgeen betekent dat Chen rond de 10e december besmet moet zijn geraakt: dat valt samen met zijn bezoek aan het ziekenhuis in Jiangxia.[252] Als hij daarentegen toen al symptomen van Covid-19 had, wordt die datum nog eens met vijf dagen vervroegd. Het is nogmaals een bevestiging van wat we al weten uit hoofdstuk 1: dat er begin december 2019 waarschijnlijk al veel meer infecties en ziektegevallen waren dan achteraf officieel werden vastgesteld. Maar de belangrijkste constatering is misschien nog wel dat de data waarop het WHO-rapport zich baseert, helemaal niet betrouwbaar zijn, en alleen daarom al de studies van Worobey et al. en Pekar et al. ook niet. In het geval van de Chen Honggang is de datum waarop hij zijn eerste klachten kreeg mogelijk onjuist, klopt het registratienummer niet van het genoom dat aan hem gekoppeld is, is niet duidelijk waar hij precies woont, en wordt hij niet weergegeven op vier van de vijf kaartjes waarop de verdeling van de vroege gevallen over Wuhan op verschillende momenten in december in beeld wordt gebracht, terwijl hij op minstens drie daarvan wel te zien zou moeten zijn. Die omissie komt overigens terug in de ‘kritische review’ van Eddie Holmes, waarin deze kaartjes in iets andere vorm terugkomen in figuur 1 van zijn artikel. Ook hier is de casus van Chen niet terug te vinden op de kaartjes tot en met 26 december 2019 en wordt deze pas zichtbaar op het kaartje waarop de vroege gevallen van 8 t/m 31 december te zien zijn.[253] Dit is dus het ernstige betonrot in het fundament waarop de ‘wetenschappelijke’ studies van Worobey et al. en Pekar et al. gebouwd zijn.

Het wordt nog erger: mocht Chen Honggang inderdaad niet de eerste officiële patiënt zijn, wie is dat dan wel? Dat is een 57-jarige vrouw met de naam Guixian Wei. Zij woont in het district Jianghan, het district waarin ook de markt van Huanan gelegen is. Zij heeft een duidelijke relatie met de markt van Huanan, waar ze een viskraam heeft en garnalen verkoopt. Na het nodige puzzelwerk weten de onderzoekers van DRASTIC haar kraam te lokaliseren: het is kraam 14 in de tweede straat, in het westelijke deel van de markt, niet ver gelegen van de toiletten in de zuidwestelijke hoek. Daarnaast heeft ze volgens de onderzoekers een link met een viertal andere vroege gevallen via de markt van Huanan, en bestaat er mogelijk ook een relatie met een ander ziektegeval via de lokale kliniek waar ze zich het eerst presenteert in verband met haar klachten. Wei ontwikkeld volgens een artikel in de Wall Street Journal op 10 december 2019 klachten passend bij Covid-19, waarna ze gezien wordt in een lokale kliniek, en twee dagen ‘een infuus’ krijgt. De datum van 10 december die in dit artikel genoemd wordt, is waarschijnlijk niet juist, want verschillende andere Chinese bronnen vermelden 11 december als datum waarop Wei ziek wordt. Na twee dagen behandeling is er echter geen verbetering in haar toestand, en meldt ze zich bij het Wuhan Red Cross Hospital (Eleventh Hospital), hemelsbreed op niet meer dan anderhalve kilometer afstand gelegen van de markt van Huanan. Ze krijgt medicijnen voorgeschreven en wordt naar huis gestuurd. Daarna verslechtert haar klinische toestand echter snel en op 16 december 2019 wordt ze gezien op de SEH van het veel grotere Union Hospital, nauwelijks in staat om te spreken, en wordt twee dagen later alsnog opgenomen en waarschijnlijk niet lang daarna aan de beademing gelegd.[254] Ook Wei wordt geïnterviewd door de journalist van ‘The Paper’ en komt ook in de bijbehorende video uitgebreid aan het woord, en in het interview noemt ze zelf specifiek 11 december 2019 als datum waarop ze ziek wordt.

Ook met de casus van Wei is het nodige aan de hand. Want hoewel ze in het interview met ‘The Paper’ en in The Wall Street Journal uitgebreid geciteerd wordt, is het niet mogelijk om haar te herleiden naar de vroege gevallen in het WHO-rapport en naar beide wetenschappelijke artikelen in The Lancet en de NEJM. In de Annexes bij het WHO-rapport is er in de grafiek op pagina 151 een patiënt te zien die op 11 december klachten krijgt, en die persoon zou ook een relatie met de markt hebben. Maar om welke persoon het gaat, valt niet af te leiden uit de Annexes of het rapport zelf. Het zou in theorie dus om Wei kunnen gaan, ware het niet dat op het overzichtskaartje van de markt van Huanan in het WHO-rapport, bij de kraam van Wei (kraam 14) in de tweede straat, geen vroeg ziektegeval terug te vinden is. In de grafiek van het artikel uit de NEJM (figuur 17) is een patiënt te zien die op 10 december 2019 ziek wordt, maar die persoon zou volgens deze figuur geen relatie met de markt hebben.[255] In de grafiek in het artikel in The Lancet staat eveneens een patiënt die op de 10e ziek wordt, en die persoon heeft volgens de figuur wél een relatie met de markt.[256] Maar het is niet waarschijnlijk dat het om Wei gaat: in een overzicht van de ‘epidemische situatie’ van de National Health Commission van China van 23 januari 2020 worden zeventien casussen van Covid-19 met een fatale afloop gerapporteerd.[257] Als zevende patiënt wordt een 48-jarige vrouw genoemd, genaamd XX Yin. Zij wordt ziek op de 10e, en wordt twee weken behandeld in een niet nader genoemd ziekenhuis. De behandeling heeft geen effect en vervolgens wordt ze op 27 december overgeplaatst naar het Tongji Hospital, waar ze non-invasief beademd wordt. Enkele dagen later, op 31 december, wordt ze overgeplaatst naar het Jinyintan Hospital. Daar overlijdt ze op 20 januari 2020. Dus ook dit geval gaat niet over Wei. Het heeft er dan ook alle schijn van dat, hoewel er over Guixian Wei uitgebreid in de Engelstalige én Chinese media bericht wordt, zij niet terug te vinden is in het WHO-rapport of in de wetenschappelijke publicaties over de vroege gevallen. Een bijzondere constatering.

WHO

De onjuistheden in de registratienummers van de genoomsequenties en het ontbreken van de 41-jarige Chen op de eerste vier kaartjes van december 2019 brengen de WHO ernstig in verlegenheid. Er volgt een correctie van de genoomsequenties zoals Asis de Ribera die samenvat in zijn tweet.[258] Maar de WHO geeft geen antwoord op de vraag waarom de casus van Chen niet terug te vinden is op de eerste vier kaartjes in de annexes bij het WHO-rapport.[259] Naderhand beklaagt Peter Embarek zich erover dat de Chinezen de gangen van Chen voorafgaande aan 8 december 2019 niet tot in detail zouden zijn nagegaan, en dat ze ook nagelaten zouden hebben om zijn contacten goed in beeld te krijgen. Volgens Embarek had het team lang met Chen gesproken, maar had hij een gewoon, zo niet saai leven.[260] De vraag is hoe uitgebreid en diepgravend dat interview met het WHO-team dan wel geweest is. Want uit het artikel in ‘The Paper’ wordt duidelijk dat de Chinezen wel degelijk de gangen van Chen nagegaan zijn. Peter Daszak zegt in een interview met The New York Times dat het WHO-team Chen zelf niet gevraagd hebben wanneer hij voor het eerst klachten kreeg. Zij kregen dit volgens Daszak te horen van de artsen in het Xinhua Ziekenhuis.[261] Blijkbaar was dat afdoende reden om niet zelf door te vragen, ondanks dat Embarek stelt dat ze ‘lang met Chen gesproken hebben’.

Mahjong

Ik keer terug naar het interview dat Wei geeft aan ‘The Paper’. Daarin zegt ze iets dat een extra dimensie geeft aan het verhaal rondom de markt van Huanan, een aspect dat zowel door de groep wetenschappers rondom Andersen, Garry, Holmes en Rambaut als door de WHO-missie veronachtzaamd wordt. Dit is wat ze zegt: ‘Ik herinner me dat ik in de halve maand voordat ik ziek werd nergens heen ben gegaan. Ik speel geen Mahjong’. Het gaat om het laatste zinnetje. Daarmee suggereert ze dat er op de markt van Huanan Mahjong gespeeld werd. De vraag is nu hoe belangrijk dit is.

Mahjong is een bijzonder geliefd bordspel dat onder andere in Japan, Korea en de Filippijnen wordt gespeeld, maar verreweg het meest in China. Vrijwel iedere Chinees kent het spel, dat met vier personen gespeeld wordt en vooral populair is onder ouderen. Mahjong kan zonder de inzet van geld gespeeld worden, maar in China is het gebruikelijk om dit wel te doen, al is het meestal met een lage inzet. Daarnaast zijn er zogenaamde Mahjong-huizen, waar niet zelden om veel hogere bedragen gespeeld wordt. Gokken is echter verboden in China, en gokkers en mensen die anderen de gelegenheid geven om te gokken, riskeren een boete van 3000 yuan of 15 dagen gevangenisstraf. Mensen die in hun levensonderhoud voorzien door het organiseren van gokevenementen, riskeren een gevangenisstraf van maximaal tien jaar.

Tegen die achtergrond verordonneert Xi Jinping in 2019 een nationale campagne om de ‘donkere en kwaadaardige krachten’ van de georganiseerde criminaliteit te elimineren. Lokale overheden sluiten daarop Mahjong-huizen en pokergelegenheden om zo ‘de sociale omgeving te zuiveren’, en het ‘imago van de inwoners te verbeteren’, terwijl een groot aantal van hen een vergunning heeft en gewoon belasting betaalt. Het leidt tot forse protesten van mensen die het spel zuiver spelen als tijdverdrijf.[262] Al snel worden daarop de gelegenheden met een vergunning gedoogd en mag op die plekken weer gespeeld worden.[263]

Als gezegd, Mahjong is erg populair onder ouderen, die het spel vaak met vele mensen bij elkaar spelen in kleine en slecht geventileerde ruimtes: een ongelukkige combinatie van mensen die het meest kwetsbaar zijn voor Covid-19 en de ideale omstandigheden om een infectie op te lopen. Een van de grootste uitbraken na Wuhan werd veroorzaakt door een 64-jarige vrouw, genaamd Mao, die een Mahjong-gelegenheid bezocht in de stad Yangzhou, gecreëerd in een kelder met een labyrint van meerdere kleinere kamers, waarover ongeveer honderd Mahjong-tafels verdeeld waren. De vrouw speelde een week lang in meerdere ruimtes, alvorens ze zelf de diagnose Covid-19 kreeg. In de week nadat zij ziek werd, bleken 94 mensen de infectie opgelopen te hebben, waarvan er 64 naar alle waarschijnlijkheid besmet waren in de ruimtes waarin deze vrouw gespeeld had. Uiteindelijk werden 448 mensen ziek, waarvan 23 ernstig, en uiteindelijk waren er twaalf mensen die in kritieke toestand in het ziekenhuis kwamen te liggen. Overigens is het maar de vraag of de vrouw daadwerkelijk de oorzaak was van deze uitbraak, of dat zij zelf ook besmet raakte in de speelruimtes. China deed vervolgens wat zij consequent deed bij de aanpak van de pandemie: het land nam draconische maatregelen. De gehele bevolking van de stad, een slordige vier-en-een-half miljoen inwoners, werd in totaal zes keer getest.[264] Verder werden ongeveer 45.000 speelgelegenheden gesloten in de provincie Jiangsu, waarin de stad Yanghzou gelegen is. Daarnaast werd tipgeld uitgeloofd voor informatie over de personen die er verder in de speelhal waren geweest.

In augustus 2020 wordt een artikel in ‘The Spectator’ gepubliceerd dat een goed sfeerbeeld schetst van de omgeving waarin Mahjong gespeeld wordt. Lawaaiige, rokerige en met fluorescerend licht beschenen ruimtes, waar het harde ketsen van de stenen waarmee het spel gespeeld wordt, boven het geroezemoes uitklinkt. Zoals het voorbeeld van Mao laat zien, een voor de overheid onwelkom tijdverdrijf in haar absurde streven naar Zero-Covid, en aanleiding tot het nemen van nog meer drastische maatregelen door de machthebbers in Beijing.[265] Speelhuizen werden en masse gesloten, en Mahjong-tafels stukgeslagen. Een video van de South China Morning Post laat zien hoe de Chinese politie in januari 2020 met grof geweld enkele Mahjong-tafels kapot slaat.[266] Soortgelijke acties zijn terug te vinden in video’s op YouTube, zoals een opname waarin een politiebeambte met een pikhouweel inhakt op een tweetal Mahjongtafels.[267] In een ander geval wordt een aantal dorpsinwoners door een drone gefilmd en via een megafoon gesommeerd om te stoppen met spelen: ‘Tijdens de epidemie is het verboden om buiten Mahjong te spelen. U bent gesignaleerd. Stop met spelen en verlaat het terrein zo snel mogelijk.’ Tegen een kind dat naar de drone kijkt, zegt de official die de drone bedient: ‘Kijk niet naar de drone, kind; vraag je vader onmiddellijk te vertrekken.’ Maar de bestrijding van het spelen van Mahjong gaat nog verder. Op reclamezuilen in grote steden staat te lezen: ‘Zij die samenkomen zijn schaamteloos; zij die Mahjong spelen zijn waaghalzen.’ Op een spandoek opgehangen in de straten staat: ‘Meld Mahjonghuizen waar je ouders naartoe gaan, net zoals ze jaren geleden illegale internetcafés meldden.’

Is er bewijs dat er op de markt van Huanan illegaal Mahjong gespeeld werd? Volgens een artikel in ‘The New Yorker’ uit oktober 2020 in ieder geval wel.[268] De verslaggever die het artikel schreef, Peter Hessler, bezocht de markt van Huanan en kreeg toegang tot de tweede verdieping, waar de Eyeglass City gevestigd is, onder het voorwendsel dat zijn zonnebril stuk was. De eigenaar van de brillenwinkel vertelt hem dat er geen besmettingen geweest zouden zijn op zijn verdieping, die zouden er alleen geweest zijn op de markt van Huanan zelf. Daarna zegt hij dat hij gehoord heeft dat er illegaal Mahjong op de markt gespeeld werd, en dat alle vier spelers van één specifieke speeltafel ziek waren geworden. Hessler denkt aanvankelijk dat het gewoon een van de vele geruchten is, maar ontmoet kort daarna een verslaggever uit Wuhan, die op 31 december 2019 de ruimte op de markt bezocht waar Mahjong gespeeld werd. Die journalist had gehoord over een nieuwe virusziekte en over enkele Mahjong-spelers die ziek geworden waren, reden om zelf op onderzoek uit te gaan. Hij vond de ruimte, waarin op dat moment nog steeds gespeeld werd: de spelers waren volgens hem niet erg onder de indruk van de geruchten over een nieuwe ziekte. De Chinese journalist vertelt Hessler dat de speelruimte een soort geheime kamer was, die je niet zou vinden als je er niet gericht naar zocht. De kamer kon alleen bereikt worden met behulp van een ladder en bevond zich direct naast de openbare toiletten. Volgens de Chinese journalist was het druk in de kleine ruimte, rookte iedereen in de ruimte en was er geen ventilatie. Ofwel, de ideale omstandigheden voor een superspreading event.

Het is voor de onderzoekers van DRASTIC aanleiding om te proberen uit te vinden hoeveel van de vroege Covid-19-gevallen op de markt Mahjong speelden. Een eerste aanwijzing vinden ze in de video bij het artikel in ‘The Paper’ waarin ook Chen en Wei aan het woord komen. Een derde persoon, met de naam ‘Old Gu’, is volgens de voice-over iemand die al geruime tijd op de markt van Huanan werkt, en daarom veel van de vroege gevallen persoonlijk kent. Hij vertelt de interviewer dat van de ‘twintig of meer mensen’ die op de markt werkten en daar besmet raakten, ‘ervan hielden om Mahjong’ te spelen. Deze mensen zouden ‘vrienden van buiten’ hebben die ook Mahjong speelden, en hij vermoedt dat zij de bron van de besmettingen zijn geweest.[269] Uit een ander artikel wordt duidelijk dat deze Old Gu al sinds 2015 op de markt werkt en ook op de markt woont, samen met zijn petekind, de vrouw van zijn petekind en hun zoon. Hun onderkomen is in de buurt van de 10e straat in het oostelijke deel van de markt. Hij woont daar omdat ze geen ander onderkomen hebben.[270]

In een ander artikel uit het Chinese nieuwsmedium ‘The Beijing News’ staat te lezen dat een van de marktkraamhouders op 31 december 2019 hoorde van drie andere verkopers die twee dagen ervoor in het ziekenhuis opgenomen waren. Deze drie kraamhouders zouden ook regelmatig Mahjong spelen, in de buurt van de 10e straat, maar dan in het westelijk deel van de markt. Een andere kraameigenaar, vertelt dat de eigenaar van de marktkraam naast hem, een man is tussen de veertig en vijftig jaar oud, die een kruidenierskraam heeft en gedroogde etenswaren en specerijen verkoopt. Volgens deze marktkraamhouder bleef zijn buurman graag laat op om Mahjong te spelen.[271] Weer een ander artikel schrijft waarschijnlijk over dezelfde casus en weet te vertellen dat dat de eigenaar, zijn vrouw, zijn broer en zijn schoonvader allemaal opgenomen werden met een longontsteking. Volgens dit artikel zou hij ‘poker’ gespeeld hebben met een marktkraamhouder die bevroren kip en eend verkocht, en ook die man werd ziek.[272]

Met behulp van Chinese vertalers weten de onderzoekers van DRASTIC te achterhalen wie deze persoon is. Het blijkt een 49-jarige man te zijn met de naam Xiao Lan Biao, die op 12 december 2019 voor het eerst klachten ontwikkelt.[273] Hij is de eerste patiënt uit het derde cluster in het artikel van Li et al. in de NEJM (figuur 16).[274] Zijn kraam staat op de 7e straat, slechts één straat verder dan de toiletten en de Mahjong-speelruimte in het zuidwestelijke puntje van de markt. Zijn vrouw, Qi Yanxia, 48 jaar oud, wordt drie dagen later ziek (casus 3.2). De schoonvader van Xiao, een man van 78 jaar genaamd Qi Xishan, ontwikkelt de eerste klachten op 19 december (casus 3.3), en de een jaar oudere broer van Xiao wordt op 20 december ziek (casus 3.4). Het is een eerste cluster waarvan de onderzoekers van DRASTIC een duidelijke relatie aantonen met het spelen van Mahjong op de markt van Huanan. En opnieuw valt de onderzoekers iets op. De map met de vroege gevallen zoals die door Koopmans wordt gepresenteerd in de webinar voor British Medical Journal, laat de 78-jarige man uit dit cluster zien, hoewel hij niet op de markt werkt.[275] Hij verdwijnt dan ook van het kaartje in Annex-E4 (figuur 9) bij het WHO-rapport. Daarnaast wordt ook de marktkraam van de 57-jarige Wei op het kaartje van Koopmans als een van de vroege gevallen weergegeven, maar ook zij is niet meer te zien op het kaartje in Annex-E4, hoewel de verdenking zeer hoog is dat ook zij een van de vroege gevallen is. Desgevraagd geeft Koopmans als antwoord dat ze het kaartje gekregen heeft van haar Chinese collega’s: blijkbaar had ze op het moment dat ze de webinar geeft, geen idee dat het een ander kaartje was dan uiteindelijk in het WHO-rapport terechtkwam.

Weer een ander Chinees artikel schrijft over een 65-jarige man, Zhang Zhi, die voorheen werkte op de markt van Huanan en nu met pensioen was, maar nog regelmatig op de markt kwam om vrienden te spreken en Mahjong te spelen. Hij wordt op 13 december 2019 ziek, en meldt zich niet lang daarna bij het Wuhan Central Hospital. Hij krijgt antibiotica voorgeschreven, maar zonder resultaat. Uiteindelijk stuurt zijn vrouw hem naar het Tongji Hospital, en hij wordt op 30 december samen met een aantal andere patiënten naar het Jinyintan Hospital overgeplaatst. Daar overlijdt hij ongeveer een maand later. Het is nog een geval waarbij de relatie met het spelen van Mahjong gelegd kan worden.

Al met al maakt dit duidelijk dat de Mahjong-ruimte op de markt van Huanan een grote bijdrage zou kunnen leveren bij het begrijpen hoe het virus zich over de markt heeft kunnen verspreiden, gezien de omstandigheden in de speelruimte – oudere mensen, dicht op elkaar gepakt, in een rokerig en slecht geventileerd atmosfeer – en de locatie pal naast de toiletten in de zuidwestelijke hoek van de markt. Het past geheel in de lijn van alle andere aanwijzingen dat de Huanan Wholesale Seafood Market een belangrijke rol heeft gespeeld bij de verdere verspreiding van SARS-CoV-2, maar er niets is dat er op wijst dat het virus hier van dier op mens overgesprongen is.

Epicentrum

Uit alles wat ik hierboven besproken heb blijkt dat de markt van Huanan een centrale rol speelt in de discussie rondom de origine van SARS-CoV-2. Ongeacht of de markt de plek is waar SARS-CoV-2 van dier op mens oversprong of slechts als superspreading event heeft gefungeerd, is zij een plek die niet genegeerd kan worden in welke hypothese over het ontstaan van de pandemie dan ook. Dat is niet voor niets, want uit voorgaande is ook gebleken dat deze discussie al vroeg in de pandemie sterk beïnvloed werd door andere dan zuiver wetenschappelijke argumenten. Voor de aanhangers van de zoönosetheorie is de markt van cruciaal belang, omdat het in dit scenario de enige aannemelijke plaats is waar het virus op mensen overgesprongen zou kunnen zijn, in aanmerking genomen dat de veronderstelde oorspronkelijke gastheer van SARS-CoV-2 – de vleermuis – zich op meer dan duizend kilometer afstand van Wuhan bevindt. Daarnaast mag niet vergeten worden dat China tot op de dag van vandaag de wereld ervan probeert te overtuigen dat de herkomst SARS-CoV-2 niet binnen haar landsgrenzen gezocht moet worden. Het hoeft geen betoog dat de mogelijkheid dat SARS-CoV-2 op de markt van dier op mens overgesprongen is, niet past in dit door China gewenste scenario. De gedachte dat de markt van Huanan slechts een superspreading event is geweest, houdt deze mogelijkheid daarentegen wel open.

Om begrijpelijke redenen willen zowel de aanhangers van de zoönosetheorie als de Chinezen de mogelijkheid van een labontsnapping uit een van de laboratoria in Wuhan graag naar het rijk der fabelen verwijzen. Zoals uit de gebeurtenissen voorafgaande aan de publicatie van het Proximal Origin-artikel naar voren is gekomen, werden de deelnemers aan de teleconferentie van 1 februari 2020 vooral gedreven door eigenbelang. Een labontsnapping zou henzelf en hun onderzoeksprogramma’s geen goed doen. Voor de Chinezen zou een origine uit een laboratorium in Wuhan een immens grote schande betekenen. Niet voor niets probeerde het Chinese deel van de WHO-missie deze mogelijkheid tot op het laatst buiten het rapport te houden, en stonden zij het opnemen ervan slechts toe als deze als ‘zeer onwaarschijnlijk’ zou worden beoordeeld, en het advies was om hier geen verder onderzoek naar te doen.

Tot slot

Dit hoofdstuk begon met een kritische beschouwing van het bewijs zoals dat aangedragen werd door de aanhangers van de zoönosetheorie. Zoals ik uitgebreid uit de doeken gedaan, verdwijnt dat bewijs als sneeuw voor de zon bij een grondige analyse. Dit was vooral het gevolg van een ‘peer-review’ zoals een wetenschappelijk artikel dat normaal gesproken nooit krijgt. Want van de artikelen van Worobey et al, Pekar et al en Crits-Cristoph et al. werd door meerdere wetenschappers en experts elke letter gespeld, elk argument bekeken, elke hypothese beoordeeld en elk onderdeel van de methodologie, hoe klein ook, onder de microscoop gelegd. Dat was een nieuw fenomeen, waarmee niet alleen blootgelegd werd dat het bewijs niet deugde, maar ook pijnlijk duidelijk maakt in wat voor deplorabele situatie ‘de wetenschap’ zich bevindt, aangezien twee van de drie artikelen in het prestigieuze tijdschrift Science gepubliceerd werden.

Tot zover het bewijs voor de zoönose-theorie en de alternatieve scenario’s die passen bij de centrale rol van de markt van Huanan. Maar er zijn meer argumenten die maken dat een labontsnapping niet zo onwaarschijnlijk is als de aanhangers van de zoönosetheorie ons willen laten geloven. Want waar ze maar zelden over spreken, is dat er zich in het verleden meer laboratoriumongelukken hebben voorgedaan in China, waarbij tot driemaal toe SARS-CoV uit het laboratorium ontsnapte, drie keer uit een BSL3-laboratorium. Dat als gevolg daarvan geen epidemie uitbrak, is hoogstwaarschijnlijk een combinatie van stom geluk en het weinig besmettelijk zijn van SARS. Was het om een virus als SARS-CoV-2 gegaan, waren deze ongevallen waarschijnlijk niet met een sisser afgelopen.

Die ontsnappingen bespreek ik in het volgende hoofdstuk. We gaan terug in de tijd, naar 2003 om precies te zijn. Plaats des onheils: Beijing.

 

 

[1] http://alexcrits-christoph.com/

[2] https://angelarasmussen.org/

[3] https://profiles.ucsd.edu/joel.wertheim

[4] https://www.kcl.ac.uk/people/stuart-neil

[5] https://eeb.arizona.edu/person/michael-worobey

[6] Holmes EC, Goldstein SA, Rasmussen AL, et al. The origins of SARS-CoV-2: A critical review. Cell. 2021;184(19):4848-4856. doi:10.1016/j.cell.2021.08.017

[7] A Response to “The Origins of SARS-CoV-2: A Critical Review.” Alina Chan; July 12, 2021.

[8] Xu RH, He JF, Evans MR, et al. Epidemiologic clues to SARS origin in China. Emerg Infect Dis. 2004;10(6):1030-1037. doi:10.3201/eid1006.030852

[9] Wang M, Yan M, Xu H, et al. SARS-CoV infection in a restaurant from palm civet. Emerg Infect Dis. 2005;11(12):1860-1865. doi:10.3201/eid1112.041293

[10] Shi Z, Wang LF. Evolution of SARS Coronavirus and the Relevance of Modern Molecular Epidemiology. Genetics and Evolution of Infectious Diseases. 2017:601–19. doi: 10.1016/B978-0-12-799942-5.00026-3. Epub 2017 Jan 20. PMCID: PMC7150232.

[11] Xu RH, He JF, Evans MR, et al. Epidemiologic clues to SARS origin in China. Emerg Infect Dis. 2004;10(6):1030-1037. doi:10.3201/eid1006.030852

[12] Li W, Shi Z, Yu M, et al. Bats are natural reservoirs of SARS-like coronaviruses. Science. 2005;310(5748):676-679. doi:10.1126/science.1118391

[13] Zhou, P., Fan, H., Lan, T. et al. Fatal swine acute diarrhoea syndrome caused by an HKU2-related coronavirus of bat origin. Nature 556, 255–258 (2018). https://doi.org/10.1038/s41586-018-0010-9

[14] Peacock, T.P., Goldhill, D.H., Zhou, J. et al. The furin cleavage site in the SARS-CoV-2 spike protein is required for transmission in ferrets. Nat Microbiol 6, 899–909 (2021). https://doi.org/10.1038/s41564-021-00908-w

[15] Lamers MM, Mykytyn AZ, Breugem TI, et al. Human airway cells prevent SARS-CoV-2 multibasic cleavage site cell culture adaptation. Elife. 2021;10:e66815. Published 2021 Apr 9. doi:10.7554/eLife.66815

[16] Zeng LP, Gao YT, Ge XY, et al. Bat Severe Acute Respiratory Syndrome-Like Coronavirus WIV1 Encodes an Extra Accessory Protein, ORFX, Involved in Modulation of the Host Immune Response. J Virol. 2016;90(14):6573-6582. Published 2016 Jun 24. doi:10.1128/JVI.03079-15

[17] Baczenas JJ, Andersen H, Rashid S, et al. Propagation of SARS-CoV-2 in Calu-3 Cells to Eliminate Mutations in the Furin Cleavage Site of Spike. Viruses. 2021;13(12):2434. Published 2021 Dec 4. doi:10.3390/v13122434

[18] Study on the pathogenicity of two novel bat SARS-related coronavirus strains on transgenic mice expressing human ACE2. MedSci China; 2018. https://archive.ph/shrM2#selection-1337.0-1337.161

[19] Hu B, Zeng LP, Yang XL, et al. Discovery of a rich gene pool of bat SARS-related coronaviruses provides new insights into the origin of SARS coronavirus. PLoS Pathog. 2017;13(11):e1006698. Published 2017 Nov 30. doi:10.1371/journal.ppat.1006698

[20] A kind of carnivorism bat rearging cage. Application CN20831798U; 2018-06-15.

[21] How China’s Bat Caves Hold the Secret to Preventing Epidemics. Sixthone.com; May 24, 2018.

[22] Shi Zhengli: A female scientist who lives with viruses Science Net China; 10 March 2009. https://news.sciencenet.cn/sbhtmlnews/2009/3/216816.html

[23] 3. Wuhan Laboratories, Bat Research and Biosafety. DRASTIC, April 2021. DOI:10.13140/RG.2.2.32006.29761

[24] World Exclusive: Footage proves bats were kept in Wuhan lab. Sky News Australië, 13 June 2021.

[25] Peter Daszak on Twitter; December 10, 2021. https://twitter.com/PeterDaszak/status/1337047733253836803

[26] Committee on Oversight and Accountability, Select Subcommittee on the Coronavirus Pandemic, US House of Representatives, Washington, D.C. Interview of: Peter Daszak; November 14, 2023; page 169.

[27] Wuhan lab’s classified work complicates search for pandemic’s origins. The Washington Post; June 22, 2021.

[28] Notice on the filing of confidential and delayed thesis for graduate students applying for degrees in the summer of 2021. Wuhan Institute of Virology; 5 March 2021. https://web.archive.org/web/20210427041215/http:/www.whiov.cas.cn/yjsjy/tzggyjs/202103/t20210305_5970608.html

[29] Strengthen confidentiality education and improve confidentiality awareness – Wuhan Institute of Virology organizes party classes on confidentiality. Chinese Academy of Sciences; 31 October 2014. https://web.archive.org/web/20200504013419/http://www.go.cas.cn/sjdt/201410/t20141031_4234356.html

[30] Wuhan Institute of Virology holds special national security training in 2019. Wuhan Branch Chinese Academy of Sciences, 13 May 2019. https://archive.ph/ezWZn

[31] Xu RH, He JF, Evans MR, et al. Epidemiologic clues to SARS origin in China. Emerg Infect Dis. 2004;10(6):1030-1037. doi:10.3201/eid1006.030852

[32] BSL Laboratories in Wuhan and their roles in coronavirus research. Gilles Demaneuf; April 27, 2022. https://gillesdemaneuf.medium.com/overview-of-biological-laboratories-in-wuhan-withtheir-roles-in-coronavirus-research-bca6c1cd1f74

[33] Worobey M, Levy JI, Malpica Serrano L, et al. The Huanan Seafood Wholesale Market in Wuhan was the early epicenter of the COVID-19 pandemic. Science. 2022;377(6609):951-959. doi:10.1126/science.abp8715

[34] Michael Worobey, Joshua I. Levy, Lorena M. Malpica Serrano, Alexander Crits-Christoph, Jonathan E. Pekar, Stephen A. Goldstein, Angela L. Rasmussen, Moritz U. G. Kraemer, Chris Newman, Marion P. G. Koopmans, Marc A. Suchard, Joel O. Wertheim, Philippe Lemey, David L. Robertson, Robert F. Garry, Edward C. Holmes, Andrew Rambaut, & Kristian G. Andersen. (2022). The Huanan market was the epicenter of SARS-CoV-2 emergence. Zenodo. https://doi.org/10.5281/zenodo.6299600

[35] Crits-Christoph, A., Gangavarapu, K., Pekar, J. E., Moshiri, N., Singh, R., Levy, J. I., Goldstein, S. A., Suchard, M. A., Popescu, S., Robertson, D. L., Lemey, P., Wertheim, J. O., Garry, R. F., Rasmussen, A. L., Andersen, K. G., Holmes, E. C., Rambaut, A., Worobey, M., & Débarre, F. (2023). Genetic evidence of susceptible wildlife in SARS-CoV-2 positive samples at the Huanan Wholesale Seafood Market, Wuhan: Analysis and interpretation of data released by the Chinese Center for Disease Control. Zenodo. https://doi.org/10.5281/zenodo.7754299

[36] Evidence for a natural origin of Covid-19 no longer dispositive after scientific peer review. Alina Chan on Medium; July 27, 2022.

[37] Xu RH, He JF, Evans MR, et al. Epidemiologic clues to SARS origin in China. Emerg Infect Dis. 2004;10(6):1030-1037. doi:10.3201/eid1006.030852

[38] Pekar JE, Magee A, Parker E, et al. The molecular epidemiology of multiple zoonotic origins of SARS-CoV-2 [published correction appears in Science. 2023 Oct 13;382(6667):eadl0585]. Science. 2022;377(6609):960-966. doi:10.1126/science.abp8337

[39] Na de peer-review van de studie zou de titel aangepast worden: ‘The Huanan Seafood Wholesale Market in Wuhan was the early epicenter of the COVID-19 pandemic.’ Michael Worobey et al. ,The Huanan Seafood Wholesale Market in Wuhan was the early epicenter of the COVID-19 pandemic.Science377,951-959(2022).DOI:10.1126/science.abp8715

[40] Gao G, Liu W, Liu P, et al. Surveillance of SARS-CoV-2 in the environment and animal samples of the Huanan Seafood Market. Research Square; 2022. DOI: 10.21203/rs.3.rs-1370392/v1.

[41] Xiao, X., Newman, C., Buesching, C.D. et al. Animal sales from Wuhan wet markets immediately prior to the COVID-19 pandemic. Sci Rep 11, 11898 (2021). https://doi.org/10.1038/s41598-021-91470-2

[42] De hele Slackconversatie kan terug gevonden die terug te vinden zijn in het navolgende artikel. Er zijn twee databestanden, waarvan er één alle relevante e-mails van Andersen bevat en het ander de inhoud van het Slackkanaal van Andersen: Covid Origins Scientist Denounces Reporting On His Messages As A “Conspiracy Theory”. Public, 20 July 2023. https://public.substack.com/p/covid-origins-scientist-denounces

[43] Do three new studies add up to proof of COVID-19’s origin in a Wuhan animal market? Science Insider; 28 February 2022.

[44] Worobey M, Levy JI, Malpica Serrano L, et al. The Huanan Seafood Wholesale Market in Wuhan was the early epicenter of the COVID-19 pandemic. Science. 2022;377(6609):951-959. doi:10.1126/science.abp8715

[45] Daniel A. Walker on Twitter; March 3, 2022. https://twitter.com/danwalker9999/status/1499228514532270083

[46] Daniel A. Walker on Twitter; November 24, 2022. https://twitter.com/danwalker9999/status/1595653898572042240

[47] In de pre-print gaat het om acht gevallen die niet betrouwbaar gelokaliseerd konden worden, in de uiteindelijke publicatie gaat het om negen gevallen. Daarom is de analyse in de pre-print gebaseerd op 156 gevallen en in de uiteindelijke publicatie om 155 gevallen. Hoewel arbitrair, heb ik hier het getal aangehouden dat in de uiteindelijke publicatie gegeven wordt, omdat ook Walker dit getal noemt.

[48] Daniel A. Walker on Twitter; March 29, 2022. https://x.com/danwalker9999/status/1508921924566470658

[49] Er blijkt ook een Chinese versie van het WHO-rapport te bestaan, waarin de kwaliteit van de figuren beduidend beter is. Blijkbaar wisten Worobey et al. niet, want de door hun gebruikte figuren komen uit de Engelse versie. Overigens is de Annexes bij het rapport helaas niet terug te vinden op de website. http://www.nhc.gov.cn/xcs/yqfkdt/202106/9cc99e263489472c833263a4dc7e0f0e/files/ef88e510ad724e95b95ebe438a376b11.pdf

[50] Daniel A. Walker on Twitter; August 21, 2022. https://twitter.com/danwalker9999/status/1561164473028657152

[51] Daniel A. Walker on Twitter; May 1, 2022. https://twitter.com/danwalker9999/status/1520783681127796737

[52] Daniel A. Walker on Twitter; April 2, 2020. https://x.com/danwalker9999/status/1510093848227115015

[53] Peng Z, Wang R, Liu L, Wu H. Exploring Urban Spatial Features of COVID-19 Transmission in Wuhan Based on Social Media Data. ISPRS International Journal of Geo-Information. 2020; 9(6):402. https://doi.org/10.3390/ijgi9060402

[54] Arrested Development: The number of Wuhan cases of COVID-19 with onset in 2019. Gilles Demaneuf DOI: 10.13140/RG.2.2.36081.97129.

[55] ‘The CT machines were crashing’: Interview with Wuhan Doctor reveals early COVID cases were suppressed. US Right to Know; July 10, 2023.

[56] Kernel Density Estimation by Matthew Conlen. https://mathisonian.github.io/kde/

[57] Daniel A. Walker on Twitter; March 3, 2022. https://x.com/danwalker9999/status/1499228507280338946

[58] Daniel A. Walker on Twitter; March 29, 2022. https://x.com/danwalker9999/status/1508921970275979265

[59] Daniel A. Walker on Twitter; August 19, 2022. https://x.com/danwalker9999/status/1560740050408656896

[60] Daniel A. Walker on Twitter; August 23, 2022. https://twitter.com/danwalker9999/status/1561912299824156672

[61] Daniel A. Walker on Twitter; August 23, 2022. https://twitter.com/danwalker9999/status/1505769025967517696

[62] Daniel A. Walker on Twitter; August 27, 2022. https://twitter.com/danwalker9999/status/1563316843758374912

[63] Daniel A. Walker on Twitter; August 27, 2022. https://twitter.com/danwalker9999/status/1563316994388393984

[64] Peng Z, Wang R, Liu L, Wu H. Exploring Urban Spatial Features of COVID-19 Transmission in Wuhan Based on Social Media Data. ISPRS International Journal of Geo-Information. 2020; 9(6):402. https://doi.org/10.3390/ijgi9060402

[65] Jia Y, Zheng Z, Zhang Q, Li M, Liu X. Associations of Spatial Aggregation between Neighborhood Facilities and the Population of Age Groups Based on Points-of-Interest Data. Sustainability. 2020; 12(4):1692. https://doi.org/10.3390/su12041692

[66] Daniel A. Walker on Twitter; August 27, 2022. https://x.com/danwalker9999/status/1563317000004575237

[67] Michael Worobey, Dissecting the early COVID-19 cases in Wuhan.Science374,1202-1204(2021).DOI:10.1126/science.abm4454

[68] Arrested Development: The number of Wuhan cases of COVID-19 with onset in 2019. Gilles Demaneuf DOI: 10.13140/RG.2.2.36081.97129.

[69] Pekar J, Worobey M, Moshiri N, Scheffler K, Wertheim JO. Timing the SARS-CoV-2 index case in Hubei province. Science. 2021;372(6540):412-417. doi:10.1126/science.abf8003

[70] WHO-convened global study of origins of SARS-CoV-2: China Part; Annexes. https://www.who.int/docs/default-source/coronaviruse/who-convened-global-study-of-origins-of-sars-cov-2-china-part-annexes.pdf?sfvrsn=3065bcd8_5

[71] The 2019-nCoV Outbreak Joint Field Epidemiology Investigation Team, Qun Li. An Outbreak of NCIP (2019-nCoV) Infection in China — Wuhan, Hubei Province, 2019−2020[J]. China CDC Weekly, 2020, 2(5): 79-80. doi: 10.46234/ccdcw2020.022

[72] Wenjie Tan, Xiang Zhao, Xuejun Ma, Wenling Wang, Peihua Niu, Wenbo Xu, George F. Gao, Guizhen Wu. A Novel Coronavirus Genome Identified in a Cluster of Pneumonia Cases — Wuhan, China 2019−2020[J]. China CDC Weekly, 2020, 2(4): 61-62.

[73] Alina Chan on Twitter; March 4, 2022. https://twitter.com/Ayjchan/status/1499794932277653509

[74] Evidence for a natural origin of Covid-19 no longer dispositive after scientific peer review. Alina Chan – Medium; July 2022.

[75] How to catch a scientific fraud. VOX; November 8, 2023.

[76] Majra D, Benson J, Pitts J, Stebbing J. SARS-CoV-2 (COVID-19) superspreader events. J Infect. 2021;82(1):36-40. doi:10.1016/j.jinf.2020.11.021

[77] Wegehaupt O, Endo A, Vassall A. Superspreading, overdispersion and their implications in the SARS-CoV-2 (COVID-19) pandemic: a systematic review and meta-analysis of the literature. BMC Public Health. 2023;23(1):1003. Published 2023 May 30. doi:10.1186/s12889-023-15915-1

[78] Pekar, J. E., Magee, A., Parker, E., Moshiri, N., Izhikevich, K., Havens, J. L., Gangavarapu, K., Malpica Serrano, L. M., Crits-Christoph, A., Matteson, N. L., Zeller, M., Levy, J. I., Wang, J. C., Hughes, S., Lee, J., Park, H., Park, M.-S., Ching Zi Yan, K., Tzer Pin Lin, R., … Wertheim, J. O. (2022). SARS-CoV-2 emergence very likely resulted from at least two zoonotic events. Zenodo. https://doi.org/10.5281/zenodo.6291628

[79] Pekar JE, Magee A, Parker E, et al. The molecular epidemiology of multiple zoonotic origins of SARS-CoV-2 [published correction appears in Science. 2023 Oct 13;382(6667):eadl0585]. Science. 2022;377(6609):960-966. doi:10.1126/science.abp8337

[80] De titel van de pre-print luidt ‘SARS-CoV-2 emergence very likely resulted from at least two zoonotic events.’ Deze werd in de definitieve publicatie veranderd naar ‘The molecular epidemiology of multiple zoonotic origins of SARS-CoV-2.’ Beide duid ik aan als ‘Pekar et al.’, waarbij ik de definitieve studie als uitgangspunt neem.

[81] Early appearance of two distinct genomic lineages of SARS-CoV-2 in different Wuhan wildlife markets suggests SARS-CoV-2 has a natural origin. Bob Garry; Virological.org, May 2021.

[82] World Health Organization. Home/ Publications/ Overview/ WHO-convened Global Study of the Origines of SARS-CoV-2: China Part. Joint WHO-China study: 14 January – 10 February 2021. https://www.who.int/publications/i/item/who-convened-global-study-of-origins-of-sars-cov-2-china-part

[83] Chan JF, Yuan S, Kok KH, et al. A familial cluster of pneumonia associated with the 2019 novel coronavirus indicating person-to-person transmission: a study of a family cluster. Lancet. 2020;395(10223):514-523. doi:10.1016/S0140-6736(20)30154-9

[84] Lu R, Zhao X, Li J, et al. Genomic characterisation and epidemiology of 2019 novel coronavirus: implications for virus origins and receptor binding. Lancet. 2020;395(10224):565-574. doi:10.1016/S0140-6736(20)30251-8

[85] Horiike, Tokumasa. (2016). AN INTRODUCTION TO MOLECULAR PHYLOGENETIC ANALYSIS. Reviews in Agricultural Science. 4. 10.7831/ras.4.36.

[86] Delete, Deny, and Destroy: Chinese and Western Strategies To Erase COVID’s Origin Are Being Exposed By Independent Research. Independent Science News; April 21, 2022.

[87] Worobey M. Dissecting the early COVID-19 cases in Wuhan. Science. 2021;374(6572):1202-1204. doi:10.1126/science.abm4454

[88] Kumar S, Tao Q, Weaver S, et al. An Evolutionary Portrait of the Progenitor SARS-CoV-2 and Its Dominant Offshoots in COVID-19 Pandemic. Mol Biol Evol. 2021;38(8):3046-3059. doi:10.1093/molbev/msab118

[89] Caraballo-Ortiz MA, Miura S, Sanderford M, et al. TopHap: rapid inference of key phylogenetic structures from common haplotypes in large genome collections with limited diversity. Bioinformatics. 2022;38(10):2719-2726. doi:10.1093/bioinformatics/btac186

[90] Cao Y, Chen L, Chen H, et al. Was Wuhan the early epicenter of the COVID-19 pandemic?-A critique. Natl Sci Rev. 2022;10(4):nwac287. Published 2022 Dec 22. doi:10.1093/nsr/nwac287

[91] Statistical challenges for inferring multiple SARS-CoV-2 spillovers with early outbreak phylodynamics. Alex Washburne, Adrian Jones, Daoyu Zhang, Yuri Deigin, Steven Quay, Steven E Massey. bioRxiv 2022.10.10.511625; doi: https://doi.org/10.1101/2022.10.10.511625

[92] Clark CJ, Jussim L, Frey K, et al. Prosocial motives underlie scientific censorship by scientists: A perspective and research agenda. Proc Natl Acad Sci U S A. 2023;120(48):e2301642120. doi:10.1073/pnas.2301642120

[93] Shir-Raz Y, Elisha E, Martin B, Ronel N, Guetzkow J. Censorship and Suppression of Covid-19 Heterodoxy: Tactics and Counter-Tactics [published online ahead of print, 2022 Nov 1]. Minerva. 2022;1-27. doi:10.1007/s11024-022-09479-4

[94] Steve Massey on Twitter; August 3, 2022. https://twitter.com/stevenemassey/status/1554910686626684931

[95] Steven E Massey, Adrian Jones, Daouyu Zhang, Yuri Deigin, & Steven C Quay. (2022). Unwarranted exclusion of intermediate lineage A-B SARS-CoV-2 genomes is inconsistent with the two spillover hypothesis of the origin of COVID-19. https://doi.org/10.5281/zenodo.7362811

[96] Delete, Deny, and Destroy: Chinese and Western Strategies To Erase COVID’s Origin Are Being Exposed By Independent Research. Independent Science News; April 21, 2022.

[97] New Research Points to Wuhan Market as Pandemic Origin. The New York Times; February 27, 2022.

[98] Studies offer further evidence that the coronavirus pandemic began in animals in Wuhan market. CNN; February 27, 2022.

[99] Do three new studies add up to proof of COVID-19’s origin in a Wuhan animal market? Science Insider; 28 February 2022.

[100] Studie levert nieuw bewijs voor dierenmarkt Wuhan als bron coronavirus. NOS Nieuws, maandag 28 februari 2022.

[101] “This Shouldn’t Happen”: Inside the Virus-Hunting Nonprofit at the Center of the Lab-Leak Controversy. Vanity Fair; March 31, 2022.

[102] Recovery of deleted deep sequencing data sheds more light on the early Wuhan SARS-CoV-2 epidemic. Jesse D. Bloom. bioRxiv 2021.06.18.449051; doi: https://doi.org/10.1101/2021.06.18.449051

[103] The origin of COVID: Did people or nature open Pandora’s box at Wuhan? Bulletin of the Atomic Scientists; May 5, 2021.

[104] Farkas C, Fuentes-Villalobos F, Garrido JL, Haigh J, Barría MI. Insights on early mutational events in SARS-CoV-2 virus reveal founder effects across geographical regions. PeerJ. 2020;8:e9255. Published 2020 May 21. doi:10.7717/peerj.9255

[105] Recovery of deleted deep sequencing data sheds more light on the early Wuhan SARS-CoV-2 epidemic. Jesse D. Bloom. bioRxiv 2021.06.18.449051; doi: https://doi.org/10.1101/2021.06.18.449051

[106] NIH director confirms agency hid early COVID genes at request of Chinese scientists. New York Post; May 11, 2022.

[107] Live: News briefing on origin-tracing of COVID-19. China State Council Office News Conference, 22 July 2021. https://www.youtube.com/watch?v=UA2P8hlurlQ&t=4606s

[108] https://downloads.vanityfair.com/ecohealth-alliance/notes-on-meeting.pdf Bijlage bij “This Shouldn’t Happen”: Inside the Virus-Hunting Nonprofit at the Center of the Lab-Leak Controversy. Vanity Fair; March 31, 2022.

[109] https://justthenews.com/sites/default/files/2022-03/nih-foia-request-56712_redacted.pdf

[110] Berkeley Research, University of California; Rasmus Nielsen. https://vcresearch.berkeley.edu/faculty/rasmus-nielsen

[111] Pipes L, Wang H, Huelsenbeck JP, Nielsen R. Assessing Uncertainty in the Rooting of the SARS-CoV-2 Phylogeny. Mol Biol Evol. 2021;38(4):1537-1543. doi:10.1093/molbev/msaa316

[112] https://justthenews.com/sites/default/files/2022-03/nih-foia-request-56712_redacted.pdf; page 210.

[113] Bedford Lab; Trevor Bedford, Principal Investigator. https://bedford.io/team/trevor-bedford/

[114] “This Shouldn’t Happen”: Inside the Virus-Hunting Nonprofit at the Center of the Lab-Leak Controversy. Vanity Fair; March 31, 2022.

[115] https://downloads.vanityfair.com/ecohealth-alliance/notes-on-meeting.pdf Bijlage bij “This Shouldn’t Happen”: Inside the Virus-Hunting Nonprofit at the Center of the Lab-Leak Controversy. Vanity Fair; March 31, 2022.

[116] Jesse Bloom on Twitter; June 22, 2021. https://twitter.com/jbloom_lab/status/1407445604029009923

[117] https://justthenews.com/sites/default/files/2022-03/nih-foia-request-56712_redacted.pdf

[118] After Covid-19 Data Is Deleted, NIH Reviews How Its Gene Archive Is Handled. The Wall Street Journal; September 13, 2021.

[119] Jesse Bloom on Twitter; March 31, 2022. https://x.com/jbloom_lab/status/1509598886934958080

[120] Michael Worobey on Twitter; June 8, 2022. https://x.com/MichaelWorobey/status/1534322274664271872

[121] Michael Worobey on Twitter; June 8, 2022. https://x.com/MichaelWorobey/status/1534323030301843456

[122] Jesse Bloom on Twitter; June 8, 2022. https://x.com/jbloom_lab/status/1534406872337350657

[123] Jesse D Bloom, Recovery of Deleted Deep Sequencing Data Sheds More Light on the Early Wuhan SARS-CoV-2 Epidemic, Molecular Biology and Evolution, Volume 38, Issue 12, December 2021, Pages 5211–5224, https://doi.org/10.1093/molbev/msab246

[124] Michael Worobey on Twitter; June 8, 2022. https://x.com/MichaelWorobey/status/1534322705943580673

[125] A critical reexamination of recovered SARS-CoV-2 sequencing data. F. Débarre, Z. Hensel. bioRxiv 2024.02.15.580500; doi: https://doi.org/10.1101/2024.02.15.580500

[126] Jesse Bloom on X; February 17, 2024. https://x.com/jbloom_lab/status/1758850324906037342

[127] Zhang, D., Demaneuf, G., Jones, A., Massey, S. E., Quay, S., Deigin, Y., & Nemzer, L. (2022). Zoonosis at the Huanan Seafood Market: A Critique. https://doi.org/10.5281/zenodo.7212687

[128] Courtier-Orgogozo V, de Ribera FA. SARS-CoV-2 infection at the Huanan seafood market. Environ Res. 2022;214(Pt 1):113702. doi:10.1016/j.envres.2022.113702

[129] Special Report | Doctors in private clinics fighting the new coronavirus. Caixin; April 7, 2020. https://archive.fo/ODg7U – selection-805.277-805.435

[130] In The Same Breath. HBO Documentary: Nanfu Wang; August 18, 2021.

[131] TheEngineer2 (@Engineer2The) on X; May 17, 2024. https://x.com/Engineer2The/status/1791292766443675885

[132] Nine Days in Wuhan, the Ground Zero of the Coronavirus Pandemic. The New Yorker; October 5, 2020.

[133] Schreck JH, Lashaki MJ, Hashemi J, Dhanak M, Verma S. Aerosol generation in public restrooms. Phys Fluids (1994). 2021;33(3):033320. doi:10.1063/5.0040310

[134] Massicotte R, Assanta MA, Rosette KM. Importance of the Precautionary Principle With Regard to the Risk of Exposure to Aerosols Containing Viral Loads of SARS-CoV-2 Present in Feces: In Perspective. Front Public Health. 2022;10:892290. Published 2022 May 25. doi:10.3389/fpubh.2022.892290

[135] Liu WJ, Liu P, Lei W, et al. Surveillance of SARS-CoV-2 at the Huanan Seafood Market [published online ahead of print, 2023 Apr 5]. Nature. 2023;10.1038/s41586-023-06043-2. doi:10.1038/s41586-023-06043-2

[136] Idem; Supplementary Table 1: https://static-content.springer.com/esm/art%3A10.1038%2Fs41586-023-06043-2/MediaObjects/41586_2023_6043_MOESM3_ESM.xlsx

[137] Daoyu on Twitter; April 6, 2023. https://x.com/Daoyu15/status/1643804063572836352

[138] Daoyu on Twitter; April 20, 2023. https://x.com/Daoyu15/status/1648975162921074688

[139] Forefront of Virology COVID-19 Webinar Featuring Dr. Marion Koopmans, 24 June 2021. https://www.youtube.com/watch?v=3mDjV0Mmtx8&t=1146s; 19:10.

[140] Marion Koopmans on Twitter; March 17, 2023. https://x.com/MarionKoopmans/status/1636627230406111232

[141] The Strongest Evidence Yet That an Animal Started the Pandemic. The Atlantic; March 16, 2023.

[142] Genetisch bewijs: wasbeerhond gaf mensheid coronavirus. De Volkskrant, 17 maart 2023

[143] Wetenschappers vinden sterk genetisch bewijs dat een wasbeerhond aan begin coronapandemie stond. Het Parool, 17 maart 2023.

[144] Wetenschappers vinden sterk genetisch bewijs dat een dier aan begin coronapandemie stond. Algemeen Dagblad, 17 maart 2023.

[145] Genetisch bewijs brengt coronavirus in verband met wasbeerhonden. NOS Nieuws, zaterdag 18 maart 2023.

[146] Crits-Christoph et al. (2023). Genetic evidence of susceptible wildlife in SARS-CoV-2 positive samples at the Huanan Wholesale Seafood Market, Wuhan: Analysis and interpretation of data released by the Chinese Center for Disease Control. Zenodo. https://doi.org/10.5281/zenodo.7754299

[147] Liu, W.J., Liu, P., Lei, W. et al. Surveillance of SARS-CoV-2 at the Huanan Seafood Market. Nature (2023). https://doi.org/10.1038/s41586-023-06043-2

[148] WHO-convened Global Study of Origins of SARS-CoV-2: China Part. Joint WHO-China Study; 14 January – 10 February 2021, pagina 98. https://www.who.int/publications/i/item/who-convened-global-study-of-origins-of-sars-cov-2-china-part

[149] Zhang YZ, Holmes EC. A Genomic Perspective on the Origin and Emergence of SARS-CoV-2. Cell. 2020;181(2):223-227. doi:10.1016/j.cell.2020.03.035

[150] Xiao, X., Newman, C., Buesching, C.D. et al. Animal sales from Wuhan wet markets immediately prior to the COVID-19 pandemic. Sci Rep 11, 11898 (2021). https://doi.org/10.1038/s41598-021-91470-2

[151] Did Covid really originate in Wuhan’s seafood market? The Spectator, 18 March 2023.

[152] Crits-Christoph et al. (2023). Genetic evidence of susceptible wildlife in SARS-CoV-2 positive samples at the Huanan Wholesale Seafood Market, Wuhan: Analysis and interpretation of data released by the Chinese Center for Disease Control. Zenodo. https://doi.org/10.5281/zenodo.7754299

[153] Animal origin theory suddenly has a lot more weight behind it. ABC Coronacast; Tuesday, 21 March 2023. https://www.abc.net.au/radio/programs/coronacast/animal-origin-theory-suddenly-has-a-lot-more-weight-behind-it/102124470; 8:43

[154] Inside the COVID Origins Raccoon Dog Cage Match. Vanity Fair; June 1, 2023.

[155] Idem.

[156] Idem.

[157] Flo Débarre on Twitter; 22 March 2023. https://twitter.com/flodebarf/status/1638538976398114822

[158] GISAID offers a safe space to post viral genomes. Peter Bogner, its perplexing creator and overseer, may be jeopardizing its future. Science Insider, 19 April 2023

[159] Inside the COVID Origins Raccoon Dog Cage Match. Vanity Fair; June 1, 2023.

[160] Critics decry access, transparency issues with key trove of coronavirus sequences. Science Insider; 10 March 2021.

[161] Unearthed genetic sequences from China market may point to animal origin of COVID-19. Science Insider, 16 March 2023.

[162] Inside the COVID Origins Raccoon Dog Cage Match. Vanity Fair; June 1, 2023.

[163] Courtier-Orgogozo V, de Ribera FA. SARS-CoV-2 infection at the Huanan seafood market. Environ Res. 2022;214(Pt 1):113702. doi:10.1016/j.envres.2022.113702

[164] Washburne, Alex & Jones, Adrian & Zhang, Daoyu & Deigin, Yuri & Quay, Steven & Massey, Steven. (2022). Statistical challenges for inferring multiple SARS-CoV-2 spillovers with early outbreak phylodynamics. 10.1101/2022.10.10.511625.

[165] Steven E Massey, Adrian Jones, Daouyu Zhang, Yuri Deigin, & Steven C Quay. (2022). Unwarranted exclusion of intermediate lineage A/B SARS-CoV-2 genomes is inconsistent with the two spillover hypothesis of the origin of COVID-19. https://doi.org/10.5281/zenodo.7005332

[166] Zhang, Daoyu, Demaneuf, Gilles, Jones, Adrian, Massey, Steven E, Quay, Steven, Deigin, Yuri, & Nemzer, Louis. (2022). Zoonosis at the Huanan Seafood Market: A Critique. https://doi.org/10.5281/zenodo.7212687

[167] Bahry, David. (2022). Circular arguments on the origin of SARS-CoV-2. https://doi.org/10.5281/zenodo.7016143

[168] Steve Massey on Twitter; March 21, 2023. https://twitter.com/stevenemassey/status/1638165055593234432

[169] Het DNA in een cel wordt onderverdeeld in DNA dat in de celkern aanwezig is en het DNA dat in mitochondriën – de ‘energiecentrales’ van de cel – aanwezig is. Het DNA uit de celkern wordt ‘genomisch DNA’ genoemd en het DNA uit mitochondriën ‘mitochondriaal DNA’. Er zijn meerdere verschillen in eigenschappen en functies tussen beide soorten DNA die voor het verhaal niet van belang zijn. Wat wel belangrijk is dat het mitochondriaal DNA heel geschikt is om te bepalen van welke diersoort deze afkomstig is. En dus gaat het belangrijkste deel van de analyse van Bloom over mitochondriaal DNA.

[170] Steven Quay on Twitter; March 22, 203. https://twitter.com/quay_dr/status/1638316936760008706

[171] Crits-Christoph et al. (2023). Genetic evidence of susceptible wildlife in SARS-CoV-2 positive samples at the Huanan Wholesale Seafood Market, Wuhan: Analysis and interpretation of data released by the Chinese Center for Disease Control. Zenodo. https://doi.org/10.5281/zenodo.7754299

[172] Steve Massey on Twitter; April 6, 2023. https://twitter.com/stevenemassey/status/1644053304954191873

[173] Steve Massey on Twitter; April 6, 2023. https://twitter.com/stevenemassey/status/1644053333567746048

[174] Steve Massey on Twitter; April 6, 2023. https://twitter.com/stevenemassey/status/1644053339280400384

[175] Bloom Lab on Twitter; March 22, 2023. https://twitter.com/jbloom_lab/status/1638373721110102017

[176] Bloom Lab on Twitter; April 27, 2023. https://twitter.com/jbloom_lab/status/1651428639676960769

[177] Liu, W.J., Liu, P., Lei, W. et al. Surveillance of SARS-CoV-2 at the Huanan Seafood Market. Nature (2023). https://doi.org/10.1038/s41586-023-06043-2

[178] Association between SARS-CoV-2 and metagenomic content of samples from the Huanan Seafood Market. Jesse D. Bloom; bioRxiv 2023.04.25.538336; doi: https://doi.org/10.1101/2023.04.25.538336

[179] Jesse D Bloom, Association between SARS-CoV-2 and metagenomic content of samples from the Huanan Seafood Market, Virus Evolution, Volume 9, Issue 2, 2023, vead050, https://doi.org/10.1093/ve/vead050

[180] Why Does Bad Science on COVID’s Origin Get Hyped? The New York Times; May 3, 2023.

[181] Covid-19 did not originate from animals at Wuhan food market, new analysis suggests. The Telegraph, 27 April 2023.

[182] Inside the COVID Origins Raccoon Dog Cage Match. Vanity Fair; June 1, 2023.

[183] Maarten Keulemans on Twitter; April 27, 2023. https://twitter.com/mkeulemans/status/1651555811565486080

[184] Marion Koopmans on Twitter; March 21, 2023. https://twitter.com/MarionKoopmans/status/1638078356502478849

[185] Nieuws & Co, dinsdag 21 maart 2023. https://www.nporadio1.nl/uitzendingen/npo-radio-1-special/477b8132-ed80-40d8-a2e8-7ca8e3002c25/2023-03-21-nieuws-en-co; vanaf 1:06:32.

[186] WHO: Raccoon dog data give clues to COVID origin – but no definitive answer. Politico

[187] David Hermiz on X; April 15, 2024.  https://x.com/DrHermiz/status/1779916325747397057

[188] David Hermiz on X; June 23, 2024. https://x.com/DrHermiz/status/1804956095385108748

[189] Triple Bankshot on X; June 23, 2024. https://x.com/i/bookmarks/all?post_id=1804987584130752571

[190] Débarre F. What we can and cannot learn from SARS-CoV-2 and animals in metagenomic samples from the Huanan market. Virus Evol. 2023;10(1):vead077. Published 2023 Dec 29. doi:10.1093/ve/vead077

[191] Unearthed genetic sequences from China market may point to animal origin of COVID-19. Science Insider; 16 March 2023.

[192] Bloom JD. Importance of quantifying the number of viral reads in metagenomic sequencing of environmental samples from the Huanan Seafood Market. Virus Evol. 2023;10(1):vead089. Published 2023 Dec 30. doi:10.1093/ve/vead089

[193] Freuling CM, Breithaupt A, Müller T, et al. Susceptibility of Raccoon Dogs for Experimental SARS-CoV-2 Infection. Emerg Infect Dis. 2020;26(12):2982-2985. doi:10.3201/eid2612.203733

[194] Jackson CB, Farzan M, Chen B, Choe H. Mechanisms of SARS-CoV-2 entry into cells. Nat Rev Mol Cell Biol. 2022;23(1):3-20. doi:10.1038/s41580-021-00418-x

[195] Liu WJ, Liu P, Lei W, et al. Surveillance of SARS-CoV-2 at the Huanan Seafood Market [published online ahead of print, 2023 Apr 5]. Nature. 2023;10.1038/s41586-023-06043-2. doi:10.1038/s41586-023-06043-2

[196] Lab Leak Most Likely Origin of Covid-19 Pandemic, Energy Department Now Says. The Wall Street Journal; February 26, 2023. (In de pre-print is George Gao nog eerste auteur, maar in de uiteindelijke versie verschuift hij naar de positie van een senior auteur, en wordt William Liu eerste auteur).

[197] Statistics did not prove that the Huanan Seafood Wholesale Market was the early epicenter of the COVID-19 pandemic. Dietrich Stoyan, Sung Nok Chiu; 22 August 2022. https://doi.org/10.48550/arXiv.2208.10106

[198] Statistical Analysis and Modelling of Spatial Point Patterns. Wiley-Interscience: 1st Edition; February 26, 2008.

[199] Li L, Yang L, Zhu H, Dai R (2015) Explorative Analysis of Wuhan Intra-Urban Human Mobility Using Social Media Check-In Data. PLOS ONE 10(8): e0135286. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0135286

[200] Majra D, Benson J, Pitts J, Stebbing J. SARS-CoV-2 (COVID-19) superspreader events. J Infect. 2021 Jan;82(1):36-40. doi: 10.1016/j.jinf.2020.11.021. Epub 2020 Nov 25. PMID: 33245943; PMCID: PMC7685932.

[201] Covid Market Origins Hypothesis Challenged by Statisticians. Newsweek; January 18, 2024.

[202] Schwere statistische Fehler bei Studie zum Ursprung der Covid-Pandemie; 09.02.2024.

[203] Kritik an statistischer Analyse zum Corona-Ursprung. Frankfurter Allgemeine; 28.01.20224

[204] Covid-19 origins: researchers challenge early paper pointing to Wuhan market as epicentre of pandemic. South China Morning Post; January 29, 2024.

[205] Confirmation of the centrality of the Huanan market among early Covid-19 cases. Reply to Stoyan and Chiu (2024); March 9, 2024. arXiv:2403.05859v1

[206] Florin (@Florin_Uncovers) on X; April 5, 2024. https://x.com/Florin_Uncovers/status/1776305478475055437

[207] New Research Points to Wuhan Market as Pandemic Origin. New York Times; February 27, 2022.

[208] Studies offer further evidence that the coronavirus pandemic began in animals in Wuhan market. CNN; February 27, 2022.

[209] CD8 (@CD57227) on X; January 16, 2024. https://x.com/CD57227/status/1747338215688921260

[210] Studie levert nieuw bewijs voor dierenmarkt Wuhan als bron coronavirus. NOS Nieuws, 28 februari 2022.

[211] Michael B Weissman, Proximity ascertainment bias in early COVID case locations, Journal of the Royal Statistical Society Series A: Statistics in Society, 2024;, qnae021, https://doi.org/10.1093/jrsssa/qnae021

[212] Florence Débarre and Michael Worobey. No evidence of systematic proximity ascertainment bias in early COVID-19 cases in Wuhan Reply to Weissman (2024). 2024. https://doi.org/10.48550/arXiv.2405.08040

[213] Michael Weissman on X; May 16, 2024. https://x.com/mbw61567742/status/1791180428642328898

[214] Libertarian Virologist on X; May 17, 2024. https://x.com/ban_epp_gofroc/status/1791237053407166742

[215] https://arxiv.org/pdf/2401.08680; Addendum.

[216] Guy Gadboit on X; June 20, 2024. https://x.com/gadboit/status/1803829425521168461

[217] Is The COVID Lab Leak Hypothesis Dead? Kristian Andersen, Mike Worobey & Philp Markolin. Bad Boy of Science, 29 Juli 2022. https://youtu.be/lIuY0rZ3KjI?t=5670

[218] Idem; https://youtu.be/lIuY0rZ3KjI?t=1300

[219] Backstage story: The October 2023 Correction to Pekar et al. Gilles Demaneuf; Oktober 25, 2023.

[220] Nod on Twitter; July 31, 2023. https://twitter.com/nizzaneela/status/1686105717135097862

[221] Erratum for the Research Article “The molecular epidemiology of multiple zoonotic origins of SARS-CoV-2” by J. E. Pekar et al..Science 382,eadl0585(2023).DOI:10.1126/science.adl0585

[222] Nod on X; March 17, 2024. https://x.com/nizzaneela/status/1769395812847550833

[223] Michael Weissman on X; March 17, 2024. https://x.com/mbw61567742/status/1769438887682703424

[224] Arrested Development: The number of Wuhan cases of COVID-19 with onset in 2019. Gilles Demaneuf DOI: 10.13140/RG.2.2.36081.97129.

[225] TheEngineer2 on Twitter; June 25, 2022. https://twitter.com/Engineer2The/status/1540509763930206209

[226] Li Q, Guan X, Wu P, et al. Early Transmission Dynamics in Wuhan, China, of Novel Coronavirus-Infected Pneumonia. N Engl J Med. 2020;382(13):1199-1207. doi:10.1056/NEJMoa2001316

[227] Huang C, Wang Y, Li X, et al. Clinical features of patients infected with 2019 novel coronavirus in Wuhan, China [published correction appears in Lancet. 2020 Jan 30;:]. Lancet. 2020;395(10223):497-506. doi:10.1016/S0140-6736(20)30183-5

[228] Li Q, Guan X, Wu P, et al. Early Transmission Dynamics in Wuhan, China, of Novel Coronavirus-Infected Pneumonia. N Engl J Med. 2020;382(13):1199-1207. doi:10.1056/NEJMoa2001316

[229] Idem.

[230] Huang C, Wang Y, Li X, et al. Clinical features of patients infected with 2019 novel coronavirus in Wuhan, China [published correction appears in Lancet. 2020 Jan 30;:]. Lancet. 2020;395(10223):497-506. doi:10.1016/S0140-6736(20)30183-5

[231] Francisco de Asis on Twitter; May 25, 2021. https://twitter.com/franciscodeasis/status/1397227238764990469

[232] Podcast ‘This week in Virology’ 760; SARS-CoV-2 origins with Peter Daszak, Thea Kølsen Fischer, Marion Koopmans; 27 May 2021: https://youtu.be/d7kRxmEgzbQ?t=1740: 29:00

[233] From Wuhan to Paris to Milan, the search for ‘patient zero’. The Washington Post; July 7, 2021.

[234] WHO clarifies details of early covid patients in Wuhan after errors in virus report. The Washington Post; July 15, 2021.

[235] Francisco de Asis on Twitter; July 8, 2021. https://twitter.com/franciscodeasis/status/1415826311742955523

[236] Worobey M. Dissecting the early COVID-19 cases in Wuhan. Science. 2021;374(6572):1202-1204. doi:10.1126/science.abm4454

[237] Bloom JD, Chan YA, Baric RS, et al. Investigate the origins of COVID-19. Science. 2021;372(6543):694. doi:10.1126/science.abj0016

[238] Exclusive丨Looking for the first infected person in Huanan Seafood Market. https://www.thepaper.cn/newsDetail_forward_6681256

[239] Exclusive丨Looking for the first infected person in Huanan Seafood Market. The Paper; 25 March 2020. https://cloudvideo.thepaper.cn/video/5418827c27124e78af895fd228db799c/hd/15bea2ce-195b-4e9d-a47c-f22ab1f1de25-01bdd918-3870-7c63-7436-34559f55f804.mp4 – t=228

[240] Was the First Known COVID-19 Case a Wuhan Market Vendor? Jeremy R. Hammond’ April 3, 2023.

[241] Exclusive | Genetic sequencing of the new coronavirus traces its origins: When did the alarm sound? Caixin Global; February 26, 2020.

[242] Selected articles from “People”: Wuhan Doctor, whistler – Ai Fen. People Magazine; 14 March, 2020. Vertaling via Google Translate.

[243] Ren LL, Wang YM, Wu ZQ, et al. Identification of a novel coronavirus causing severe pneumonia in human: a descriptive study. Chin Med J (Engl). 2020;133(9):1015-1024. doi:10.1097/CM9.0000000000000722

[244] Was the First Known COVID-19 Case a Wuhan Market Vendor? Jeremy R. Hammond’ April 3, 2023.

[245] Transcript of the press conference of the Joint Prevention and Control Mechanism of the State Council on December 11, 201. Publicity Department. http://www.nhc.gov.cn/xcs/s3574/202112/88ce42bf16974ebd8d4b5367cfdd86e5.shtml

[246] Eyewitness accounts: The whole story of the infection of medical staff at Wuhan Central Hospital. Sina News; February 17, 2020. https://web.archive.org/web/20200312215112/https:/news.sina.cn/gn/2020-02-17/detail-iimxyqvz3653366.d.html?from=wap

[247] Wuhan Chemical New City Engineering Co. Ltd. https://web.archive.org/web/20210825010326/https://www.qixin.com/company/cf63a8a5-f9b6-44e7-bed0-60e574ac65c1?section=entcard

[248] The Early Days of the Coronavirus Outbreak in Wuhan. Der Spiegel International; 12 May 2020

[249] Na’an COVID-19 recovered patient Chen Qingbo donates plasma to repay society after recovery. Minnan Daily; 19 February 2020.

[250] ‘First level response’ (New Crown Epidemic Panoramic Documentary). https://www.bilibili.com/video/BV1bi4y1A7eE/?fromvsogou=1&bsource=sogou&fr=seo.bilibili.com

[251] Wu F, Zhao S, Yu B, et al. A new coronavirus associated with human respiratory disease in China [published correction appears in Nature. 2020 Apr;580(7803):E7]. Nature. 2020;579(7798):265-269. doi:10.1038/s41586-020-2008-3

[252] Xin H, Li Y, Wu P, et al. Estimating the Latent Period of Coronavirus Disease 2019 (COVID-19). Clin Infect Dis. 2022;74(9):1678-1681. doi:10.1093/cid/ciab746

[253] Holmes EC, Goldstein SA, Rasmussen AL, et al. The origins of SARS-CoV-2: A critical review. Cell. 2021;184(19):4848-4856. doi:10.1016/j.cell.2021.08.017

[254] How It All Started: China’s Early Coronavirus Missteps. The Wall Street Journal; March 6, 2020.

[255] Li Q, Guan X, Wu P, et al. Early Transmission Dynamics in Wuhan, China, of Novel Coronavirus-Infected Pneumonia. N Engl J Med. 2020;382(13):1199-1207. doi:10.1056/NEJMoa2001316

[256] Huang C, Wang Y, Li X, et al. Clinical features of patients infected with 2019 novel coronavirus in Wuhan, China [published correction appears in Lancet. 2020 Jan 30;:]. Lancet. 2020;395(10223):497-506. doi:10.1016/S0140-6736(20)30183-5

[257] Pneumonia epidemic situation caused by new coronavirus infection on January 23. Office of Health Emergency, National Health Commission of the People’s Republic of China; 23 January 2020. https://archive.vn/gkpzs

[258] Francisco de Asis on Twitter; July 8, 2021. https://twitter.com/franciscodeasis/status/1415826311742955523

[259] WHO clarifies details of early covid patients in Wuhan after errors in the virus report. The Washington Post; July 15, 2021.

[260] Dansker was head of WHO’s mission to Wuhan: Maybe some is not at all interested in finding the truth. TV2; 12 August 2021. https://nyheder.tv2.dk/udland/2021-08-12-dansker-var-chef-for-whos-mission-til-wuhan-maaske-er-nogen-slet-ikke-interesseret-i-at-finde-sandheden

[261] First Known Covid Case was Vendor at Wuhan Market, Scientist Says. The New York Times; November 18, 2021.

[262] Mahjong houses silent as China purifies its social environment. South China Morning Post; 21 October 2019.

[263] Mahjong: Police clamp down on China’s most loved game. BBC News; 24 October 2019.

[264] China Mahjong dens were superspreader sites, spurring crackdown. Bangkok Post; 12 August 2021.

[265] China’s zero Covid strategy is being undermined by mahjong. The Spectator, 21 August 2021.

[266] Coronavirus: Police in China smash mahjong tables to stop villagers from gathering. South China Morning Post; 31 January 2020. https://www.youtube.com/watch?v=hfzu2weBNDE

[267] Shock: No traditional Chinese game Mahjong gathering is allowed. Tables immediately destroyed. Above the Mess, 19 February 2020. https://www.youtube.com/watch?v=D_dHNQZk22g

[268] Nine Days in Wuhan, the Ground Zero of the Coronavirus Pandemic. The New Yorker; October 5, 2020.

[269] Emilie Jiang on Twitter; March 17, 2020. https://twitter.com/EmilieJiang/status/1239899052428460032?s=20&t=kTyGP-p93qo-NaUxLQaVBg

[270] The “not infected” patrolman who lives in isolation at the South China Seafood Market reveals the characteristics of the first few people who were infected. Baidu News; 16 March 2020. https://archive.is/NRe08

[271] Wuhan Huanan Seafood Market in the Unexplained Pneumonia Incident. The Beijing News; January 2, 2020. https://archive.is/wgtCY

[272] Where does the source of COVID-19 come from? Experts believe it is likely to come from wild meat. China Business News; 21 January 2020. https://archive.vn/NhRD4#selection-1175.160-1175.168

[273] How it all started: China’s Early Coronavirus Missteps. The Wall Street Journal; March 6, 2020.

[274] Li Q, Guan X, Wu P, et al. Early Transmission Dynamics in Wuhan, China, of Novel Coronavirus-Infected Pneumonia. N Engl J Med. 2020;382(13):1199-1207. doi:10.1056/NEJMoa2001316

[275] Origins of Covid. Webinar British Medical Journal; 8 October 2021. https://www.youtube.com/watch?v=eLSv4Iwk_jM&t=1907s